Rom. 16 | link naar preektekst |
M/V en Ambt
PowerPoint beschikbaar | 2016-06-19 mo Heerde 2017-06-25 mi Zeewolde |
Zusters en broeders, geliefd door onze Heer Jezus,
Was dit nu zo’n hoofdstuk dat je liever oversloeg?
Een boel moeilijke namen, en niet zoveel inhoud, zo lijkt het.
Vooral groeten. Ja, de groeten! het is wel best.
Toch heb ik dit hoofdstuk uitgekozen.
En wel omdat ik denk dat we het moeten hebben
over mannen en vrouwen in het kerkenwerk.
Omdat er tussen de regels door een heleboel te leren valt,
over hoe de kerk er uit zag in deze vroege jaren.
En, omdat die arme Paulus,
die blijkbaar bekend staat als vrouw–onvriendelijk,
hier toch een boel vrouwen aanbeveelt. En goede dingen zegt.
We gaan het dus hebben over vrouwen en ambten.
En laat me vooraf zeggen: dat vind ik echt een lastig onderwerp.
– Allereerst, ik ben een man. ‘Moeten mannen’
Stel dat je als vrouw voelt dat je onrecht wordt aangedaan.
Ja, dat kan ik wel proberen te snappen,
maar echt mee–voelen, kan ik dat niet.
Ergens gaat het een beetje aan me voorbij.
En dan wil ik niet gevoelloos overkomen, alsof het me niets kan
schelen.
Vrouwen zouden dat als typisch mannengedrag van me kunnen denken.
Maar ik kan me niet voorstellen hoe het is,
als vrouw vandaag om iets niet te mogen,
minder betaald te krijgen voor hetzelfde werk,
misschien wel meer druk te ervaren om je te bewijzen.
En laten mannen ook erkennen dat we een tijd hebben gehad,
waarin vrouwen onderdrukt zijn, onrecht is aangedaan.
Moeten dan juist wij zeggen wat mag en wat niet?
– Wat het ook een moeilijk onderwerp maakt, Bijbel
duidelijk.1
is dat we met zijn allen naar de bijbel toe willen.
Zo hopen we toch duidelijkheid te krijgen?
Bij moeilijke vragen, zoeken we leiding van God.
We bidden, we zoeken, en we geloven dat God dan helpt.
Ja. Dat geloof ik echt, en ik wil ook dat we dat blijven geloven.
Maar in het debat over mannen en vrouwen,
is vaak de eerste stap om duidelijk te maken
dat de bijbel niet zo duidelijk is.
In de brieven waar Paulus zegt dat vrouwen moet zwijgen,
zegt hij even eerder, dat als vrouwen spreken,
dat ze dan hun hoofd moeten bedekken.
Dus ze mogen niet spreken, en ze mogen wel spreken. Hoe zit dat?
Nog een voorbeeld, kijk eens in vers 7 Junia, Rom16:7
Daar gaat het over Andronicus en Junia.
Dat lijkt wel heel bijzonder. Een vrouwelijke apostel!
En niet zomaar, het zijn apostelen die aanzien genieten.
Maar dat woordje Junia, een vrouwennaam,
kan volgens sommigen ook gelezen worden als Junias, een mannennaam.
En het vervolg kan ook anders vertaald worden.
Dan zijn het niet zelf apostelen, maar dan staan deze 2
in aanzien bij de apostelen. Kijk maar naar deze andere vertaling:
De Herziene Statenvertaling heeft: Rom 16:7 HVS
Groet Andronicus en Junias, mijn familieleden en mijn
medegevangenen,
die in aanzien zijn bij de apostelen,
die al eerder dan ik in Christus waren.
En ook onze oude vertaling, uit 1951 had zoiets.
Dus is de bijbel dan duidelijk? Duidelijk.2
Ik kan wel uitleggen om welke technische redenen,
ik voor het een of ander kies.
Maar er zijn anderen die om andere technische redenen
kiezen voor het tegenoverstelde.
Ik kan uit mijn boekenkast zowel de argumenten voor, als tegen halen.
En helpt dit dan ons gesprek over mannen en vrouwen in de kerk?
En ik kan ook wel vertellen dat uitleggers tussen de 13e en 19e
liever kiezen om de mannelijke Junias te lezen,
omdat ze zich niet kunnen voorstellen dat er een vrouwelijke apostel
was.
