Spr. 3:3 | link naar preektekst |
Sier-raad
PowerPoint beschikbaar | 2017-07-16 mo Heerde |
“Moge liefde en trouw je nooit verlaten, Spr 3:3
wind ze om je hals
schrijf ze in je hart.”
Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Het zijn woorden die vaak als trouwtekst zijn gekozen.
Liefde en trouw, dat hebben we nodig, dat wil je vieren.
Maar daar wil je je ook voor inzetten.
Dat zijn goede redenen om een tekst als deze, bij een huwelijk te lezen.
Dat voel je dan intens voor elkaar: liefde en trouw,
en tegelijk verlang je ernaar dat het altijd zo blijft,
Dan weet je wel, dat gaat niet vanzelf.
Maar je wilt het vasthouden, daarom laat je een fotograaf alles
vastleggen.
Of maak je een fotoboek om het gevoel en de herinnering terug te halen.
Een moment om in te lijsten. Om te vereeuwigen
Kostbare herinneringen draag je dicht bij je hart.
Een mooie tekst, niet alleen voor het moment, maar voor altijd.
Liefde en trouw naar elkaar, hebben we nodig ook in de gemeente.
Als we als vrijgemaakte kerken nadenken over vrouwen in het ambt.
Als we op weg zijn naar eenheid en verzoening met de ngk,
dan heb je het nodig om trouw te zijn naar het verleden,
en je hebt ook liefde nodig,
om niet alleen vast te houden aan je eigen gelijk,
of alleen maar oog te hebben voor de pijn, aan onze kant,
maar ook voor die van een ander.
Maar ook op een wat kleiner en alledaagser nivo,
hebben we liefde en trouw nodig.
Ja, als het lekker loopt, met vlinders in je buik, gaan liefde en trouw
vanzelf.
Maar dat betekent dus niet in voorspoed, maar juist in tegenspoed,
dat je merkt hoe hard je het nodig hebt:
Als je last hebt hoe dingen kunnen gaan,
je ergert aan mensen, gewoontes, muziek, of wat dan ook,
wat is het dan belangrijk om de liefde niet te vergeten;
Met alles waar ik niet blij mee ben, en moeilijk vind,
ik voel me geroepen om je lief te hebben.
Met alle verschillen die er zijn; ik wil je niet opgeven, of maar laten
gaan.
Maar juist trouw zijn, niet alleen aan mezelf,
maar ook aan de gemeenschap, aan waar we vandaan komen.
Zoiets is goed, om bij je te dragen, een basishouding,
een waarheid om in te lijsten, dicht bij je hart.
—
Deze twee woorden, Salomo zegt dat je ze om je hals moet winden,
dat je het op je hart moet schrijven.
Er is dus maar één ding dat echt een halszaak is,
wat het hart is van wat we geloven: en dat is liefde en trouw.
Maar wat is dat dan? Hoe gebruikt Salomo die woorden: liefde en trouw?
Daarvoor wil ik eerst wat zeggen over Spreuken zelf.
Als je de eerste hoofdstukken doorbladert,
valt op dat elke hoofdstuk begint met “Mijn zoon”
Hier is een vader aan het woord die zijn kind goede raad geeft.
Wijsheid, levenslessen.
En zo begint dus ook hoofdstuk 3: Spr 3:1–3
“Mijn zoon, vergeet mijn lessen niet,
houd in je hart mijn richtlijnen vast.”
En door het boek heen, wordt aan dat gehoorzaam luisteren,
ook de belofte van zegen gekoppeld.
Houd je aan de richtlijnen, blijf bij de les.
Dan “vermeerderen de dagen van je leven, geven ze je vele jaren van
geluk.”
Het is goed voor je; je leven wordt er mooier, lichter, stralend van.
Luisteren naar de wijsheid, naar deze raad, een waarheid om in te
lijsten.
Het is een kroonjuweel om het helemaal af te maken.
Goede raad die je versiert, sier–raad.
“wind ze om je hals, schrijf ze in je hart.”
Niet om het ietsje op te leuken, maar,
zoals de kers op de taart soms precies is, waar het om gaat.
Dit beeld van een sieraad gebruikt Salomo vaker in zijn Spreuken.
Zo zegt hij eerder: Spr.1:8,9
“Mijn zoon, luister naar de lessen van je vader,
verwaarloos niet wat je moeder je leert
Hun lessen zijn een sierlijke krans om je hoofd,
ze zijn een ketting om je hals.”
