Votum en Groet NLB 280: 1-4 (De vreugde voert ons naar dit huis) Gebed Ps 106:1 Wet (SV Jezus + Rom 13:8-10, niet gebeamd, lees ik) Ps 106:3, 21 Lez: Openb 7:9-17 (voorlezer) Lez: BGT Lv 23:33-36; 39-43 (lees ik) Met kinderen een loofhut bouwen, dan KBC Lez: Zach 14 (voorlezer) Ps 3 (Levensliederen, 2 verzen) (ps3 cit in openb7?) Preek over Openb 7:9 en 10 -- tijdens preek lezen: 2 Kronieken 6:40-7:10 (voorlezer) Ps 118:1,9,10 Gebed Collecte NLB 280: 5-7 Zegen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Die mensen in het wit…
Nu we dit jaar bezig zijn met met veelkleurigheid,
is het mooi om te kijken naar Gods witwaspraktijk.
Wassen in het bloed van Jezus, en ze komen er stralend uit.
Geen normaal wasmiddel wat zo werkt. Het is een wonderproduct.
Je stopt het in iets roods, en komt er witter dan wit uit.

Ik overdrijf nu natuurlijk een beetje.
Johannes gebruikt beeldspraak. Maar het is wel wonderlijk…
Ik zou willen zeggen, dat is een blauwdruk hoe God werkt.
Het klopt niet, maar gebeurt toch.
Een wonder, al die mensen daar.
Allemaal zijn ze door dat bloed heen gegaan.

Die mensen die Johannes ziet; het is een ontelbare mensen–massa.
Niet te overzien, zoveel mensen als er gered zijn.
Uit alle landen, ze spreken alle talen,
verschillende volken van allemaal stammen.
Zoveel als er sterren aan de hemel staan,
Zo ontelbaar als het zand bij de zee.
De hele mensheid, die zo divers vertakt is:
daar allemaal samen in één kleur. Voor de ene God.
Ben je erbij, straks?!
Zie je het jezelf al roepen: Opb 7:10
De redding komt van onze God die op de troon zit. En van het lam!

— Dat lammetje
Het offerdier dat bij het Joodse paasfeest zo’n belangrijke rol heeft.
Jezus is dat lam, dat zichzelf opofferde.
Zo is hij door zijn grote verschrikking heen gegaan.
Maar het is niet het paasfeest, waar ik het over wil hebben.
– Een detail, dat dit gedeelte een heel bijzondere kleur geeft,
is dat al die mensen met palmtakken in hun hand staan.
Dat is een gebruik van het loofhuttenfeest.
Mozes had dat gezegd: Lv 23:40
De eerste dag moeten jullie mooie vruchten plukken
en takken afsnijden van dadelpalmen, loofbomen en beekwilgen.
Zeven dagen lang moeten jullie feestvieren
ten overstaan van de HEER, jullie God.

En Mozes legt daarna ook uit waarom ze dat moeten doen. Lv 23:42
Zeven dagen lang moeten jullie in hutten wonen,
elke geboren Israëliet moet in een loofhut wonen,
om jullie kinderen eraan te herinneren
dat ik de Israëlieten in hutten liet wonen
toen ik hen uit Egypte wegleidde.
Ik ben de HEER, jullie God.

Terugdenken dus aan de reis die het volk aan de hand van God maakte.
Van hem afhankelijk.
Je voelt het als je zo buiten kampeert iets beter:
hoe we alles van God krijgen.
Zoals het volk in de woestijn de hand moest ophouden:
als het ging om eten en drinken.
En hij was een schaduwrijke wolk tegen de zon,
een waakvlam in de nacht; een vuur waar je je aan warmt.
In mijn lekke tentje zou ik vooral hopen dat het droog bleef,
maar het leert me ook om onderdak te zoeken bij Hem.
Dit feest is bedoelt om de bevrijding weer herinneren.
In je tentje, door dat lekke dak naar de sterren kijken,
je verwonderen over wat God belooft, om het ontelbare te tellen.
We vieren hoe we de afgelopen oogst afhankelijk waren van God.
En nu dat klaar is, hoort er bij deze week kamperen
een ontspannen en feestelijk vakantiegevoel.


— Bij de grote Joodse feesten worden psalmen gezongen. afb. lulav
En dan in het bijzonder de psalmen 113–118.
Er is een Joods gebruik om bij bepaalde verzen,
met het bosje takken te gaan zwaaien.
En een van die verzen waar ze dat doen is Psalm 118:25.
Daar staat: Heer, geef ons de overwinning
In het Hebreeuws staat daar het woord: Hosanna.
In de tijd van het nieuwe testament was dat al het gebruik.
Denkt maar aan het moment waarop Jezus op zijn ezeltje
Jeruzalem binnen gaat; ( al is dat niet op loofhutten ),
daar zwaaien ze ook met hun takken.
En daar roepen ze met deze psalm, naar het paaslam hun verlangen uit:
Hosanna! geef ons overwinning, redt ons toch!