Maar hoe kiezen we dan? Wat heb je eraan?
Het laat in ieder geval zien dat je overtuigingen,
sturen wat je denkt dat er moet staan.
Maar dat is toch niet bijbellezen? Dat is toch niet horen?
Nouja, zo werkt het wel. Je ziet sneller wat je verwacht te zien;
Als je gefocust naar een film kijkt,
let je niet zo snel op een subtiel veranderende achtergrond.
Als je je oren spitst op een bepaald geluid,
dan hoor je dat sneller, dan wanneer je dat niet doet.
Verwachtingspatronen, beïnvloeden wat je daadwerkelijk waarneemt.
We lezen vaak, wat we denken dat er staat, of zou moeten staan.
En wat hier met Junia in het klein gebeurt, gebeurt op meer plaatsen;
Welke teksten kies je wel, en welke niet?
Of nog scherper: als je een tekst die je niet uitkomt, kunt weerleggen
met een of andere reden, dat maakt het dat verdraaid makkelijk
om wat je niet leuk vindt, buitenspel te zetten.
Maar kunnen we dan nog eigenlijk wel echt luisteren?
Hoe weet ik zeker de ik gehoorzaam ben aan God,
en niet de bijbel laat zeggen wat ik zelf fijn vindt om te horen?
Ik zou het echt heel erg vinden als mensen
aan deze gesprekken over de bijbel overhouden:
nah, het maakt niet uit, het is niet duidelijk, dus kies maar wat.
Dat is niet wat ik geloven wil van de Bijbel.
We willen echt luisteren, echt horen.
Onze vaders, en hun voorgangers hebben dat gedaan,
en ook wij willen echt horen. Ook daar ging het Jaarthema om.
Maar daarbij worden we nu eenmaal beïnvloed;
Duidelijk.3
dat is niet goed en ook niet slecht, dat is gewoon hoe het is.
Je kunt het bijbeluitleggers ook niet kwalijk nemen,
als ze niet verwachten dat Junia een vrouwelijke Apostel is.
Maar als je van jezelf weet dat je beïnvloed bent,
maakt je dat voorzichtig.
We willen horen, goed luisteren naar God,
en misschien verstaan we dan een stukje verkeerd.
Dus hoor je bescheiden te zijn en er voor oppassen om te zeggen, zo zit
het.
Bij alles wat we zeggen, en echt niet alleen over vrouwen in ambten,
moeten we bescheiden zijn.
– Bescheiden – maar dan wel zonder je vrijmoedigheid te verliezen.
Je mag best ergens voor staan, van overtuigd zijn.
maar dan niet zo zelfgenoegzaam
dat alle anderen het dan wel fout zullen hebben,
alsof je de eerste bent, die ontdekt wat God te zeggen heeft.
Maak gerust je punt, maar dan niet op een manier die verdeeldheid
zaait:
Paulus zegt:Rom 16:17–18
Ik spoor je aan om op te passen voor wie tweedracht zaaien,
en anderen in de weg staan,
die daarmee ingaan tegen alles wat u hebt geleerd.
Ze dienen niet Christus onze Heer, maar hun eigen wil.
Met welluidende woorden, met mooie praatjes,
is het verhaal van God te vervormen.
Soms gaan de woorden van God in, tegen wat je wil.
Strijk dus niet alles weg, wat je niet aanstaat,
parkeer wat jeukt en tegen je gevoel ingaat
niet te snel als cultuurgebonden.
Bij alles wat je zegt en vindt, wees bescheiden,
zo dien je de vrede en voorkomen we tweedracht.
… Maar makkelijk is dit niet.
– Nog een 3e factor die een gesprek vanuit de bijbel,
over onze ambten moeilijk maakt, Ambten.1
is dat het niet zo 1–2–3 op elkaar te leggen is.
Paulus spreekt over opzieners; (zijn dat eigenlijk geen bisschoppen,
of regiopredikanten zoals de pkn ze noemt), en oudsten en diakenen.
Met de bevestiging van de nieuwe ambtsdragers
heb ik het gehad over het ambt van weduwe. (link)
Paulus noemt ergens een rijtje taken: Ef 4:11,12a
En hij is het die apostelen heeft aangesteld,
en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren,
om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst.
Hier staan niet onze ambten bij,
Nouja, de woorden tot zijn dienst, is het het woord
diaken.
