Votum gesproken (verwerk slaap, vanuit ps121!) GKPs 91:1,3 (Hij die op Gods bescherming wacht) Gebed NLB Ps 4:1-3 (Laat als ik roep mij op u hopen) T:Psalm 4 (schriftlezer) GK Ps 91: 5,8 Mat 8:18-27 (schriftlezer) Preek over Ps 4:9 ELB 240a:1-4 (Zoals een arm) Geloofsbelijdenis (door schriftlezer!) Gebed Collecte Ps 121:1-3 Zegen (eind ps 121) en gesproken Amen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Slapen, rusten, leek me een passend onderwerp in vakantie–tijd.
Ik vind het maar iets raars. Slaap.
De een valt snel in slaap, draait zich om en is weg,
een ander ligt te malen, en het duurt gewoon lang.
En dit zie je meer: De een kan makkelijk vakantie nemen, even niets doen,
een ander is en blijft nog een tijd onrustig.
De een kan makkelijk de boel de boel laten, loslaten,
een ander draagt gewoon veel bagage mee.
En dan kun je in beide doorschieten naar de extreem.
Van onverschillig of naïef, tot overbezorgd.
Maar beide hebben een normale kant.

Ik ben iemand die, zeker als ik ’s avonds nog wat heb gedaan,
even tot rust moet komen.
De laatste woorden van de psalm komen daarom ook
paradijselijk heerlijk op me over.
“In vrede leg ik mij neer en meteen slaap ik in”
Prachtig!
En tegelijk wat onrealistisch. Was het maar zo…

Zegt de psalm nu dat we allemaal direct in slaap moeten vallen?
Misschien werken we wel te lang door,
en is wat de psalm beschrijft wel de ideale en gezonde manier.
Er valt genoeg te lezen over slaaphygiëne, zoals ze dat noemen,
maar daarvoor zijn we nu niet hier.
En denk ook niet dat dát is wat dit vers zeggen wil.
Vanavond gaan we kijken, hoe je rust kunt vinden bij God.
Want met alles wat je bezighoudt:
dan mag je het bij Hem neerleggen,
en waakt hij erover, als jij dat niet meer kan.


Maar daarin verschillen we dus wel.
Hoe makkelijk we iets over– en loslaten,
hoe makkelijk we vrede maken, krijgen, hebben, en in slaap vallen,
Volgens mij is er een stuk aanleg,
maar heeft het daarnaast ook alles te maken, met hoe je in je vel zit.
Je kunt letterlijk wakker liggen, van zorgen.
Slapen als een baby, zo vredig, dat is iets heerlijks
maarja, dat gaat er met de jaren ook wel weer van af.
Dus ook leeftijd is een factor.
Of andere oorzaken dat je lichter slaapt, alcohol, warmte…

Vanavond wil ik de slaap ook niet verheerlijken. Het kan naïef zijn,
Verstoppen, een vlucht: Ik wil nu niets, ik wil niet uit bed komen,
ik wil niets horen en niets zien, ik sluit alles af,
deken over me heen om even alleen zijn.
Een manier om het contact met de werkelijkheid te verliezen.
Zoals een struisvogel zijn kop in het zand steekt,
zo trek je de deken over je heen.
Je zingt het President Johnson in de Vietnam–oorlog verwijtend toe:
Meneer de president, slaap zacht!
Een schuldig geweten sus je dus ook in slaap… Naïef.

Maar in de psalm is slaap een symbool van veiligheid,
“In vrede leg ik mij neer en meteen slaap ik in,
want u, HEER, laat mij wonen in een vertrouwd en veilig huis.”

Een veilige burcht, een droomkasteel.
Of je nu makkelijk slaapt en loslaat,
of dat er veel is dat je bezighoudt,
in de psalm is het een teken dat je op de goede manier
gesust wordt en laat worden met de woorden:
Bij mij ben je veilig. Ik waak over je.
Maar wat als je dat niet voelt?


Psalmen zijn zo heerlijk eerlijk.
Hier zingt David hoe hij last heeft van machtigen,
sterke mensen die David kleineren, hem belachelijk maken.
Oneerlijk tegen hem doen.
Hij ligt er wakker van, en voelt zich in het nauw gedreven,
en nu vraagt hij aan God om ruimte.

