Joh. 7:37-39 | link naar preektekst |
2014-10-12 mi Heerde |
Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,
We lazen net dat Jezus zegt: als je dorst hebt, moet je bij mij wezen.
Wat voor een dorst bedoelt hij eigenlijk?
En waarom zegt hij dat op het Loofhuttenfeest?
Wat voor een feest is dat ook al weer?
Het Joodse volk is dat nu aan het vieren.
Goede reden om op deze zondag eens bij dit feest stil te staan,
en te kijken naar wat Jezus’ bekende woorden betekenen.
1 – Loofhuttenfeest is een vrolijk feest. Gezellig. Een straatfeest,
met vrolijke vruchten en mooie takken om mee te zwieren.
Zeven dagen lang, feestvieren, voor de HEER, uw God,
Want hij zal al uw werk zegenen en u een rijke oogst geven.
Vier daarom uitbundig feest. Zegt Mozes.
God geeft dit feest om vrolijk te zijn.
Het is als het ware een vorm van dankdag.
Het graan is van het land gehaald en gedorst,
de druiven zijn geplukt en geperst.
De eerste wijn kan gedronken worden!
Even uitrusten en genieten van de vruchten van het land. Vakantie!
Een week lang gaat het volk kamperen in zelfgemaakt hutjes.
Het dak mag niet dicht zijn,
met bladertakken mogen ze voor een beetje schaduw zorgen,
maar je moet ook de open lucht kunnen zien.
In die hutjes moest het volk eten en slapen.
Zo dachten ze terug aan de woestijnreis ook in tenten.
God had het zelf zo bevolen. We hebben het ook gelezen in Leviticus:
’Zeven dagen lang moeten jullie in hutten wonen,
elke geboren Israëliet moet in een loofhut wonen,
om jullie kinderen eraan te herinneren
dat ik de Israëlieten in hutten liet wonen
toen ik hen uit Egypte wegleidde. Ik ben de HEER, jullie God.’
De woestijnreis en de uittocht.
God wil dus dat Israel daaraan denkt met dit Loofhuttenfeest.
Maar de uittocht uit Egypte, die werd toch ook met al Pesach gevierd?
We kennen het Paasfeest, dat andere grote feest,
als Nieuwtestamentische kerk veel beter.
Pesach herdenkt de uittocht uit Egypte. Bevrijd uit slavernij.
Het volk had haast, niet voldoende tijd om normaal brood te bakken,
daarom aten ze brood zonder gist, ongezuurde krackers.
Ook aten ze een lammetje. En dat was niet even gezellig, nee.
Dat Pesach was haastig. Ze moesten hun jas en schoenen aanhebben.
Snel eten, dan wegvluchten, voordat de Egyptenaren ze achterna kwamen.
Pesach is ernstiger, serieuzer.
De allereeste keer Pesach moest een Israelitisch gezin
bloed smeren aan de voordeur.
Daarmee lieten ze aan de doodsengel zien:
hier heeft al bloed gevloeid, we weten dat we een offer nodig hebben,
ga ons huis toch voorbij en straf ons niet.
Dit Paasfeest kennen wij, als nieuwtestamenische kerk goed.
Ieder heilig avondmaal, dat op de Paasavond is ingesteld,
vieren wij hetzelfde. Serieus en ernstig.
Als u aangaat is dat de erkenning: we hebben het offer van Jezus nodig.
We eten een stukje brood, dat verwijst naar het Lam voor ons geslacht.
We drinken een slok wijn,
en smeren daarmee als het ware bloed aan de deur.
We vragen de doodsengel: straf mij niet, ga mijn deur voorbij,
want in mijn plaats is de eerstgeboren zoon van God gedoodt.
Pasen herdenkt net als het Loofhuttenfeest de uittocht,
de bevrijding uit Egypte. Maar Loofhutten is zoveel vrolijker.
En ook helemaal niet haastig.
Nee, 7 dagen lang viert het volk uitbundig feest.
Lekker kamperen, vakantie, uitrusten van oogst.
Misschien kun je wel zeggen,
dat het met Pasen gaat om de bevrijding, het vertrek,
en met Loofhutten om de reis, de tocht, naar het beloofde land.
Al die tijd, Veertig jaar lang raakten hun kleren niet versleten.
God zorgde ervoor dat ze hun voeten niet stuk liepen.
Hij gaat ook nu met je mee.
Hij vertrouwt je toe aan zijn engelen,
die over je waken waar je ook gaat.
Hun handen zullen je dragen, je voet zul je niet stoten aan een steen.
(ps91)
Het volk Israel merkte dat in de woestijn.
Toen ze honger hadden, gaf de Here ze te eten.
Toen ze in de droge woestijn dorst hadden,
zorgde de Heer voor Water uit de rots.
Dan snap je wel dat je bij een oogstfeest, bij een dankdag,
feest wil vieren, omdat je merkt dat God voor je zorgt.
