Mededelingen KR Kaars Adventslied: LvK 126:1 (Verwacht de komst des Heren) (staand) Votum en groet Ps 80: 1,5,8,10 (zittend) Gebed Formulier 1 - instelling - jezelf toetsen - uitnodiging en terugwijzing (= wet) LvK 126:2 (kinderen naar KBC) - Bemoediging - Christus gedenken - Onderwijs - Eenheid met Christus en zijn broeders en zusters LvK 126:3 Lezen Lukas 22:14-20 Preek Gebed (uit formulier 1) zingen: GZ 179a Viering Avondmaal zingen bij aangaan tafel 1: GK 57:1 Brood en Beker lezen aan tafel: Hebr 10:5-10 meditatie zingen GK 57:2 (bij naspel wisselen tafels) aangaan tafel 2 Brood en Beker lezen aan tafel: Hebr 10:19-25 meditatie zingen GK 57:3 Gebed (Dankzegging (2) en Voorbede) Collecte Kinderen terug, vertellen wat ze gedaan hebben Zingen GK 79: 1,2,6 Zegen

Geliefde gemeente van Christus.

Jezus heeft enorm naar dit moment verlangt.
Hij wist wat er aan zat te komen,
wist dat hij zou gaan sterven,
toch heeft hij uitgekeken naar dit moment met zijn leerlingen.

De afgelopen drie jaar hebben ze samen opgetrokken,
ze hebben vaker met elkaar gegeten,
de dag doorgenomen, het leven gedeeld, en brood gebroken,
ze hebben elkaar vaker de wijn doorgegeven.
Maar naar deze keer heeft Jezus uitgekeken.
Ze hebben misschien in de afgelopen 3 jaar vaker pesach geviert,
maar deze keer is bijzonder.
Het is voorlopig de laatste keer.
Een laatste keer terugkijken naar de bevrijding uit Egypte,
Feestvieren omdat de bevrijder zich aan je verbond.
Een laatste keer terugkijken naar Egypte,
voordat alles in een nieuw perspectief komt.

Dan neemt Jezus het brood,
hij zegent het, dat is wat er gebeurt bij het gebed,
hij breekt het brood, en hij deelt het uit.

4 woorden, nemen, zegenen, breken, delen.
Het is het levensverhaal van Jezus zelf.
Want hij is dat brood: dit is mijn lichaam, zegt hij.
4 woorden: Nemen. God nam hem in dienst,
hij koos Jezus uit, jij bent mijn Zoon.
Jezus was gestuurd met een taak, een taak die hij op zich nam.
Hij was de uitverkoren knecht, in dienst genomen door God.

En God zegende dat.
Denk maar aan wat Vader tegen Jezus zegt als hij gedoopt wordt.
Dit is mijn zoon, mijn geliefde, in hem heb ik behagen.
God de Vader spreekt een dankgebed uit.

Maar dan breekt God zijn Zoon.
Jezus vergaat, en verkruimelt,
Als een tak die afknakt in de wind van Gods woede.
een bloem die zijn kop laat hangen;
hij breekt aan het kruis.

Maar als de graankorrel gezaaid is,
als het zaad is gebroken, dan breekt er wat open.
Zo komt Gods genade vrij, en verdeelt zich over de mensen.


4 woorden, nemen, zegenen, breken, delen.
Jezus doet het met het brood,
en het is zijn levensverhaal.
Want over dat brood zegt hij: Dit is mijn lichaam.
Jezus heeft verlangd naar dit moment
om dit intiem met zijn leerlingen te delen.

Hij deelt zichzelf uit, daar aan tafel.
En terwijl hij dat doet, komt hij bij jou binnen.
dat is wat Paulus bedoelt met de bekende woorden:1Kor.10:16v
Maakt het brood dat wij breken ons niet één met het lichaam van Christus?
Omdat het één brood is zijn wij, hoewel met velen,
één lichaam, want wij hebben allen deel aan dat ene brood.

Wij worden een stukje van dat Brood.
We nemen Jezus aan, we nemen Hem zelf in ons op.
We nemen, eten, gedenken, en geloven.
En van binnenuit worden we verandert.
In je buik wordt dat brood in stukjes afgebroken.
maakt er de bouwstenen van.
We eten van de hoeksteen, en we krijgen hemelse energie.
Want hier aan tafel ontdek je dat die 4 woorden van Jezus’ levensverhaal,
nemen, zegenen, breken en delen, ook voor u gelden.

God heeft u gekozen, genomen, uitverkoren.
God wil jou erbij hebben, dit is mijn verbond, met jou, voor jou.
God nam je aan.
En dan hoor je die woorden van Vader:
ook jij bent mijn geliefd kind: Mijn zoon, mijn dochter.
God de vader spreekt een dankgebed uit over u.
En met kerst zal hij uitleggen waarom:
Hij heeft nu eenmaal in mensen een welbehagen.

En als je weet, dat God ons heeft uitgekozen, bij de hand genomen,
en dat hij je zegent, en zo innig liefheeft,
dan maakt dat ons hart bereidt om te breken.
Om met Christus af te laten sterven wat niet goed is.
Daar is de zelfbeproeving voor, daar is de wet voor.
Om je te breken, en te laten voelen dat het schuurt,
dat het niet vanzelf gaat.
Dit brood is geen licht tussendoortje.
Gebroken worden licht soms zwaar op de maag.
Als je beter niet met een molensteen de zee ingeworpen wil worden,
laat je leven dan als de graankorrel door de molensteen breken.
Scheidt het kaf van koren, doe weg wat niet deugt.
Jezus verlangt hevig naar dit moment, nu met u en met mij,
omdat onze echte liefde voor hem zichtbaar wordt.