En de psalm gaat verder, en ook dat hebben de mensen Jezus toegezongen:
Gezegend hij die komt, in de naam van de Heer. Ps 118:26
Het laatste vers van psalm 118 is precies hetzelfde als het eerste.
Loof de Heer want hij is goed. Ps 118:29
Eeuwig duurt zijn trouw.

Als je dit zingt met Loofhuttenfeest, dan denk je dus terug
hoe je ook afhankelijk bent van zijn trouw. En zijn goedheid.
Het is maar goed dat die eeuwig duren!
In de hemel hoorde Johannes de mensen roepen:
De redding komt van onze God die op de troon zit en van het lam!
Die woorden zijn de vervulling
van die smeekbede van Ps 118: Heer geef ons toch de redding.
Dan weten we het zeker, dan vieren we het:
Die redding komt dus bij Hem vandaan.
Daar zal God het definitief hebben waargemaakt. wit

— Maar er is nog iets anders.
Loofhuttenfeest gaat niet alleen over het kamperen van Israel.
de volkverhuizing naar de beloofde plek.
De Loofhutjes gaan niet alleen over onze verblijfplaats,
of onze route naar het betere vaderhuis.
Het gaat ook over het huis van God, de plaats waar Hij woont.
En om dat te laten zien gaan we zo nog een stuk uit de bijbel lezen.
Dat gaat over koning Salomo.
Hij mocht de tempel bouwen.
En als dat klaar is organiseert Salomo een inwijdingsfestival van een week.
2 Kronieken vertelt in hoofdstuk 5, even tussendoor
dat dat in de 7e maand is, dezelfde maand dat Loofhutten is.
En op dat festival spreekt Salomo een indrukwekkend gebed uit.
We gaan het slot ervan lezen: 2 Kronieken 6:40–7:10 4 sheets

Is u opgevallen wat het volk hier zingt? wit
Het lied met de titel: Hij is Goed, eeuwig duurt zijn trouw.
Dat is een lied waarvan Koning David ook al gezegd had
dat het voor God gezongen moest worden.
En die zin komt natuurlijk heel vaak voor in de psalmen,
dus we weten niet zeker welke psalm precies bedoelt wordt,
Maar samen met het loofhuttenfeest, is psalm 118
toch wel een waarschijnlijke optie.

Als Loofhutten het feest is waar het gaat over mijn huis,
hier bij Salomo, gaat het over Gods huis.
Loofhutten gaat over de reis van het volk naar een ander land,
Dit tempelfestival gaat over Gods reis, de intrek in zijn huis hier.
En in Kronieken lopen deze twee festivalweken in elkaar over.
De beweging van ons naar de hemel,
en van de hemel naar hier.
De verhuisploegen komen elkaar halverwege tegen.

— Het is niet een toevalstreffer
dat het loofhuttenfeest en een belangrijk tempel–gebeuren, samenvallen.
Want eeuwen later gebeurt zoiets weer.
We zijn dan echt een hele tijd verder.
De mensen maakten dat mooie gebed van Salomo inmiddels niet meer mee.
Israel leefde niet in afhankelijkheid van God.
Ze trokken niet meer samen met hem op.
En dan komt er straf: de tempel van koning Salomo is verwoest.
En dat is niet omdat God niet meer voor zijn volk zorgde,
of zijn trouw even ophield eeuwig te zijn.
Nee, God is goed, hij wel, en dat zie je in de terugkeer.
Want na de straf, na de ballingschap, mocht Israel weer terug,
naar hun beloofde stek.
Opnieuw wordt er dan een tempel gebouwd.
In de tijd van Ezra is dat. Ezra 3:1,2
En daarover schrijft hij, en let dan op de tijd dat het gebeurt:
Aan het begin van de zevende maand,
toen de Israëlieten zich in hun steden hadden gevestigd,
verzamelde het voltallige volk zich in Jeruzalem.
Jesua, de zoon van Josadak, en zijn medepriesters,
en Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, en zijn verwanten,
bouwden het altaar van de God van Israël…

Ze zijn thuisgekomen. En dan wat verzen verderop: Ez 3:4
…en vierden het Loofhuttenfeest volgens de voorschriften:
elke dag brachten ze het vereiste aantal brandoffers,
zoveel offers dus als er voor iedere dag zijn voorgeschreven.

Loofhuttenfeest gaat niet alleen over mijn huis.
Maar ook over het huis van God. wit
Want de reis gaat niet alleen van Egypte naar Israel,
de reis gaat over de vraag hoe God en mensen kunnen samenwonen.
Het feest leert je dat je niet moet denken dat we er al zijn.