Weer dat beeld van een sieraad dat je bij je draagt. En verder:
“Bind hun onderricht voor altijd op je hart, wind het om je hals.”
Spr.6:21
“draag mijn woorden als een ring aan je vinger, schrijf ze in je
hart.” Spr.7:3
—
In het boek Spreuken, zijn we getuige van een vader,
die zijn kind wil leren, wil opvoeden.
Hij bindt ze op het hart om naar hem te luisteren.
Als we nu kijken naar hoe wij zelf opgevoed zijn,
moeten we dan maar alles slikken wat we van onze ouders kregen?
Soms kreeg je een schitterende erfenis aan kennis en ervaring mee.
Een schitterend sieraad, echt een familiestuk.
Maar soms bestaat de erfenis uit een keten om je hals,
iets wat je naar beneden trekt, je bindt en kleinhoudt.
“wind ze om je hals”? Het is meer een leiband dan een leidraad
En dat kan je dan beklemmen.
Zeker als je bedenkt hoe Salomo gehoorzaamheid hier koppelt aan zegen.
“… houd in je hart mijn richtlijnen vast
Ze vermeerderen de dagen van je leven, geven je vele jaren van
geluk.”
Zelfde geldt voor de manier waarop God dit in 10 geboden zei: Dt.
5:16
“Toon eerbied voor uw vader en uw moeder, zoals de HEER, uw God, u
heeft geboden.
Dan wordt u gezegend met een lang leven
en met voorspoed in het land dat de HEER, uw God, u geven zal.”
Dan…?!
De bedoeling is niet om ouders totalitair gezag te geven, zwart
dat je niet lang leeft, geen zegen verdient, of dat de bliksem inslaat,
op het moment dat je opstaat tegen een vader of moeder die iets doet
wat
fout is. Wat goed of fout is, is niet wat ouders bepalen, maar wat God
zegt.
We lazen bij de 10 geboden vanmorgen een stukje context.
Hier is Mozes de opvoeder en hij zegt: Dt 6:1,2
“Dit zijn de geboden, wetten en regels die ik u in opdracht van de
HEER, uw God,
moet leren en die u moet naleven in het land aan de overkant,
dat u in bezit zult nemen. U moet voor de HEER, uw God, ontzag tonen
door u te houden aan zijn wetten en geboden, zoals ik die nu aan u
geef;
dat geldt voor u, zolang u leeft, en voor uw kinderen en uw
kleinkinderen.
Dan zult u met een lang leven gezegend worden.”
De belofte op zegen, hoort bij God, niet bij ouders.
En het is de bedoeling dat ouders de wil van God doorgeven,
zoals zij het meestal ook zelf van hun ouders geleerd hebben gekregen.
God zegt ons onze ouders te eren, omdat zij zo’n rol hebben,
in het doorgeven van zijn wil.
De les van vader Salomo, is daarom niet alleen naar hem te luisteren,
maar juist ook naar God. Vers 5 bijvoorbeeld: Spr 3:5–8, focus
5,6a,7
“Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht.
Denk aan hem bij alles wat je doet”
of vers 7: “Wees niet eigenzinnig, maar heb ontzag voor de HEER
en ga het kwaad uit de weg.”
En na die richtlijn volgt telkens een beloften: focus 6b en 8
“… dan baant hij voor jou de weg.” (6b)
en “Het zal je sterken als een medicijn, het verkwikt je
lichaam.”
De belofte is verbonden aan God, niet aan ouders.
En dat is maar goed ook. zwart
Als je het boek Spreuken doorleest valt bijvoorbeeld op,
hoe vaak gewaarschuwd wordt tegen foute vrouwen. Tegen overspel.
Kun je het je voorstellen, Salomo, met zijn harem?
Lekker geloofwaardig, hè?
Zou hij dit door schade en schande hebben geleerd van zijn vader David?
Die nou ook niet bepaald een goed track–record had,
als het ging om liefde en trouw.
Batseba, de moeder van Salomo, die eerst de vrouw van een ander was.
Kun je het je voorstellen, dat Salomo wijsheid doorgeeft?
Maar kijk dan eens naar zijn zoon: Rehabeam.
De zoon die na Salomo’s dood verkeerde adviseurs in dienst neemt,
die niet gaan voor liefde en trouw, maar voor macht en grootspraak,
en precies dan breekt Israël in stukken.
