Hand. 21 | link naar preektekst |
Agabus; geboeid luisteren
2015-10-04 mo Heerde |
Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Als je geld wil geven aan een goed doel,
hoe kies je dan? ZOA, Compassion, Open Doors?
En vindt God daar ook iets van?
Wat zou hij liever hebben:
een collecte voor evangelisatie, of voor bootvluchtelingen?
Een andere vraag: Als je op facebook een uitnodiging krijgt:
Ik ben gastgezin voor een vluchteling, klik je dan op ja?
Stap je in een vliegtuig en ga je helpen?
Als er een Syrische vluchteling aanbelt,
wil God dan dat ik hm in huis neem?
Ik ga nog even door met andere vragen stellen.
Wat zegt de bijbel, over hoe ik mijn tijd verdeelt
tussen werk, gezin en kerk?
Hoe weet ik wanneer ik nee moet zeggen, of toch ja.
Moet ik biologisch, vegetarisch, lokaal, verantwoord,
en eten voor een eerlijke prijs kopen? – Wat vraag God nu van me?
Het is misschien een beetje flauw, maar ik ga geen antwoorden geven.
Maar ik heb ze toch gesteld om het gevoel wakker te roepen,
dat we allemaal wel eens vragen hebben.
Soms zou je willen dat de bijbel, of de preek, wat praktischer was.
Misschien zou je willen dat er een briefje uit de hemel komt,
met concrete antwoorden, op vragen van vandaag.
al was het maar een richting, iets.
– Nu hebben we broeders en zusters in de gemeente,
die zullen zeggen: het staat in de bijbel.
Daar staan de antwoorden. En zo is het.
Ja, tenminste, ik geloof dat God me richting wil geven,
het goede leven heeft uitgetekent.
En ook bijstuurt als het nodig is.
In de bijbel vind ik de vastigheid, alles wat ik nodig heb.
Daarmee wil God me enthousiast maken,
me opvoeden, me laten groeien, in het maken van de goede keuze.
Of in het beeld wat de Bijbel gebruikt: Het gaan van de goede weg.
Nu hebben we broeders en zusters in de gemeente zitten,
die zeggen: laten we bidden, de Geest zal ons leiden.
En dan groeit een gevoel, een idee,
ja ik denk dat het zo moet zijn.
En zo is het ook.
Ik geloof dat God richting geeft, ons stuurt door de Geest.
Dat hij vandaag wil spreken, als we horen.
Twee manieren, woord en geest, die ons de goeie weg op sturen.
En toch is daarmee niet alles gezegt.
Want de bijbel is soms schokkend concreet, en doen we het juist niet.
Je kent de voorbeelden: dat we heus wel ham eten,
al heeft God gezegd dat varken onrein is.
En als iemand op de sabbat werkt, brengen we hem niet ter dood,
terwijl de wet van Mozes dat wel voorschreef Ex 31:15.
Nu zijn dit voorbeelden uit het oude testament,
maar het is in het nieuwe niet anders.
Jezus zegt dat je je andere wang moet toekeren,
ik denk niet dat wij dat ooit hebben gedaan.
Of als ik in een winkel wordt afgezet, of benadeeld,
dan ga ik echt geen extra fooi geven, maar dat is wel wat betekent
als iemand je mantel opeist dat je hm ook je hemd geeft.
We geloven dat Gods woord duidelijk is,
maar datzelfde woord van God verstaan we verschillend.
En dat kan soms ontzettend verwarrend zijn.
Hoe moet ik eigenlijk luisteren?
Ik wil wel horen naar het Woord van God, maar hoe doe ik dat eigenlijk?
En hoe moet ik omgaan met verschillen in verstaan.
over dat laatste gaat het vanmorgen.
– Deze morgen wil ik stilstaan bij de profeet Agabus.
Ik weet niet of u hem kent,
maar hij komt twee keer voor in het boek Handelingen.
Een profeet in het Nieuwe Testament is meer
dan een toekomstvoorspeller.
Net als in het Oude Testament zijn profeten de mond van God.
Ze laten zijn woorden horen: Zo zegt de Here.
Profeten zijn mensen die de tijd snappen,
die aanvoelen wat God nu, voor deze mensen, voor dit moment wil zeggen.
Mensen die de samenleving begrijpen, gevaren en ook kansen zien,
en dan zeggen: Dit zegt de Heer.
