Voorzang NLB Ps 90:1 en 8 (Gij zijt geweest NLB=GKps) Votum (NLB 291b) en groet NLB Ps 2: 1, 3 en 4 (Wat drijft de volken NLB=GKps) Gebed Openb 12:1-17 NLB Ps 2:2 Preek over Open 12:10-12 Amenlied GK 113:1-4 (Alle mensen) Gebed aansluitend: NLB 370 (Vader, die woont in hemels licht) Collecte NLB 253 (De zon daalt in de zee) Zegen en Danish amen

Gemeente van onze Heer Jezus, door hem geliefd.

Geen tijd te verliezen, het is 5 voor 12.
Wat doet zo’n tekst met je?
Dit is best zware kost, hè?
Zo tussen alle oliebollen en jaaroverzichten door,
serveert Johannes hier een eeuwigheidsoverzicht,
en dat liegt er niet om.

Het is in de hemel net zo onrustig als op aarde. 1e dia
Oorlog, verwoesting, een stortvloed aan bedreiging, vervolging
en de gevallen duivel die als een klein kind,
niet meer boven komen mag, op de aarde gegooid,
en uit pure kwaadheid slaat hij hier alles beneden kort en klein.
Hij heeft geen tijd meer te verliezen.

Dat is nu hier beneden
En als je leest, lijkt het alsof het in de hemel nu klaar is,
juich hemel, want jullie zijn er van af,
maar wee de aarde…

– Als het zo zat, ja, dan zou ik bang worden,
alsof God de de duivel naar beneden gooit, en zegt,
bekijk het maar, redt’oe.
Alsof het hem koud laat wat hier gebeurt.
Ik zou dan willen vluchten, weg van hier.
En is er dit jaar ook niet genoeg gebeurt,
waarvan we liever hadden dat het niet zo was?
Of waarvan we zeggen, o wee, als dat maar goed gaat.
Moeten we dan juichen en blij zijn voor de hemel daar,
alsof het kwaad hier God niet raakt?

Maar het is in de hemel net zo onrustig als op aarde.
God beweegt mee met wat er gebeurt.
Neem nou afgelopen week, kerst: Jezus wordt geboren,
die zwangere Maria maar haar pijn, haar weeën.
Veel fysieker en aardser dan dat wordt het niet.
Johannes ziet het gebeuren als een indrukwekkend teken:
… in de hemel.
Wat hier gebeurt, Johannes ziet het daar (boven).
Of neem dat gevecht van de engelen.
Een leger engelen vecht voor het Ere–zij–God.
Vers 7 Er brak oorlog uit in de hemel,
Michael en zijn engelen bonden de strijd aan met de draak.

Zij winnen, de draak wordt verslagen. Tegelijkertijd lezen we in vers 11,
hoe het broeders en zusters hier zijn, die winnen: Zij hebben hem
dankzij het bloed van het lam en dankzij hun getuigenis overwonnen.

Er wordt gewonnen, boven en beneden.
– We zien hetzelfde in bijvoorbeeld Lucas 10.
Jezus stuurt zijn leerlingen erop uit, Luc 10:17–18
om hun stage van het koninkrijk van de hemel
op aarde in de praktijk te brengen.
De tweeënzeventig keerden vol vreugde terug en zeiden:
‘Heer, zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons
bij het horen van uw naam.’ Hij zei tegen hen:
‘Ik heb Satan als een lichtflits uit de hemel zien vallen!

Wat hier gebeurt, gebeurt ook daar. menu
Er wordt gevochten, gestreden, in de hemel, alzo ook op aarde.
Johannes geeft een eeuwigheidsoverzicht,
een groter perspectief.
De kerk is een vrouw, bekleed met de zoon, de maan onder haar voeten,
en een krans van sterren op haar hoofd.
En ons leven hier wordt bevochten, beproeft,
Johannes ziet die verdrukking als tekens in de hoge:
Het is in de hemel net zo onrustig als op aarde.