Maar genade is niet dat we vergaan, dat er niets overblijft,
– wie om een brood vraagt, krijgt geen molensteen –
Maar genade is juist dat God zichzelf deelt,
En dat er dan vruchten komen.
En dat worden er steeds meer.
Want genade is deelbaar.
Oneindig breekbaar in de handen van de Heer,
maar zo wordt het meer.
En delen wij ons veranderde hart met anderen.
– Even tussendoor, dat wordt zichtbaar in kleine dingen in de liturgie.
Dat is waarom aan tafel een collecte gehouden wordt.
Niet om genade te kopen, of omdat God contributie vraagt,
nee, omdat mensen die gegeten hebben,
van het brood dat Jezus uitdeelt, willen delen.
Het hoeft niet, maar dit kun je zichtbaar maken
door te geven nadat je gegeten hebt.

— Jezus verlangde naar dit moment,
de instelling van het avondmaal,
deze keer pesach was bijzonder.
Het is voorlopig de laatste keer.
De kerk, heeft dat moment sindsdien keer op keer herdacht.
Eerst Petrus en Paulus, christenen in Rome en Korinte,
en omdat genade zo deelbaar is,
gaat dat de hele wereld over.
vieren we het nu op zoveel plaatsen.

Zo vieren we het, totdat hij komt.
O wat verlangt hij ernaar om weer met ons
van de vrucht van de wijnstok te drinken.
Om te oogsten hoe Jezus’ verlangen zich heeft vermeerderd.
Hoe wij onze gebroken levens nu met een ander delen.
Die dag, een eeuwig intiem moment, met al zijn leerlingen.

Amen



Meditatie bij Hebr 10:5–10

Vers 5 begint met een citaat uit Psalm 40.
Het is een hele diepe manier van bijbellezen.
De vroege kerk las psalmen, alsof Jezus ze bad,
en daar wordt het profetie van.
Zo leer je iets over God. Iets schitterend moois.
Hebreeen legt dat uit.

Jezus neemt deze psalm op zijn lippen.
Hij zegt tegen God: hier ben ik.
Ik weet dat U mij in dienst heeft genomen,
zegen dat, en breek mij nu maar.
En daarna kon de kerk breken met de tempeloffers.
Want er is een nieuw verbond gekomen.

Het begin van psalm 40 gaat over verlangen.
Het begint met de woorden:
Vol verlangen heb ik op de Heer gewacht.
Precies dat verlangen dat Jezus had om met zijn vrienden,
voor het eerst dat nieuwe verbond in te klinken,
om die overgang van oud naar nieuw te markeren.
Dat verlangen mag in jou groeien, dat voeden we hier aan tafel
om steeds dichter naar Jezus toe te trekken,
van binnenuit naar hem toe te veranderen.

Dat verlangen heeft Jezus nu op dit moment,
waar hij zo verlangt om met ons te eten en te drinken,
in het koninkrijk van God.

We zitten niet aan tafel om te bewijzen dat we heilig zijn,
alsof we zelf wel even dat koninkrijk binnen wandelen.
Ik sta hier, hopeloos verslaafd aan zonde.
En dat voelen we allemaal wel eens,
dat het echt zo heftig is,
dat Jezus in mijn plaats moest lijden en sterven.
Toch zei hij: Hier ben ik, om uw wil te doen.
Jezus schrok er niet voor weg.

De wil van Christus is groter, en moet zwaarder wegen,
dan wat ik van mijn zonde weet.
Op grond van die wil zijn wij voor eens en altijd geheiligd,
door het offer van het lichaam van Jezus Christus.

Dus ook al voel je de ernst van dit moment,
dit wordt een ongekend groot feest.
Ja, hij heeft je daarvoor uitgekozen, en met liefde gezegend.
Ja, hij heeft ons gebroken, zodat we breken met zonde,
en geheeld ons nieuwe leven delen met elkaar.

We zingen Gz 57:2 en daarna mag u van tafel.



Meditatie bij Hebr 10:19–25

Het verhaal van Jezus was dat hij was gekozen door God,
gezegend, door God. Gebroken door God, en gedeeld.

Hij deelt zichzelf uit, en hij verlangd er naar dat te doen.
Als we dan hier hebben geproeft,
met onze eigen ogen hebben gezien,
dan laat dat ons verlangen naar hem ook groeien.

Hebreeen zegt dat we nu ook niet meer bang hoeven zijn.
Niet met schroom, niet met schaamte, of schuldgevoel,
We hebben God toch aan onze kant staan?

Met avondmaal voedt je dat geloof, dat vertrouwen, totdat hij komt.
Maar als je merkt dat dat moment steeds dichterbij komt,
naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen,
moeten we meer met elkaar delen.
Als je samenkomt, leest, jezelf voedt.
Deel daar ook van met elkaar.

Wie ontdekt heeft, dat bij Jezus aan tafel die intieme band versterkt wordt,
wil ook met elkaar delen.
Laten we elkaar blijven opzoeken,
luisteren met open oren en open harten,
opmerkzaam blijven naar elkaar toe,
en elkaar bemoedigen. Totdat hij komt.

We dat elkaar ook toezingen met Gz 57:3
daarna mag u van tafel.


online delen:

tag H.Nouwen graan molensteen

Meer preken uit Lucas