De profeet Agabus komen we voor het eerst tegen in Handelingen 11.
In diezelfde tijd kwamen er vanuit Jeruzalem profeten naar
Antiochië.
Een van hen, die Agabus heette, voorspelde door de Geest
dat de wereld door een grote hongersnood zou worden getroffen,
iets dat tijdens de regering van Claudius inderdaad gebeurd is.
De leerlingen besloten dat de broeders en zusters in Judea ondersteund
moesten worden. Ze droegen elk naar vermogen bij en lieten hun gift door
Barnabas en Saulus naar de oudsten brengen. Hand 11:27-30
Dit is helemaal aan het begin van Paulus loopbaan.
Een hele concrete profetie, en een gemeente die denkt:
daar moeten we wat mee.
Vanuit Antiochie beginnen ze met een voedselactie,
en die pakketten sturen ze naar de gemeentes rondom Jeruzalem.
Prachtig: Barnabas en Saulus doen dat.
Deze Agabus, is dus een betrouwbare profeet.
Niet een kletser, of een dromer.
Iemand die graag met grote en gewichtige woorden belangrijk wil doen.
De Geest is zo veel aan het werk, deelt zoveel gaven uit;
er waren ook mensen die dachten: dat wil ik ook.
En die deden alsof. Dat zien we de bijbel door:
mensen die wel zeggen, zo zegt de Here,
maar waar God van zegt, Nee, die heb ik niet gestuurd…
Profetie in het Nieuwe Testament moet je toetsen.
En komt het uit, ja dan weet je dat het een woord van God was.
Agabus voorspelde een hongersnood,
die ook gekomen is, toen Claudius keizer was.
Agabus is geslaagd voor de profetentest.
Ook later zie je dat Paulus hier van geleerd heeft.
In een toespraak bijna aan het eind van zijn leven zegt Paulus,
tegen mensen in Jeruzalem:
Na verscheidene jaren ben ik naar Jeruzalem gekomen
om giften te brengen voor mijn volk en offers op te dragen. Hand 24:17
Paulus is niet maar 1 keer met een collecte naar Jeruzalem gegaan,
Nee – later ook nog weer.
En in veel brieven die hij geschreven heeft, noemt Paulus een collecte,
voor de heiligen in Jeruzalem:
Uit eigen beweging hebben ze ons dringend verzocht mee te mogen
doen aan de collecte, waarmee de heiligen in Jeruzalem zullen worden
ondersteund. 2Kor 8:4
En ook in de brief naar Rome:
Nu sta ik echter op het punt naar Jeruzalem te gaan om de
heiligen daar bijstand te verlenen, want Macedonië en Achaje hebben voor
de armen onder hen een collecte gehouden. Rom 15:25,26
Paulus heeft echt geluisterd en geleerd van de profeet Agabus.
Het begon met een concrete noodzaak, de hongersnood,
maar ze leerden ervan, dat het goed is om diaconaal om te zien,
naar de plaats waar het allemaal begon: Jeruzalem.
De heidense kerken blijven verbonden, met de joodse christenen.
– In onze tekst, Handelingen 21, is Paulus op weg naar Jeruzalem.
Hij heeft de collecte waar het in de twee brieven over ging nu bij
zich.
Net als in de begintijd.
Paulus, weer op weg naar Jeruzalem. Maar daar is iets mee.
In Handelingen 21 lijkt het net
alsof de Geest ook alle registers open trekt: Overal zie je profeten.
En hoor je van leerlingen, die vol van de Geest, zeggen:
Paulus, ga niet naar Jeruzalem.
Vers 4: Paulus maakt een tussenstop in Tyrus,
7 dagen blijft hij met zijn reisgezelschap daar.
Geïnspireerd door de Geest zeiden ze tegen Paulus
dat hij niet moest doorreizen naar Jeruzalem. Hand 21:4b
En ook al eerder, hadden leerlingen tegen Paulus gezegd:
Ga niet. Het is gevaarlijk. Kijk uit.
Vers 8, ze komen aan in Caesarea, daar woonde Filippus,
een van de 7 wijze mannen waar ook Stefanus bij hoorde.
Stefanus, die man waar Paulus voor zijn bekering bij had gezeten,
toen hij gestenigd werd.
Filippus had het goede nieuws vertelt.