Al is er in de hemel wel iets veranderd:
de aanklager komt er niet meer in.
klik
Omdat die engelen wonnen.
Omdat het kind van de zwangere vrouw geboren is,
en eigenlijk gelijk weer bij God was.
Zodra hij geboren was
werd het dadelijk weggevoerd naar God en zijn troon.
En de aanklager komt er niet meer in.
Het was Jezus weer naar binnen, dus de duivel eruit.

Toen hij nog wel in de hemel kwam, werd hij de aanklager genoemd:
Kijk maar in vers 10: want de aanklager, van onze broeders en zusters,
die hen dag en nacht bij onze God aanklaagde, is ten val gebracht.

Stel je voor, er was een tijd dat die slang in Gods oren lispelde,
wat jij en ik allemaal fout deden.

Maar nu, op aarde gegooid, gevallen,
kan hij zijn aanklacht niet bij God kwijt.
God wil het niet meer horen.

En jij?
Laat je je inpakken door de klagende stem van de duivel,
die je aanklaagt en in je oor fluistert wat er allemaal mis met je is?
Laat je je bang maken,
laat je je meesleuren in zijn val?

Op aarde is hij niet meer de aanklager.
Alleen in de hemel had hij die rol.
Voor aanklachten is in de hemel geen plaats meer. Waarom?
Omdat tegen die Zoon van die Vrouw niets in is te brengen.
Aanklachten houden het niet meer,
die blijven niet plakken aan het bloed van het lam.

Praten over de duivel is vaak duivels.
Het schud je door elkaar, maakt je soms bang, en verward.
Dat is wat Diabolos betekent: door de war schoppen, brengt chaos.
Laten we niet doen alsof hij machteloos is, kijk maar om je heen
laten we niet doen alsof we immuun zijn, kijk maar naar jezelf
maar laat je ook niet inpakken.
Luister niet meer naar de aanklachten, de beschuldigingen.
Zelfs al zijn ze terecht,
God wil er niet meer naar luisteren, dan ik ook niet meer.

– Ik weet niet of je goede voornemens hebt.
Vaak is een goed voornemen om te stoppen met iets slechts.
Ik ben met goede voornemens gestopt,
want het valt me toch altijd tegen wat ik met mezelf afspreken kan.
En dan voel je je dubbel schuldig…
Als je een goed ontwikkeld gevoel van goed en kwaad hebt,
een geweten, zoals God dat heeft bedoelt,
dan is dat echt iets moois, om je bij te sturen, dat hebben we nodig.
Maar de duivel, die misbruikt dat kanaal,
hij tuned in, zet het extra zwaar aan, en gooit er ruis op.
En dan probeert de hij te doen wat hij in de hemel niet meer mag.
Je aanklagen. Naar beneden trekken, meenemen in zijn val.
Want wat God doet met een zonde: is vergeven en je vernieuwen
niet je de put in praten. Dat is duivelswerk.
God wil er niet meer naar luisteren, dan ik ook niet meer.

Paulus zegt het ergens zo: Kol 2:14–15.
Hij (Jezus) heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd,
uitgewist, en het vernietigd door het aan het kruis te nagelen.
Hij heeft zich ontdaan van de machten en krachten, hij heeft hen
openlijk te schande gemaakt en in Christus over hen getriomfeerd.

Een lammetje heeft de draak ontwapend.
De slang heeft nu geen poot om op te staan. weg

Snap je nu waar hij zo pissig is? Hoe vernederend is dat?
doordat het Lam schijnbaar verloor, heeft hij gewonnen.
En om het nog mooier te maken: Johannes beschrijft dit niet eens.
Kijk maar in de eerste verzen: Die vrouw is zwanger.
Ze heeft pijn, weeën, en ze schreeuwt het uit.
De draak staat klaar om het kind te grazen te nemen.
Maar zodra het kerstkind wordt geboren, is die meteen al weer buiten beeld.
De duivel kan er gewoon niet tegen op, hij kan er niet bij.
Het was in de hemel net zo onrustig als op aarde,
maar daar is nu wat veranderd: de aanklager komt er niet meer in.