Dat is wat diaken namelijk betekent. Dienaar, helper.
Apostelen hebben we vandaag niet meer.
Profeten wel denk ik,
al zijn we niet zo gewend dat zo te noemen.
Bij profeten zie je trouwens dat dat ambt wel open is.
Handelingen vertelt ergens dat Filippus,
een van die 7 wijze mannen die verkozen waren,
niet als diakenen, maar wel als dienaars, helpers,
dat hij 4 ongetrouwde dochters had, die profetessen waren.
Geen probleem.
Apostel, profeet, evangelist, herder, leraar.
5 termen die we vandaag niet zo direct op verschillende taken
toepassen.
Van een predikant zeggen we, dat hij herder en leraar is.
Ik zie mezelf ook als een evangelie–verkondiger.
Maar dan toch wel gek, dat van deze 5 woorden,
er 2 vandaag niet zo duidelijk ambtelijk lijken te zijn,
apostel en profeet,
en dat de andere 3 op 1 ambt worden geplakt.
Wat het nieuwe testament over ambten zegt
lijkt niet helemaal, met hoe wij als gereformeerde kerken
het hebben ingericht.
– 3 vragen
Al met al 3 vragen, waarbij het antwoord niet in 1 zin is te geven.
3 vragen waar we bescheiden van worden.
Ik ga vanmorgen niet zeggen dat de ambten allemaal open moeten,
daar heb ik eerlijk gezegd niet de vrijmoedigheid toe.
Maar ik ga evenmin zeggen dat geen enkel ambt open mag,
Ik geloof dat de bijbel en de vroeger kerkgeschiedenis,
meer ruimte heeft dan wij nu hebben.
Het maakt me bescheiden.
En toch heb ik echt wel wat te bepreken. zwart
Want volgens mij mag ik wat moois vertellen
over mannen, en vooral over vrouwen, en boven alles over God.
Nu naar de tekst, want wat Paulus doet is best bijzonder.
Hij noemt een heleboel namen.
Paulus zit op dit moment in Korinte, op afstand schrijft hij.
Nouja, Tertius is degene die de brief heeft geschreven,
Paulus heeft hem gedicteerd. Vers 22.
Zo’n mooi persoonlijk detail,
wat helpt om iets van Paulus als mens te zien.
Niet de zware theologische woorden,
maar Paulus als netwerker, als mensen–mens.
Als iemand die verbindt, en zegt: die moet je groeten.
En die, en vergeet ook die niet.
Maar maak contact met elkaar. Kus.
In zijn werk als apostel ziet hij een boel mensen.
Hij maakt contact met veel mensen uit verschillende plaatsen.
En in zijn tijd is dat wel bijzonder, zoveel reizen.
Als je een nieuw persoon leert kennen,
dan kun je vandaag even zoeken wat voor een profiel hij of zij heeft.
Facebook, LinkedIn. Dat is hoe we ons vandaag presenteren.
Maar wilde je vroeger mensen voorstellen,
dan kreeg je een aanbevelingsbrief mee. Een referentie.
Dat is wat Paulus hier doet.
Zeggen: deze lui zijn betrouwbare mensen.
Goeie gasten, hardwerkende mannen, fantastische vrouwen.
Ga ze groeten, ga bij ze langs, houd contact met ze.
Groeten in die tijd is niet eenmalig, maar betekent:
ga ze regelmatig bezoeken, onderhoudt de verbinding, contact.
We hebben net al even gekeken naar Junia, die vrouw uit vers 7.
Paulus noemt in de verzen 1–16, 29 personen.
In deze lijst komen 10 vrouwen voor: 10 vrouwen
Febe, Prisca, Maria, Junia. Tryfena, Tryfosa en Persis.
De moeder van Rufus, Julia en de zus van Nereus.
De meesten met een naam, sommigen met een verhaal,
maar allemaal bij Paulus in beeld.
Vrouwen, erkent, om wie ze zijn, wat ze betekenen voor hem,
voor de kerk, en in dat alles: voor God.
Sommigen kent Paulus misschien niet,
anderen kent hij al wel een tijdje.
Zoals Priscilla en haar man Aquila.
Die had hij bijna 10 jaar eerder al leren kennen.
We lezen een paar stukjes uit Handelingen,
en daarin lezen we een stuk over een eerdere zendingsreis van Paulus,
Hij komt net uit de stad Athene, en gaat naar Korinte.