En nu woont en werkt hij in Caesarea.
Hij heeft inmiddels 4 dochters gekregen. Profetessen.
Meiden, ongetrouwd, die het lef hadden om te zeggen: Zo zegt de Here.
Ze hadden de gave van profetie.
Vrouwen die woorden namens God spreken.
En dan komt in vers 10 Agabus weer.
Vanuit Jeruzalem is hij naar Caesarea gekomen.
Die betrouwbare profeet. Die geslaagd was voor de test.
De man die woorden spreekt: Zo zegt de Here.
Precies op die manier begint Agabus zijn profetie:
Dit zegt de heilige Geest
Het begin? eigenlijk was Agabus al begonnen met een toneelstukje.
Een klein stuk drama in de bijbel.
Agabus pakte de riem van Paulus af,
bond zichzelf daarmee vast, en dan zegt hij:
Dit zegt de heilige Geest:
“Zo zal de man van wie deze gordel is, worden vastgebonden door
de Joden in Jeruzalem, die hem aan de heidenen zullen
uitleveren.”
We hebben als jaarthema Horen,
en als je denkt aan profeten gaat het over luisteren met je oren.
Maar God zet natuurlijk alle zintuigen in.
We kunnen hem ook verstaan, met onze ogen,
Agabus, en ook Jeremia en Ezechiel moesten dingen doen,
die de mensen zouden zien.
Een toneelstuk, drama, mime, welk woord je er aan geeft.
God gebruikt zoveel middelen om gehoord te worden.
Al die profeten, al die mensen vol van de Geest.
Allemaal zeggen ze: Paulus, ga niet naar Jeruzalem.
Ook bijbelschrijver Lucas heeft dat tegen hem gezegd.
Hij reisde stukken met Paulus mee.
En net als Agabus, is ook Lucas echt wel een betrouwbare bron,
iemand die geinspireerd is door de Geest,
die echt wel weet hoe je naar God moet horen.
Ook hij zei: Doe het niet, ga niet. In vers 14 kun je dat zien;
Omdat hij, Paulus, zich niet liet overreden,
deden wij,
(dat zijn dus alle mensen er om heen, ook Lucas de schrijver,)
deden wij er het zwijgen toe.
– Wilde Paulus niet luisteren?
Ging hij toch, hoewel de Geest zo duidelijk had gezegd
wat hem te wachten stond?
Nouja, daar gaat het dus precies om.
Wat heeft de Geest gezegd? En hoe gaven mensen het door?
De Geest liet Paulus weten, dat hij gevangen genomen zou worden,
En de Heilige Geest spreekt zichzelf natuurlijk niet tegen.
Als hij dingen laat zien van het plan van God,
dan klopt dat met elkaar. Hij is betrouwbaar.
Hij laat vergelijkbare dingen zien en horen, aan de profeten.
Maar die profeten, die interpreteren het als:
Paulus, Ga niet! Anders wordt je gevangen genomen.
Terwijl Paulus, van dezelfde Geest, met hetzelfde plan,
al had gehoord dat het zo gebeuren moest.
Paulus was juist gemotiveerd, door diezelfde Geest om wel te gaan.
Eerder had hij namelijk al gezegt:
Nu ben ik op weg naar Jeruzalem, gedreven door de Geest,
zonder te weten wat me daar te wachten staat,
behalve dan dat de heilige Geest me in iedere stad verzekert
dat gevangenschap en vervolging mijn deel zullen zijn. Hand 20:22-23
Paulus was gedreven door de Geest.
De oude vertaling heeft gebonden, vastgebonden door de Geest.
precies zoals Agabus een vastgebonden Paulus had nagespeeld.
Geboeid luisteren naar God.
– Paulus is niet ongehoorzaam als hij niet naar Agabus luistert.
Want Paulus heeft goed verstaan wat God met hem wil.
hij zegt zelfs: maak me ook niet verdrietig,
probeer me niet op andere gedachte te brengen,
als het moet, wil ik sterven, om de Naam van Jezus.
En wat nu zo bijzonder is, aan al die mensen,
aan al die geïnspireerde profeten,
Ook bijbelschrijver Lukas, de 4 dochters van Filipus,
al die mensen die dachten Gods woord te zeggen als ze waarschuwen,
ga niet! – al die mensen zeggen uiteindelijk:
OK Paulus, laat het gebeuren zoals de Here wil.