Daar in Openbaring, dan zullen we er zijn,
en dan de betekenis van het Loofhuttenfeest in al zijn diepte pijlen.
Die witgekleede mensen staan met palmtakken te zwaaien,
want ook hun reis is klaar.
Looft de Heer want hij is Goed, zijn liefde duurt in eeuwigheid


Die mensen in het wit, ze hebben het niet makkelijk gehad.
Op de vraag wie het zijn, is het antwoord:
Dat zijn degenen die uit de grote verschikkingen gekomen zijn.
– Ik probeer even mijn leven voor te stellen,
maar noem dat niet zo snel een grote verschrikking.
Dat klinkt wat dramatisch, toch?
We hebben allemaal zo onze moeilijke dingen,
maar zo verschrikkelijk is het toch niet?

Nou ja… Misschien zie ik het wel verkeerd.
En ik schrok er een beetje van toen ik dat tot me liet doordringen.
Want zijn we niet teveel gewend geraakt aan wat mis is?
Het is een soort volkswijsheid: elk voordeel heb zn nadeel;
en we denken: het hoort erbij.
Er is altijd een andere kant van de medaille.
En uiteindelijk raken we gewend aan onrecht.
We hebben geleerd dat mensen tegenvallen;
dat verlies moet je dan maar nemen.
We zappen verveeld weg bij weer een oorlog of weer een tornado.
Halen we te makkelijk onze schouders op bij het kwaad.

Het hoort erbij?? Maar dat was juist niet zo bedoelt.
Er horen helemaal geen keerzijden te zijn
En als ik er aan ben gewend, dan ontdek ik
dat ik al tevreden ben met gebroken wit.
Blijkbaar vergeet ik zo makkelijk, dat we onderweg zijn,
naar een plek zonder schaduwkanten, waar geen nadeel is.
Precies daar gaat loofhuttenfeest over.
— En als ik bijvoorbeeld moet kiezen tussen twee kwaden,
blijft ook het minste kwaad, nog steeds slecht.
Neem nou eens huwelijk dat niet meer loopt.
En het loopt uit op een scheiding.
Wat is dat heftig als je dat moet beslissen, wat komt er veel bij kijken.
Volgens mij kunnen we dat niet echt meevoelen,
als je er niet zelf midden in zit.
Maar hoe reageren wij buitenstaanders daarop?
Een scheiding kon vroeger echt niet.
We dachten te weten dat dat duidelijk was.
Tegenwoordig zeggen we dat het soms het minste is van twee kwaden
Maar hoevaak zijn wij niet geneigd om er aan te wennen,
om het goed te noemen, of het goed te praten?
Durf ik nog wel te zeggen dat het gebroken is?
Dat het niet is wat God wil. – Begrijp me niet verkeerd:
Soms is bij elkaar blijven nog erger; ook niet wat God wil.
Maar het minste van twee kwaden, is nog steeds kwaad.
Diep respect heb ik voor gescheiden broers en zussen
die zich dit op een integere manier blijven afvragen.

Op een eigen manier, is dit een grote verschrikking,
en God heeft later heel wat tranen om af te vegen.
Maar weet dat je daar mag staan,
met al die onmogelijk moeilijke keuzes: de grote en de kleine kwaden
weggewassen door het bloed van het Lam.
Johannes ziet die mensen–massa, daar staan ze met elk hun verhaal.
Allemaal zijn ze elk door hun eigen grote verschrikking gegaan.
Geen makkelijke reis. – Hosanna, red ons toch!

En ik weet niet wat er nog gaat gebeuren,
als ik Zacharia 14 lees, dan houdt ik mn hart vast.
Durf je het dan nog te zingen:
Gezegend die komt in de naam van Heer.
Maar als hij eens zal komen; zijn voeten hoeven maar de aarde te raken,
en het totale landschap verandert. – Hosanna, red ons toch!

Het is wel duidelijk, die mensen daar, maar wij net zo goed,
we komen niet zonder kleerscheuren door het leven.
Het zal ook nodig zijn, om onze kleren te wassen.
Want we maken vlekken onderweg – Hosanna, red ons toch!
Maar bij hem wordt het niet onbestemd vaal groezelig lichtgrijs,
maar Wonderwit, door het bloed van het lam.
We hebben het allemaal nodig, om onze tranen gedroogd te krijgen.
Maar zie je hem daar al zitten, en ook jou een zakdoek geven?
God neemt mijn tranen weg, daar bij de bronnen van het leven.
en reken maar dat je zingen zal: openb 7:10
De redding is van onze God die op de troon zit. En van het lam!

Laat je dus vandaag op loofhuttenfeest bemoedigen.
Want God is Goed, en zijn trouw duurt eeuwig.
Vandaag denken we aan onze reis daar naar toe,
en wordt je bemoedigd door die toekomstige jij,
in het wit, die je vanuit de hemel alvast toezwaait.

De Redding komt van onze God, en van het lam.
Amen


online delen:

tag Jaarthema Veelkleurigheid Loofhutten kamperen afhankelijkheid kleding tempel Salomo

Meer preken uit Openbaring aan Johannes