Wijsheid is geen garantie voor succes of een goede opvoeding.
—
Zowel in Deuteronomium als in Spreuken,
gaat het over het onomwonden vertellen, op het hart binden.
Het inslijpen, inprenten. Helpen om de woorden in het hart te krijgen.
Om het dicht bij je te dragen
Spreuken zegt hoe we liefde en trouw moeten vastbinden,
vasthouden, een waarheid om in te lijsten.
Deuteronomium heeft het over Gods woorden.
om bij je te dragen, op je arm gebonden, op je hoofd, op de deur.
Leg dit naast elkaar en je ziet hoe Gods wet,
in wezen niets anders is, dan liefde en trouw.
Misschien voel je je tekort schieten als ouder in de opvoeding.
Heb je het idee dat je hebt gefaald, als je kind niet gelooft.
Als je die woorden uit Deuteronomium 6 leest,
kun je je zo verantwoordelijk voelen. Dt 6:7–9
“Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over,
thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat.
draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd,
Schrijf ze op de deurposten van uw huis, en op de poorten van de
stad.”
Die woorden kunnen zwaar klinken.
Zo verantwoordelijk dat het van je afhangt,
Alsof het ook niet snel goed genoeg is.
Maar net zoals de beloften van zegen zijn verbonden aan zwart
luisteren naar God, en niet zozeer luisteren naar ouders,
zo is ook het tot–geloof–komen, verbonden aan God, en niet aan de
ouders.
Daar wordt het niet meteen makkelijker van,
maar kan je wel bevrijden van een onterechte last.
Het zou je niet neer moeten drukken.
Los van verdriet hierover, dat gaat diep
maar een gevoel van schuld, zou niet hoeven.
Dat hoeft je niet op schouders te nemen.
Liefde en Trouw, dát is iets om je schouders onder te zetten,
op je nek te dragen; maar het heil van anderen, gaan we niet over.
Liefde en Trouw, dat is iets wat we door Gods genade uitdragen.
Wat we eigenlijk altijd wel overdragen.
Welke ouder, welke opvoeder, heeft geen liefde voor een kind,
hoe kun je ontrouw zijn, aan je eigen genen?
Maak je alsjeblieft geen zorgen.
God heeft ons gemaakt om als opvoeders te lijken op Vader in de hemel.
In gesprekken die ik heb gehad, en wat ik erover lees;
mensen die de kerk of God vaarwel zeggen,
hebben vaak wel iets gezien van die liefde en trouw.
Ze koppelen het los van Gods woorden, en dat is intens pijnlijk,
maar een idee van liefde en trouw, zullen ze niet zomaar vaarwel
zeggen.
Dat blijven ze meedragen.
—
Mozes geeft nog iets aan hoe je met kinderen over God spreken moet.
Dt 6:20–23
“Wanneer uw kinderen u later vragen:
‘Wat betekenen al die bepalingen en wetten en regels die de HEER,
onze God, u heeft voorgehouden?’ geef dan dit antwoord:
‘Wij waren in Egypte slaven van de farao,
maar met sterke hand heeft de HEER ons uit Egypte bevrijd.
Wij zagen met eigen ogen hoe hij tekenen en indrukwekkende wonderen
deed,
die groot onheil brachten over de Egyptenaren, de farao en zijn hof.
Maar ons leidde hij weg uit Egypte,
om ons hierheen te brengen en ons het land te geven
dat hij onze voorouders onder ede had beloofd.”
Voor de generatie tegen wie Mozes dit zegt is het logisch,
ze hebben het echt met eigen ogen gezien.
Maar een volgende generatie, wat vertelt die zijn kinderen?
En de volgende?
“Ik ben blij met wat God voor mijn ouders heeft gedaan? Zij zijn
bevrijd, toen.”
Fijn voor hen – Maar wat doet God nu dan, voor jou?
Om deze reden vertellen Joodse ouders aan hun kinderen,
het zo dat zij zelf zijn bevrijd, dat ze zelf de wonderen hebben
gezien.
Ze maken zich het verhaal eigen,
omdat God niet alleen de God van onze voorouders is,
maar ook van u en jou, en van kinderen.
Zo worden ook wij opgeroepen om te vertellen over onze bevrijding,
over ons leven met Jezus, over hoe wij met eigen ogen hebben gezien,
en begin van het wonder van het sterven en opstaan van Jezus Christus.