Dan geloof je de bijbel aan je kant te hebben,
in alle eerbied te luisteren naar woord en Geest.
En dan het geloof hebben: niet wat ik denk,
niet wat ik verstaan heb,
niet hoe ik denk dat het plan van God loopt,
maar zoals de Heer het wil.
Maar Paulus net zo goed. Ook hij loopt niet met zijn gelijk te drammen,
zo van: ik heb het goed van de Geest gehoord,
jullie zitten verkeerd, jullie zakken voor de profetentest.
jullie zijn valse profeten. Nee.
En voor allebei heb je een groot geloof nodig. – Het vertrouwen in God.
Dat inderdaad gebeurt wat God wil.
Dat hij heus wel zijn plan laat gebeuren.
Dat hij heus wel spreekt tot die ander,
waarvan jij soms denk: kon hij maar beter horen.
Je zorgen maken, bang zijn dat de ander verkeerd zit,
soms is het gewoon ongeloof, een tekort aan vertrouwen in God.
niet de minste willen zijn, en zeggen,
nou, misschien zit ik verkeerd,
maar ik vertrouw op God.
Laat gebeuren wat hij wil.
– Het is van alle tijden dat we vragen hebben.
En dan zoeken we naar antwoorden.
Zou je willen dat er een briefje uit de hemel kwam.
Soms horen we de stem van God.
Vinden we in de bijbel een weg.
Maar net zo makkelijk denken we Gods weg te volgen,
terwijl we eigenlijk onze wensen projecteren.
Hoe makkelijk zeggen we niet: dit is wat God wil,
terwijl we eigenlijk bedoelen. Mijn wil geschiedde.
Onze kerkgeschiedenis laat dit zien,
en soms is het gewoon om je te schamen.
In de tijd van afschaffing van de slavernij,
deden slaafeigenaren juist een beroep op de Bijbel:
De zonen van Cham waren toch door God vervloekt?
Dat staat in de bijbel.
Jezus volgen betekent dat je jezelf, (en niet de ander)
kritisch durft te bevragen, en niet vertrouwt op je eigen oren.
Alsof ik de enige ben die God goed verstaat.
Alsof ik de enige ben die de bijbel kan lezen.
Echt horen, doe je samen.
Gelukkig komen we soms tot andere inzichten.
Mogen we leren en groeien, in het maken van de goede keuze.
Maar nog gelukkiger ben ik als we ons verbonden weten,
met eeuwen terug, en samen proberen we God te verstaan.
Want het is van alle tijden om vragen te hebben.
En net als toen, zoeken we de stem van God;
vinden we in de bijbel de weg.
Vaak is die weg ook al lang gevonden, die smalle weg.
En soms is het die moeilijke weg, die zegt:
ik ben bereid te sterven voor de Naam.
Soms geven we andere antwoorden, omdat onze tijd andere vragen stelt.
Misschien wordt u daar bang van, onzeker of we het goed hebben
verstaan.
En dan komt het aan op geloof,
op het vertrouwen dat we echt niet verdwalen.
Het geloof van Agabus, en die profetessen,
die de stem van God hoorden,
en niet wilde dat ze Paulus zouden kwijtraken.
Maar hoorden wat ze niet wilde: ik ben bereid te sterven voor de Naam.
Soms geven we andere antwoorden, omdat onze tijd andere vragen stelt.
Maar zeg in ieder geval niet:
over 10 jaar moet ik er toch op terugkomen,
dus laten we nu maar dit of dat zeggen.
Wie ergens van overtuigd is gaat opzoek naar wat de Heer daar over zeg.
Wordt profeet en durf te zeggen: zo zegt de Heer.
En wees zo vol vertrouwen om met maar een eigenwijze Paulus tegenover je
te zeggen, Ok, dan niet, laat we wil van de Heer gebeuren.
Want uiteindelijk komt die weg bij God uit.
Dat is niet de brede weg, recht toe, recht aan,
maar smal, en het is soms zoeken. Maar geloof dan dit:
Het is de wil van de Heer dat we allemaal die weg gaan.
Achter Jezus aan. Bereid de minste te zijn.
Laat dan maar gebeuren wat hij wil. Amen
online delen:
Jaarthema Horen hermeneutiek Heilige Geest Dochters van Filippus
Meer preken uit Handelingen van de Apostelen