2 - Zie je dat ook zo? Zorgt God voor je?
Spannende vraag he?
Want wat nu als je niet zo tevreden bent over wat God je geeft?
Als het moeite kost om rond te komen?
En het lastig is om de zegen te zien in crisis–tijd.
Als het gras bij de buren groener is.
Met loofhutten zit iedereen in hetzelfde schuitje.
Er is even geen verschil tussen de een die in een riante villa woont,
en de ander die in een oud arbeidershuisje zit
wat nodig aan onderhoud toe is…
Een week lang hoef je niet naar het groenere gras van de buren te
kijken.
Want we zitten in dezelfde lekke loofhut.
En als je terugkomt… oh wat ben je dan weer blij
met een vast dak boven mn hoofd.
Ik heb dat zelf na kamperen wel altijd. Vooral als het regende.
(Stel je voor dat we net als de Joden deze week zouden hebben
gekampeerd)
In de tent wordt het dan koud en klam.
Als ik dan weer terugkom, dan ben ik zo blij met mijn eigen huisje,
en mijn eigen warme bed, en koffie uit mijn eigen koffiezetter.
De alledaagse dingen die God geeft, ik zie ze dan weer even.
Zie je ook de wijsheid van God hierin.
Hij dwingt je om uit je comfort–zone te stappen,
zodat je ook beter ziet wat voor zegeningen je allemaal kreeg.
Het loofhuttenfeest, de verplicht kampeervakantie,
leert me dus kijken naar hoe God mij zegent.
In Deuteronomium lazen we:
ieder moet geven naar de mate waarin de HEER hem heeft gezegend.
Dus God heeft er wel degelijk oog voor als u het minder breed hebt
dan iemand anders. Hij negeert het niet.
Maar Loofhutten is wel een oefening:
probeer even niet naar de ander te kijken,
probeer te zien dat God voor je zorgt.
Zie, wat God aan u, aan jou geeft, en oefen maar om dat ’zegen’ te
noemen
3 [lange pauze. slok. hou glas vast ]
Goed, nu naar Jezus in de Tempel, we pakken Johannes 7 erbij.
Want wat Jezus roept is echt heel raar.
Israel heeft de 7 kampeerdagen achter de rug.
Het feest is bijna over. Je bent je weer bewust dat God voor je zorgt.
Maar deze Jezus, een meneer uit Galilea roept:
voor water moet je bij Mij zijn. Heb je dorst?
Hiero. [glas water optillen ]
Maar wacht even, het doel was toch om alle dagelijkse dingen
van God uit de hemel, te verwachten?
Maar er is nog meer vreemd aan Jezus’ oproep.
Want op Gods bevel geniet het volk met volle teugen
van alles wat hij geeft.
En reken maar dat het best gezellig werd op dit wijn–oogstfeest!
Waarom begint Jezus dan over drinken, over dorst?
Dat is toch raar? Mosterd na de maaltijd.
Wat Jezus doet met zijn vraag, is mensen prikkelen.
Wij kennen zijn woorden zo goed dat het ons zou kunnen ontgaan,
maar ik hoop dat je nu ziet, dat het echt wel gek is wat Jezus zegt.
Op een feest dat de droge woestijntocht herdenkt,
zodat het volk te leert te vertrouwen op God,
biedt deze man uit het noorden van Israel, redding aan.
Wie denkt hij wel niet dat hij is?
En op een feest bij de wijnoogst serveert Jezus levend water.
Hij prikkelt dus. Zoals God met het loofhuttenfeest het volk
even buiten hun comfort–zone plaatst,
zo doet Jezus dat ook, maar dan in het midden van de Tempel!
En het is enorm spannend dat Jezus dat doet.
Want de Joodse leiders willen hem al dood hebben. Prikkelen is niet
leuk.
Jezus confronteert je hier met de vraag:
ben je eigenlijk al in het beloofde land? of ben je nog onderweg?
Heb je nog iets om naar te verlangen, om naar uit te zien?
Of heb je het paradijs op aarde al gevonden,
ben je al helemaal vol en verzadigd, ben je d’r soms al?
Deze vraag geldt voor ons net zo goed.
Ook op dit Loofhuttenfeest moet de vraag op het tempelplein klinken.
Hebben wij als kerken nog dorst?
Hebben we God nodig, of doen we gearriveerd?
Soms moet je uit je behagelijke positie komen, om het weer te weten.
Soms moet Jezus je op loofhuttenfeest prikkelen,
om er weer achter te komen: Wij zijn op reis.
Eigenlijk ben je een asielzoeker in een tentenkamp,
vreemdelingen en bijwoners, op weg naar het hemelse Jeruzalem.
Op weg naar de gouden stad, waar Jezus niet een tent voor ons opzet,
maar een kamer voor je klaarmaakt.
4 – En in dat alles, bij alles wat we in die levensreis tegenkomen,
zijn we afhankelijk van de Heilige Geest.
Want Johannes vertelt dat Jezus dat met het Water bedoelt.