De woorden van God zijn als een kostbare herinnering
Die je je eigen moet maken, met eigen ogen zien
die je in je hart bij je dragen moet.
Ook dat werkt als een versiering van je leven, maakt je stralend,
als je liefde en trouw, tot je accessoires maakt,
waarmee je je naar de wereld, naar je kinderen, presenteert.
God liefhebben, en je naaste als jezelf.
Liefhebben zoals God liefde is,
Trouw zijn, zoals God trouw is.
Dan is hij je op het lijf geschreven.
Laat dit, ons nooit verlaten.
Daarom zegt Salomo: “wind ze om je hals, schrijf ze in je hart”
Woorden om in te lijsten, in je hart te sluiten.
Je versiert je leven, als je luistert naar God, en het je eigen maakt.
—
We hebben gezien, dat liefde en trouw,
hetzelfde is als het doen van de wet.
Maar je dit eigen maken gaat niet vanzelf,
en dat zie je ook in Spreuken tussen de regels door,
als je bedenkt dat David en Salomo, bepaald niet de beste voorbeelden,
zijn.
Daarom wil ik laten zien, hoe God helpt met dat binden van de woorden,
hoe hij helpt om het je eigen te maken.
Dit zijn woorden van Jeremia: “De dag zal komen – spreekt de HEER –
Jer 31:31–34
dat ik met het volk van Israël en het volk van Juda
een nieuw verbond sluit, een ander verbond dan ik met hun voorouders
sloot
toen ik hen bij de hand nam om hen uit Egypte weg te leiden.
Zij hebben dat verbond verbroken, hoewel ze mij toebehoorden – spreekt
de HEER.
Maar dit is het verbond dat ik in de toekomst met Israël zal sluiten –
spreekt de HEER:
Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven.
Dan zal ik hun God zijn en zij mijn volk.
Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden:
“Leer de HEER kennen,” want iedereen, van groot tot klein, kent mij dan
al
– spreekt de HEER.
Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben
misdaan.”
Dit zijn fantastische woorden.
God ziet wel hoe het verbond niet van mensen kan afhangen.
Hij ziet wel hoe de wet vooral iets van buiten blijft,
en je dan alleen maar aanklaagt, een zware last op je schouders legt.
Salomo roept zijn zoon op: wind ze om je hals, schrijf ze in je hart,
knoop het in je oren, maar hoe vaak mislukt dat niet?
Hoe vaak vergeet ik het niet, wil ik me niet laten versieren door Gods
woord?
Maar daarom zorgt God er voor, dat het lukt.
De belofte is van hem afhankelijk: Hij schrijft het op me, in me.
Zodat ik het hartelijk kan beamen, zodat het me eigen is.
zo eigen gemaakt als een Joodse vader vertelt over zijn bevrijding.
Jeremia zegt dit, en heeft het over een nieuw verbond.
Hij zegt dit tegen mensen die niet meer in Israël zitten,
maar verbannen waren, balling in Assyrië.
Tegen zonen en dochters, leden van het volk, die weggelopen waren.
Dat is: het type mens dat wij zijn.
Paulus geeft dit een invulling die Jezus op het lijf is geschreven.
2Cor 3:3
Hij zegt: “u bent zelf een brief van Christus, door ons opgesteld,
niet met inkt geschreven maar met de Geest van de levende God,
niet in stenen platen gegrift maar in het hart van mensen.”
En weer zie je die verwijzing naar God die zijn wet geeft,
de inhoud van stenen platen op mensenharten.
Mensen bij wie liefde en trouw echt is, hartelijk, natuurlijk.
God maakt het waar, hij doet het altijd weer,
hij doet dat, wat wij niet kunnen.
Hij draagt wat we niet meer kunnen dragen,
Hij is gehoorzaam als wij dat niet kunnen.
Hij is liefde als die van ons op is, en trouw, als we ontrouw zijn.
Dus als Salomo zegt: moge liefde en trouw je nooit verlaten,
dan is dat niet een onhaalbare wens, maar iets wat God zal vervullen.
Hij schrijft het op je hart, maakt het je eigen.
Hij versiert ons met alles wat mooi is aan hem.
Mijn zoon, en dochter, mijn broer en zus in Christus,
deze raad zal je sieren: neem en trek Hem aan.
Amen
online delen:
wijsheid opvoeden ouders gebod 5 wet eigen maken kleding Salomo Batseba Rehabeam
Meer preken uit Spreuken