Hand 18:1–3
Na deze gebeurtenissen verliet hij Athene en ging naar Korinte.
2 Daar leerde hij Aquila kennen, een Jood uit Pontus, die kort daarvoor
met zijn vrouw Priscilla uit Italië was gekomen omdat Claudius had
bevolen dat alle Joden Rome moesten verlaten. Paulus bracht hun een
bezoek, 3 en omdat ze hetzelfde ambacht uitoefenden als hij – ze waren
leerbewerker van beroep – trok hij bij hen in en ging bij hen
werken.
Aquila was een Jood, iemand met hetzelfde beroep als Paulus.
Tentmaker of leerbewerker.
Zij kwamen uit Turkije, Pontus, maar waren in Rome komen werken.
Maar omdat er gedoe was in stad Rome met Joden,
heeft Keizer Claudius in het jaar 49 alle joden uit de stad verbannen.
Paulus komt dit echtpaar tegen in Korinte, en trekt bij ze in.
Hand 18:18–19
Nadat Paulus nog geruime tijd bij de leerlingen had
doorgebracht, nam hij afscheid en vertrok per schip naar Syrië, samen
met Priscilla en Aquila. Voor zijn vertrek had hij in Kenchreeën zijn
hoofd laten kaalscheren, omdat hij aan een gelofte gebonden was. 19 Ze
kwamen aan in Efeze, waar hij hen achterliet; zelf ging hij nog naar de
synagoge om met de Joden te spreken.
Paulus is klaar met zijn werk in Korinte en reist verder.
En weer valt de plaatsnaam Kenchreeën, onthoud die even voor zo meteen.
Paulus vertrekt uit Korinte.
Zijn gastheer en collega–tentenmaker Aquila gaat mee.
Maar is je ook opgevallen dat Lucas in dit verhaal
opeens de naam van vrouw Prisca,
of in een langere variant Priscilla, voorop zet?
Opeens schuift Lucas die vrouw naar voren. Zij krijgt de focus.
Paulus is op doorreis naar Jeruzalem omdat hij een gelofte heeft
gedaan,
En met dat duidelijk wordt dat Prisca en Aquila
niet alleen collega’s tentenmakers zijn,
maar ook collega in het goede nieuws zijn geworden,
staat opeens de vrouw Priscilla voorop.
Hand 18:24–26a
Intussen arriveerde er in Efeze een uit Alexandrië afkomstige
Jood, die Apollos heette. Hij was een ontwikkeld man, die goed onderlegd
was in de Schriften. 25 Hij had onderricht gekregen in de Weg van de
Heer en verkondigde geestdriftig de leer over Jezus, die hij zorgvuldig
uiteenzette, ook al was hij alleen bekend met de doop zoals Johannes die
had verricht. 26 In de synagoge begon hij nu vrijmoedig het woord te
voeren. Hand 18:26b–28
Toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen ze hem terzijde en
legden hem uit wat de Weg van God precies inhield. 27 Toen hij naar
Achaje wilde afreizen, moedigden de leerlingen hem aan en gaven hem een
brief mee voor de gemeenteleden met het verzoek hem gastvrij te
ontvangen. Na zijn aankomst bleek hij door Gods genade een grote steun
te zijn voor de gelovigen, 28 want hij slaagde erin de Joden in het
openbaar in het ongelijk te stellen door op grond van de Schriften aan
te tonen dat Jezus de messias is.
Prachtig he? Komt er een geleerde bijbelbolleboos preken,
een ontwikkeld man, thuis in de schriften,
uit Alexandrië een filosofen–stad. Nou, dan heb je wat in huis!
Wordt hij na de dienst door 2 lieve mensen van de preekstoel geplukt.
Goed gepreekt he! En weet je ook wat de weg van God precies inhoudt?
– Priscilla voorop geeft bijbelgeleerde Apollos les.
Deze twee mensen, Prisca en Aquila, ze komen uit Turkije,
zijn in Rome geweest, toen in Korinte, en toen weer door naar Efeze,
Daar hebben ze Apollos les gegeven.
Het is geen probleem voor een vrouw
om een man te leren hoe hij moet preken.
En dit is die Apollos waar ze in de stad Korinte zo gek op waren.
Het is een goeie man!