Dat reageert hij af op de aarde klik
Ja, in de hemel is het rustig geworden.
Maar hier haalt de duivel zijn gram, als een slechte verliezer.
O wat is de duivel woest, wild van gekte.
Dus als je je afvraagt: wat bezielt de volken toch?
Met al die terreur, haat, blinde graaiende zelfzucht
Waar komt die waanzin toch vandaan?
nou, soms bezielt de draak mensen.
En hij weet dat hij weinig tijd heeft.

Dit is Johannes’ jaaroverzicht.
En als je verder leest, in openbaring 13
over die beesten die uit de zee en de aarde opkomen,
dan houdt je je hart vast: O wee. Houd je vast, zet je schrap.
Wat gaat er komen in 2017?

Ik weet, van zo kijken naar de duivel
kun je op meerdere manieren reageren.
Het kan je bang maken. Zodat je verstijft.
Help, ik zie hier niets van, vliegen overal demonen?
Een andere reactie: ik wil er niet bang van worden.
De duivel, is dat niet middeleeuwse bangmakerij,
een dreigmiddel van de elite om het volk in bedwang te houden?
In reactie wordt de duivel, of soms zelf het kwaad in zijn geheel,
voor het gemak dan maar ontkent, of genegeerd.
Hoezo: Wee de aarde? Er zijn toch ook mooie dingen?
Zelfs met vrome woorden kun je de kracht uit deze verzen halen,
God zorgt toch voor ons? – En ondertussen blijven we zitten waar we zitten.

Bang en niet bang. En het gevolg van beide is dat we blijven zitten,
verstijfd, of met een zelfgekozen blindheid.
Maar dan heb je wel een probleem: die draak achtervolgt de vrouw,
Hij blaast en is boos, hij is waanzinnig woest, als een kat in het nauw.
Dus je moet echt in beweging komen.
Je ziet het in vers 6 en later weer in vers 14,
hoe de vrouw vlucht, hoe ze wordt geholpen en vleugels krijgt.
niet om van de aarde weg te vluchten,
Het Juicht–hemel tegenover het Wee–de–aarde,
betekent niet dat God de wereld maar laat zitten,
opgeeft, laat vallen, zoals de duivel viel.
De aarde komt de vrouw juist te hulp.
En dat terwijl de slang zijn woede afreageert op haar kinderen.

De vrouw vlucht naar de woestijn.
Het is alsof Johannes zegt, ga weg uit de plek waar de klappen vallen.
Maar ook, nestel je niet te comfortabel in de steden,
de wereld, zit er niet aan vast. Hecht er niet aan.
Maar ga weg, als Abraham weg uit je stad; als Israël, weg uit Egypte,
en dan moet je door een woestijn, een droge, taaie plek.
En ja, natuurlijk zorgt God voor ons hier.
Maar dit is wel de aarde waar hij een Wee over heeft uitgesproken.
Voor ieder die het Wee–aarde niet wil aannemen,
is de duivel er als de kippen bij, om je een fata morgana voor te spiegelen.
Prik er dus doorheen als mensen dit een paradijs noemen. Nu nog niet.
Als je je ogen opent voor Johannes’ eeuwigheidsoverzicht,
zie je achter al de onrust, de onvrede, de verleider.
De kracht achter ontbossing, is een verschroeiende draak,
achter vervuild drinkwater zit de slang die bronnen vergiftigd.
En reken maar dat hij lacht om het stijgen van de zeespiegel.
Johannes moedigt je aan: besef dat we hier geen blijvende stad hebben.
Dit is de woestijn, waar God voor ons zal zorgen en ons zal voorgaan.

Het is op aarde net zo onrustig als in de hemel
De aanklager komt de hemel niet meer in,
heeft zijn plek daar verloren.
En dat reageert hij af op de aarde.

Maar het Lam regeert over de aarde klik
Johannes hoort een luide stem in de hemel:
‘Nu zijn de redding, de macht en het koningschap van onze God
werkelijkheid geworden, en de heerschappij van zijn messias.

Het koninkrijk van de hemel is reëel.
Nu al is hij Koning van hemel en aarde.
Dit wordt gezegd terwijl de draak nog roet in het eten gooit.
Maar het is echt waar. Op dit moment. Hier.

