Luc. 24:36 | link naar preektekst |
na pasen PowerPoint beschikbaar | 2014-05-04 mo Heerde 2014-05-04 mi Lutten 2015-04-26 mo HattemN 2017-04-30 mi Putten 2018-04-01 mi Zeewolde 2018-04-08 mi Dronten 2019-04-21 mi (herzien) |
Geliefde gemeente van Christus
Jezus laat zich zien. Hij is opgestaan, en verschijnt aan de
apostelen.
Wij zijn er zo aan gewend,
maar het was een enorme schok voor zijn leerlingen.
Natuurwetten lijken geen grip meer op hem te hebben.
Hij heeft de dood overwonnen.
Hij komt zomaar gesloten huiskamers binnen.
En straks met hemelvaart overstijgt hij de zwaartekracht.
Jezus laat zich zien, als hij straks weerkomt op de wolken.
In al zijn macht en majesteit. Vol glorie, ontzagwekkend.
Hij is God, die onze wereld is ingekomen.
En dat is een onbeschrijvelijk wonder.
Na zijn opstanding uit de dood zie je dat hij echt niet van deze wereld
is.
Er zit iets ongrijpbaars in hem. Je kunt hem niet vastpakken.
Zo zegt hij tegen een van de vrouwen, houd me niet vast.
Ze moesten leren dat hij niet lichamelijk bij hen kon blijven.
Vroeger was hij binnen handbereik geweest.
Ze hadden met hem gekletst, gegeten.
Stel je voor dat hij vandaag met leerlingen aan tafel zou zitten:
Johannes, wil je me de hagelslag even doorgeven?
Jezus en zijn vrienden uit het Noorden van Israel.
Daar in Nazaret had hij leren lopen, leren praten, misschien wel met
accent,
zoals mensen ook aan Petrus konden horen dat hij uit het Noorden kwam.
Als Jezus met de deur in huis valt, en zegt: Vrede zij met jullie
(met een stem en tongval die vroeger vertrouwd klonk)
dan schrikken ze. Verbijsterd zijn de leerlingen. Doodsbang.
Jezus neemt een hapje, om te laten zien, ik ben het echt.
Zoals ze vroeger met hem hadden gegeten.
Jezus laat zich zien, maar hij is niet van deze wereld.
Het past nog niet helemaal in hun hoofd dat Hij de Levende is.
Wat in geen mensenhart was opgekomen: hij was toch dood?
Ze vinden het zelfs waarschijnlijker dat hij een geestverschijning is.
Er is met de opstanding dan ook echt wat veranderd.
Als Jezus Paulus wil bekeren en tot hem spreekt,
dan horen omstanders alleen overweldigend gedonder.
Als de opgestane Heer Jezus met Johannes spreekt
en hem visioenen van het einde laat zien,
dan omschrijf Johannes Jezus’ stem als het geluid van
geweldige watermassa’s, als het gedreun van watervallen.
Jezus laat zich zien, hij laat van zich horen.
En ergens is het vertrouwd, maar hij blijkt ook Anders te zijn.
We zijn maar mensen, en hij is echt God.
Zoveel groter dan wat wij kunnen bedenken.
Daar kun je niet bij met je verstand.
Als Jezus zich laat zien, dan ben je eerst even verward, overdonderd.
Maar Jezus is geduldig. Hij weet wel dat hij overweldigd.
Daarom is de vredewens die hij zijn leerlingen geeft ook zo mooi.
De grootheid van God verplettert je niet.
We vergaan niet, als de heilige je leven wil binnenstappen.
Er verandert wel wat, maar we vergaan niet.
Hij wil juist vrede. Het is in Israel de alledaagse groet: sjaloom
Zoals dat vandaag in het midden oosten klinkt: salaam.
Soms net zo nietszeggend als ons: hoi, hoe ist?
Tegelijk is het de kern van Gods hele plan met de geschiedenis:
Vrede zij met jullie.
Daarom maakte de onnoemlijke zijn naam bekend.
De onzichtbare zegt: Kijk naar mijn handen en voeten.
De ongrijpbare zegt: Raak me aan.
Het is in een doorgeslagen ervaringscultuur makkelijk
om te zeggen dat het niet om beleving moet gaan.
Jezus gaat er meer ontspannen mee om, dan wij vaak doen.
Onbekommert zegt hij: Kijk naar me, en raak me aan, ervaar het maar.
Ook zo wil Jezus je leven binnenkomen.
En zovaak als je een eet van het avondmaalsbrood
en drinkt van de beker, dan zet God je zintuigen in.
Heel letterlijk komt hij bij je binnen. Zodat het echt landt.
Wij kunnen God niet begrijpen,
maar Hij komt toch naar ons toe.