Water, het is een levensbehoefte voor onderweg.
Onmisbaar, zeker als je een woestijnreis maakt.
Zo is ook de Heilige Geest een levensbehoefte,
zeker zolang als we nog hier op aarde rondtrekken.
En Jezus kondigt hier aan, dat als hij in majesteit is opgenomen,
na zijn hemelvaart dus, dat de Geest wordt uitgestort, uitgegoten.
Dan zullen stromen van levend water uit u, en uit mij komen,
als we drinken van het water dat Jezus geeft.
Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in
mij gelooft.
Het komt dus van binnenuit. God geeft het, als je Jezus’ woorden
indrinkt:
het verandert je van binnenuit.
En van de dingen die God je geeft, het goede nieuws, al zijn liefde,
dat kun je allemaal doorgeven. Het stroomt door.
Het beeld van stromend water dat Jezus gebruikt,
vinden we ook in Ezechiel 47.
Daar ziet de profeet in een visioen stromen water uit de Tempel komen.
De stroom zwelt aan, en de rivier wordt steeds breder en groter.
En het is echt levend water,
want het water uit de tempel maakt het vreselijk zoute water
van de Dode Zee weer vruchtbaar.
Zie je hoe Jezus stromen van dat levenbrengende water uitdeelt?
Hij staat daar op het tempelplein te leren,
stromen van kennis deelt hij uit aan de mensen.
En het is anders dan normaal, het is als lekker fris prikkelend water.
En kijk ook in vers 15, hoe verbaast de Joden opkijken
als ze zijn woorden indrinken:
Hoe weet hij dat allemaal, terwijl hij geen opleiding heeft gehad?
Jezus geeft door van wat hij van zijn vader heeft geleerd.
Ook Jezus is vol van de Geest, en waar het hart vol van is,
stroomt de mond van over.
5 – Een laatste ding nog. Want waar precies moet je dorst naar hebben?
Jezus zei dat in de bergrede:
Gelukkig ben je als je honger en dorst hebt naar gerechtigheid,
want dan zul je verzadigd worden.
Dus als Jezus zegt dat wie dorst heeft bij hem moet komen,
dan moet je ook echt dorst hebben.
Deze dorst is een tekort aan water, levend water,
een tekort aan Heilige Geest, een tekort aan gerechtigheid.
Juist als je droogstaat, als je leven dor en doods voelt;
als je geen vrucht draagt, juist dan kan God zijn water aan je kwijt.
Maar dan moet je wel erkennen dat je uit jezelf droog staat.
Dat je God zovaak niet lief hebt, niet het goede doet.
Dorst hebben naar gerechtigheid, kan alleen als je het zelf tekort
hebt.
Voordat de goedheid van God ons kan doorstromen,
hebben we eerst zelf de verandering van het levende water nodig.
Zonder dat zijn we bomen die geen vruchten dragen, dor en doods…
Maar als de Geest dan nieuw leven geeft, nou, dan bloeit ook alles op.
Als je Jezus’ water drinkt, leef je op. Zo kom je van een tekort,
dorst,
naar een enorm overschot, we stromen over, van top tot teen doordrenkt,
zodat rivieren uit je binnenste komen en je de liefde van God
doorgeeft.
Eerst kom je bij de bron, en daarna wordt je een bron.
Dan heb je geen dorst meer naar gerechtigheid, maar doe je zelf wat
recht is. Een rivier van levend water, die uit je binnenste stroomt.
God geeft zijn Geest aan ons, als broodnodig water voor onderweg.
God zorgt voor je. Met Loofhutten weet het volk weer,
herinnert het ze zich weer dat God zorgt voor eten en drinken
en een dak boven je hoofd.
Maar ook op het Tempelplein prikkelt Jezus je
om uit je comfort–zone te komen.
Heb je echt dorst, heb je een tekort; heb je mij wel nodig?
Daarom begint Jezus op Loofhuttenfeest te vertellen
over de Heilige Geest. Zo maakt hij je dorstig naar meer.
Dit vrolijke aspect hoort dus ook bij terugdenken aan je bevrijding.
Ook al hebben wij als nieuwtestamentische kerk geen Loofhuttenfeest,
vergeet niet om ook feestelijk stil te staan bij je bevrijding van de
zonde.
Sta zo af en toe erbij stil dat God met je leven meereist.
In goede en in kwade dagen, in rijkdom en in armoede.
Ga maar naar Jezus toe, met al je zorgen, met je tekorten,
ook met je zonden. Ga naar Jezus toe met je verlangens,
je dorst naar het goede leven met hem.
Hij geeft je levend water, hij giet je vol met de Geest,
de eerste levensbehoefte voor onze reis naar Jeruzalem.
[pak glas] Lechaim, op het nieuwe leven! Amen
online delen:
Pesach Loofhutten kamperen vakantie rust afhankelijkheid Heilige Geest wijn
Meer preken uit Johannes