Eerder leek er van dat kerstkind weinig te zien,
direct na de geboorte meteen weer opgenomen in de hemel.
’t is zo compact vertelt. Dat zoontje van de vrouw, Jezus,
Hij wordt hier omschreven met een citaat uit psalm 2:
Hij zal alle volken met een ijzeren herdersstaf hoeden.
Maar voert die herder ons naar groene frisse weiden?
Uiteindelijk wel, maar eerst door die woestijn.
En dat valt ons soms moeilijk.
Tegelijk is het de plaats waar God al eeuwen door heeft laten zien,
dat hij ons verzorgt en leidt.

Herder dus, maar in vers 11 wordt hij ook Lam genoemd.
Als schild van die broeders en zusters tegen de pijlen van satan.
Het bloed van het lam, waar geen aanklacht het houdt.
Zij hebben hem dankzij het bloed van het lam
en dankzij hun getuigenis overwonnen.

De aanklacht blijft niet plakken, de aanklager krijgt je niet klein.
En getuig daar maar van.
Door het bloed van het lam, ben ik nu bevrijd van deze zonden.
Daar heb je geen goede voornemens voor nodig. Toch…
ongeschonden zijn deze broeders en zusters er niet doorheen gekomen.
Dat woord getuigenis, betekent ook martelaarschap.
Het vervolg van het vers legt het uit:
Zij waren niet aan het leven gehecht en hebben hun dood aanvaard.

De mensen die Johannes hier ziet, zijn echte volgelingen van Jezus.
Die zijn hem nagevolgd in zijn martelaarschap.
Dat is typisch Lam–gedrag: je laten verslaan, maar daardoor winnen,
je leven uit handen geven, en daardoor overleven.
Ze hechtten niet aan het leven. – Kan ik dat in 2017 zeggen?
Laten we in elk geval blijven bij het getuigenis van Jezus.
Vers 17 noemt dat.
De draak (…) ging weg om strijd te leveren met de rest van haar nageslacht,
met allen die zich aan Gods geboden houden
en bij het getuigenis van Jezus blijven.

Het getuigenis van Jezus is dat gekke verhaal van het Lam.
Dit kind, herder en lam, dat niet te grazen genomen kan worden.
Dit kind, zo buiten het bereik van de draak,
en door wie de functie van aanklager is gesneuveld.
Dus niet meer luisteren naar de aanklager.
Maar wel naar je geweten, als je daar de geboden van Jezus hoort.
Blijven bij het getuigenis van het Lam, die ook zijn dood aanvaarde.

Dat is niet makkelijk, misschien dat voor mij wel wat het betekent,
om niet aan het leven gehecht te zijn:
De dood van mijn luxe, mijn eigen baas willen zijn.
Dat leren we in de woestijn.
Maar zelfs door de moeite heen, is de oproep toch echt om te juichen.
Om blij te zijn omdat er redding is.
In de woestijn leren we hoe nodig we dat hebben
Redding van alles wat mislukte het afgelopen jaar,
en waar je je zorgen om maakt in het komende jaar.
Omdat hij de macht heeft, in de oase en in de woestijn.
De heerschappij van de Messias.

– Het was in de hemel net zo onrustig als op aarde.
Maar hier kwam de herder die ook lam was.
Om wat hij hier gedaan heeft, – het raadsel van verliezend winnen,
niet hechten aan het leven, en daardoor opleven –
daardoor komt de aanklager er niet meer in.
Hij komt er in de hemel niet in en niet in mijn geweten.
Het maakt hm woest, en dat reageert hij af op de aarde.
Maar het Lam regeert. Nu al.
Het koningschap is werkelijkheid geworden.

De eeuwige is niet de enige die geen tijd wil verliezen.
Dus komt hij spoedig.
Tot die tijd bidden we:
Uw wil geschiede, in de hemel, zo ook op aarde.

Amen


online delen:

tag duivel als aanklager toekomst

Meer preken uit Openbaring aan Johannes