Hij maakt zich kenbaar; en laat ons onze zintuigen gebruiken;
en ook ons verstand, dat zovaak alleen maar menselijk kan denken.
Altijd als we over God denken, denken we te klein van hem.
Nu kennen we nog maar ten delen.
Maar we hoeven geen eigen beeld van God te maken,
Want in Christus geeft God zichzelf te kennen.
Hij gebruikt onze woorden als we hem niet kunnen begrijpen.
In onze babylonische spraakverwarring leerde hij onze taal.
Daarom wordt hij mens, zodat we leren wie hij is.
De Levende, Hij was er altijd.
En daarom kon hij ook niet dood blijven, de Levende.
En nu Jezus zich na zijn opstanding weer laat zien,
begint het kwartje te vallen.
De apostel Johannes schrijft later bijvoorbeeld in zijn brief:1Joh.1:1,2
Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben,
wat wij met eigen ogen gezien en aanschouwd hebben,
wat onze handen hebben aangeraakt, dat verkondigen wij:
het Woord dat leven is. Het leven is verschenen,
wij hebben het gezien en getuigen ervan,
we verkondigen u het eeuwige leven dat bij de Vader was
en aan ons verschenen is.
Paulus geeft ergens een opsomming van Jezus’ verschijningen
en dat zijn er meer dan die in de evangelieen staan.1Kor.15:5-8
…en hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf
leerlingen.
Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters
tegelijk,
van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven.
Vervolgens is hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen.
Pas op het laatst is hij ook aan mij verschenen…
Jezus heeft zich aan veel mensen laten zien.
Met deze opsomming wil Paulus zeggen:
er zijn meer dan 500 getuigen. Je kan het ze zo navragen.
De leerlingen in Jeruzalem, samen in hun kamer, waren verward
toen ze Jezus zagen. Ze kunnen het maar niet bevatten.
Kijk naar mijn handen en raak me aan. Ik ben het zelf.
Natuurlijk zijn ze blij, ja dat zeker.
Maar dit is zo wonderlijk, haast niet te geloven.
Voor hun ogen eet Jezus wat. Maar let er ook op wat de doorslag geeft.
Wat ze uiteindelijk overtuigt. Vers 44 en verder.
Want Jezus laat zich zien
in de schriften die over hem gaan.
Toen ik nog bij jullie was, heb ik tegen jullie gezegd
dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen
over mij geschreven staat in vervulling moest gaan.
Het was allemaal al aangekondigd.
Deze opsomming, (Mozes, Profeten en Psalmen) is een beschrijving
voor het hele oude testament. De hebreeuwse bijbel bestaat uit 3 delen,
de Wet, dat zijn de eerste 5 boeken,
de Profeten, denk aan Jesaja, Jeremia en Ezechiel,
maar dat deel begint al bij Jozua,
en de Geschriften, dat zijn de overige boeken.
De Psalmen nemen daar een grote plaats in.
Jezus zegt hier eigenlijk: Het hele oude testament gaat over mij.
Als de leerlingen later het verhaal van Jezus opschrijven,
verwijzen ze daarom ook naar het Oude Testament.
Mattheus doet dat bijvoorbeeld best vaak. Jezus doet dan iets,
opdat in vervulling zou gaan, puntje puntje puntje.
Een heel erg bekend voorbeeld komt uit Psalm 118.
En we hebben er daarom ook uit gezongen.Ps.118:22
De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen
geworden
Die Steen is Jezus. De bouwers, de Joodse leiders; die wilden hem niet.
Ze keurden af wat Jezus deed, en lieten hem vermoorden door de
Romeinen.
Maar die steen, Jezus, is de hoeksteen geworden,
het fundament waarop God alles weer goed wil maken.
Zodat hij terecht kan zeggen: Vrede zij met jullie.
In de eerste schriftlezing werpt Jezus dit vers de schriftgeleerden
voor de voeten. Weet je wel wat dat betekent? Ja hoor,
dat voelden de schriftgeleerden maar al te goed aan; dat ging over hen.
Zij keurden hem af. En ze haten hem nu nog meer.
Maar wat Jezus doet in 20:18 is ook erg interessant.
Hij verwijst naar 2 profetieen, een van Jesaja en ook naar een van
Daniel.
Laten we met die van Daniel beginnen. Kinderen kennen dat ook wel.
De profeet Daniel ziet een enorm groot standbeeld,
met een hoofd van goud, en een borstkas van zilver, buik van brons,
benen van ijzer. Echt een groots en indrukwekkend beeld.
En dan rolt een een steentje van een berg af,
en dat steentje, kegelt dat hele beeld omver. Totaal vermorzeld.