Hier in Romeinen 16 zegt Paulus over dit inspirerende echtpaar:
met de vrouw voorop: Rom 16:3–5
ze zijn mijn medewerkers in de dienst aan Christus Jezus,
die voor mij hun leven op het spel hebben gezet.
Niet alleen ik ben hun dankbaar, maar ook alle gemeenten van de
heidenen.
Alle gemeenten van de heidenen is geen overdrijving.
In drie grote centra van het Romeinse rijk.
Eerst gevlucht naar Korinte, later door Paulus naar Efeze gestuurd,
en nu dus weer terug in Rome werkt deze vrouw, samen met haar man.
Paulus zegt: Groet ook de gemeente die bij hen in huis samenkomt.
Paulus doet dus een boel groeten.
Helemaal aan het eind van de brief.
In die tijd was er geen postbode, je drukte niet op een knop: verzend,
of kon aan groene en blauwe vinkjes zien dat de boodschap goed
overkomt.
Nee, dat moest anders.
Persoonlijk werden dit soort brieven door een koerier overgebracht.
Febe, de eerstgenoemde, uit vers 1,
is waarschijnlijk de bezorgster van deze brief.
Ze was een zuster uit Kenchreeën, kaart
dat is een van de havens van Korinte.
Paulus heeft deze brief daar geschreven,
en dan is het ook logisch dat hij uit die gemeente
een betrouwbaar iemand zoekt,
om dit super–verantwoordelijk werk te doen. Een vrouw dus.
ze is velen tot steun geweest, ook mij zegt Paulus over haar.
Ontvang haar in de naam van de Heer.Rom 16:2a
Die woorden hebben een bijzondere klank.
Want iemand ontvangen namens de Heer,
is hetzelfde als Jezus zelf ontvangen.
Als Jezus de 12 er op uit stuurt, of als hij later 72 leerlingen
er op uitstuurt zegt Jezus: Mat 10:40
Wie jullie ontvangt ontvangt mij,
en wie mij ontvangt ontvangt hem die mij gezonden heeft.
Dus: ontvang Febe, deze zuster, namens de Heer. Rom
16:1
Paulus schrijf dat ze in dienst staat van de gemeente in Kenchreeën.
Ik moet wat zeggen over dat in dienst–staan;
in het Grieks staat er Diaken. Febe is een “diaken”.
diaken
Een diaken is is een dienaar, een een hulptroep, een steun,
Ik grijp even terug op een opmerking die ik eerder maakte,
de structuur van ambten zoals wij die kennen,
is niet 1 op 1 toe te passen op het nieuwe testament.
Hier staat niet perse dat Febe een diacones, een ambtsdrager was.
Maar we zien hier wel dat het voor Paulus geen probleem is,
om de behulpzame Febe diaken te noemen.
Om haar voorop te zetten, in die hele rij aan groeten.
te prijzen om het werk dat ze in de kerk van Kenchreeën doet.
En zelfs te zeggen dat ze haar dienstbaar moeten zijn, 16:1 en 2
in wat ze in Rome van plan is te doen.
Tot slot. We hebben gekeken naar een hele rij groeten.
zwart
En het beeld wat hier ontstaat is niet dat vrouwen achtergesteld worden
in de manier waarop Paulus met ze samenwerkt.
Hij eert ze, en waardeert ze. Om de verantwoordelijkheden die ze
dragen.
Junia, die misschien wel apostel was,
Priscilla die samen met haar man les gaf aan bijbelkenner Apollos,
en die in 3 grote gemeentes van de jonge christelijke kerk,
zulk fundamenteel werk hebben gedaan.
En Febe – Paulus draagt de gemeente in Rome op om haar bij te staan,
en hij vertrouwt haar toe om misschien wel
de belangrijkste brief van de bijbel te verzenden.
Paulus is helemaal vrij van spanning,
het ongemak dat wij misschien hebben, hij heeft er geen last van.
Onbekommerd eert hij mannen en vrouwen door elkaar,
En het belangrijkste wat hij ons hier leert, is om elkaar te groeten.
Om in het gesprek dat wij moeten gaan voeren over mannen en vrouwen,
om echt contact te maken, en te onderhouden.
Groet elkaar met een heilige kus. Amen
online delen:
MV ambt Jaarthema Horen hermeneutiek Priscilla Febe Dochters van Filippus
Meer preken uit Romeinen