Dat is wat Jezus doet met de wereldgeschiedenis
(want dat is wat dat beeld van Daniel voorstelde)
Al die arrogante landen die denken dat ze de beste zijn:
ze vallen in het niet bij het koninkrijk van Jezus.
En je ziet ook dat dat steentje klein begint.
Jezus komt nederig, maar wat hij voor elkaar krijgt
is als een reusachtige berg.
Ik zei eerder: de grootheid van God verplettert je niet.
We vergaan niet, als de heilige je leven wil binnenstappen.
Dat geldt als je zijn leerling bent.
Niet als je (zoals de tempelbouwers) de hoeksteen wil weggooien.
Dan is Jezus, zoals Jesaja dat in die andere profetie noemt:
een steen waar men zich stoot, waarover je struikelt.
Daar vertil je je aan.
Jezus laat zich hier zien, in de schriften die over hem gaan.
Hij neemt een psalmvers, een afgekeurde steen wordt de hoeksteen,
en hij brengt dat in verband met profetien van Daniel en Jesaja,
waar ook een steen de hoofdrol speelt.
Zo leert Jezus hoe je de profetieen op hem betrekken moet.
Dwars door de Bijbel lopen dit soort verbanden.
En dan ontdek je: He, dit gaat over Jezus.
Ik moet nog iets zeggen over die profetie van Jesaja. Jesaja 8:14.
Als je de verzen erom heen leest, zie je dat God
aan Jesaja uitlegt wat zijn woorden betekenen.
Dan gaat het over koningen in Assyrie en Samaria.
Dat is een hele andere tijd en toepassing dan wat Jezus ermee doet.
Het is vaak heel behulpzaam om een tekst te begrijpen
in de tijd waarin hij is opgeschreven. Dat heet de historische
betekenis.
Maar Jezus boort een diepere laag aan. Hij geeft een geestelijke
betekenis.
Als het volk Israel in de woestijn door eigen schuld last heeft
van een dodelijke slangenplaag moet Mozes een koperen slang
op een stok in de lucht houden. Dat verhaal is echt zo gebeurt.
En Jezus voegt daar een geestelijke betekenis aan toe,
als hij zegt dat de Mensenzoon ook zo op een stok verhoogd moet worden.
De profeet Jona vertelt dat hij 3 dagen in de buik van een vis zat.
Jezus maakt dit verhaal tot een teken:
Net als Jona zal ook Jezus 3 dagen door de dood zijn opgeslokt.
Zo kan Jezus zeggen: ‘Er staat geschreven dat de messias zal
lijden en sterven,
maar dat hij op de derde dag zal opstaan uit de dood,
en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer
te komen,
opdat hun zonden worden vergeven.
Ik heb hier expres zo uitgebreid hierbij stil gestaan,
omdat dit voor ons vandaag een manier is om Jezus echt te ontmoeten.
Er zit een gelaagdheid in de bijbel.
In 1 verhaal worden soms meerdere dingen tegelijk verteld.
Er valt zoveel te ontdekken. Jezus zegt ergens:Mt.13:52
‘Zo lijkt iedere schriftgeleerde die leerling in het koninkrijk
van de hemel
is geworden op een huismeester die uit zijn voorraadkamer nieuwe en oude
dingen
te voorschijn haalt.’
Laat me je uitdagen om in die voorraadkamer te duiken,
en dingen te ontdekken.
Je zult dan Jezus zelf tegenkomen. Want hij wil zich laten zien
in de schriften die over hem gaan.
als een erfenis die doorgegeven moet worden.
Want dat is Jezus’ nalatenschap. Hij maakt zijn leerlingen tot
getuigen.
Nu moeten jullie moeten het verhaal doorgeven. Hij zegt:
Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in
Jeruzalem.
Dus beginnen bij die tempelbouwers die de hoeksteen wilden weggooien.
Te beginnen bij de wijnbouwers, die de wijngaard in pacht hadden.
En daar zo vreselijk misbruik van maakte.
God had knechten naar ze toegestuurd, profeten,
maar de wijnbouwers sloegen ze in elkaar.
Keer op keer, de knechten werden afgeranselt, vernederd,
afgetuigd, d’r uit gegooid.
Dat kun je dus doen met een boodschapper die God stuurt:
Hier wil ik niet naar luisteren, retour afzender.
En dan zegt God, dan stuur ik mijn geliefde Zoon.
Maar als de wijnbouwers de Zoon zien zeggen ze: dat is de erfgenaam.
Als de baas sterft, wordt hij onze nieuwe baas.
Maar als wij hem doden, dan is de erfenis voor ons.
Dat kun je dus doen: proberen de boodschap van God af te pakken,
er je eigen draai aan geven. De bijbel laten buikspreken.
Maar dan luister je niet meer, dan stuur je de knechten van God weg.
Als je niet gelooft dat alleen Jezus de bodem is onder Gods
reddingsplan,
kan Hij niet zeggen, Vrede zij met jullie,
en dan wordt hij een steen waaraan je je stoot, die je verplettert.
Wie denkt dat Jezus alleen maar een inspirerend voorbeeld is,
die heeft hem nog niet echt ontmoet.
Jezus liet zich aan zijn leerlingen zien. Niet aan de joodse leiders,
niet aan de schriftgeleerden. Niet direct tenminste.
Als de leerlingen in Jeruzalem blijven wachten,
en de Heilige Geest ze aanvuurt om te getuigen
dan neemt Petrus het woord, en begint te preken.
Vol met teksten uit het oude testament. Hij laat zijn hoorders Jezus
zien
vanuit de Bijbel, dat het echt helemaal over hem gaat.
Zelfs priesters laten zich bekeren.
Die dachten dat ze toch wel aardig wisten wat er stond.
Maar opeens zien ze Jezus zoals hij is,
Hij laat zich zien, in de schriften die over hem gaan.
Te beginnen in Jeruzalem.
Het verhaal van de bijbel is een verhaal om door te vertellen.
En het heeft de volken berijkt, ook nu hier in [ plaats ]
Een erfenis om door te geven. De leerlingen hebben de Levende zelf
gezien
en getuigen ervan: Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven,
heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen:
dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften
staat,
dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de
Schriften staat
en dat is verschenen. … en dan komt dus die opsomming
van al Jezus’ verschijningen waar we het eerder in preek over hadden.
Wel meer dan 500 getuigen.
Maar ook wij worden getuigen van onze ontmoetingen met hem.
Als wij met elkaar bijbellezen, zit er altijd iets vertrouwds in.
Ja zo kennen we hem. Precies, zo is hij.
Maar als het goed is, wordt je ook wel eens verast.
En dat zijn vaak de mooiste ontmoetingen, die bij blijven.
Als je iets nieuws van een ander leert.
Als je iemand ontmoet, en je weet van te voren hoe dat gaat verlopen,
nou, dan is de spanning dr ook wel van af. Dat is niets aan.
Dat is geen echte ontmoeting. toch?
De bijbel is een voorraadkamer, waar je oude,
maar ook nieuwe schatten in ontdekt.
We zijn maar mensen, en God is zoveel groter dan wij kunnen denken.
Daar kun je niet bij met je verstand.
Altijd als we over Hem denken, denken we te klein van hem.
Nu kennen we nog maar ten delen.
Maar als je gelooft dat Jezus zich aan ons laat zien,
dat hij zich bekend maakt, laten we dat dan met elkaar delen.
Het is een rijke erfenis om door te geven.
Wat heb jij van hem ontdekt? Wow wat mooi!
Ik heb ook iets gezien. Ja, mooi is dat he?
Als je daar niet voor open staat, als je het alleen doet;
Als je denkt dat je wel weet wat er in de bijbel staat,
en als maar dezelfde uitleg vind – dan mis je zoveel.
Als je zegt: zo zit het en dit is de ene ware uitleg,
dan doe je meestal onrecht aan de gelaagdheid,
de variatie in de bijbel. Dan haal je het leven eruit.
Maar het woord van God is Levend.
En we hebben elkaar nodig, om de hoogte en de breedte en diepte
te leren zien. Dat kun je niet in je eentje.
Als ik vroeger het verhaal van de Emmaus–gangers las,
waar Jezus het echt begint uit te leggen, vanaf Mozes tot de profeten,
welke bijbelteksten op hem van toepassing waren, dan was ik
teleurgesteld
dat zijn uitleg nou net niet in de bijbel is terecht gekomen.
Ik ben zo benieuwd welke teksten uit de boeken van Mozes
nou over Jezus gaan.
Ik geloof dat veel van zijn uitleg in het Nieuwe Testament
is terecht gekomen. Als je woorden van de Apostelen leest,
getuigen zij van de Levende. Zij geven de erfenis door.
Maar ook wij hebben de Heilige Geest.
Hij haalt voor ons oude en nieuwe schatten naar boven.
En het is zo’n gave ontdekking als je iets nieuws ontdekt.
Een nieuw perspectief op God.
Hij laat zich zien, Hij laat zich kennen.
God is echt met je het praten als je bijbelleest.
En tussen de bladzijden door fluistert Jezus je toe.
Kijk naar me, raak me aan. Dan ontdek je de Levende.
Dit is een levend Woord.
Hij opent de ogen, maakt het verstand ontvankelijk om het te begrijpen.
Amen
online delen:
hermeneutiek typologie accomodatie anders erfenis Jona
Meer preken uit Lucas