“Machtigen, hoe lang nog maakt u mij te schande,
is de schijn u lief, de leugen uw leidraad?”

Ik denk dan gelijk aan een hedendaagse meneer de president.
Maar ook hier bij ons; je zult maar te maken hebben
met een onbarmhartig systeem, structuren, regels,
met mensen die het voor het zeggen hebben, en je tegenwerken.
Oneerlijk is dat.
Daar kun je van wakker liggen.

En terwijl David ervan wakker ligt voelt hij alle emoties
die dat bij hem oproept.
Hij klaagt, “hoe lang nog, hoe lang nog maken jullie me te schande?”
Dus het duurt maar en het duurt maar.
Getergd, zodat hij tergend langzaam dat kookpunt bereikt.
Want wat voel jij als je oneerlijk benaderd wordt,
Als je in het nauw gedreven wordt? Speelbal tussen kastje en muur.
Je wordt toch ook langzaamaan een beetje opgefokt totdat het eruit knalt.
Machteloosheid die zich vertaalt: Je wordt gewoon boos van onrecht.


Die boosheid, ik denk dat ook David dat heeft gevoeld,
die borrelende frustratie, waardoor je de slaap niet vatten kan.
Hij spreekt zichzelf daarom toe in vers 5:
“Beef voor hem en zondig niet, bezin u in de nacht en zwijg”
Het Hebreeuws is een mooie taal,
en dat beven heeft hier een dubbele betekenis,
als je ziedt en trilt van woede, dat soort beven is bedoeld.
Paulus citeert deze psalm later, en dan zegt hij:
“Als u boos wordt, zondig dan niet” En hij voegt er aan toe: Ef 4:26v
“laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, geef de duivel geen kans”
Want als je dat onrecht, de verdrukking en gemeenheid van anderen,
hoe lelijk dat allemaal tegen je is, als je dat alleen laat,
laat broeien en borrelen,
dat is een prima voedingsbodem voor de tegenstander.
Getergd en geergerd wens je de verdrukker dood,
en zo begrijpelijk en menselijk als het is, ’t is duivelswerk.
“Beef je van woede? zondig dan niet, bezin je in de nacht, stil maar.”

David voelt dan ook direct de noodzaak om over verzoening te zingen.
“Bezin je in de nacht, en zwijg”, ja…, maar dat is niet alles;
“breng offers van gerechtigheid, en heb vertrouwen in de Heer.”
In een wereld die oneerlijk is, leven een nachtmerrie lijkt,
is het zo verleidelijk om dan maar het recht in eigen hand te nemen.
of om je te verlagen tot hun nivo.
Anderen hebben de schone schijn lief, en liggen misschien wel wakker
hoe ze hun imago verkopen en oppoetsen kunnen,
bij andere is de leugen hun leidraad, wordt de waarheid opgeofferd.
Maar jij; breng de juiste offers, zegt David.

Nog steeds mag je je tijd en energie inzetten,
elk wakend uur besteden aan dat waar je je zorgen om maakt.
Dat is ook een juist offer. Maar bij dat bezinnen horen ook deze vragen:
Kan je het ook loslaten, overlaten aan God, vertrouwen dat hij erover waakt?
Is onze bezorgdheid zo groot, omdat het God uit de klauwen zou lopen?
Houden we onze lasten vast, omdat we Hem er niet mee vertrouwen?
Dit is een kwetsbare vraag, maar het hangt toch niet van jou vasthoudendheid af?

David probeert allereerst zichzelf,
maar ook ieder die zijn lied horen wil, naar God te brengen.
Daar vind hij rust op de een of andere manier.
Omdat hij God kent als iemand die hem wel recht zal doen.
Die hem niet verdrukt, die het gesprek niet overspoelt met fake news,
leugens om er beter van af te komen, maar juist iemand die hoort.
Mooie tegenstelling hè?
Het lawaai van machthebbers, en het luisteren van God.
De machtigen, liegen en zijn bezig met hoe ze voor de dag komen.
God is daar helemaal niet mee bezig.
Daarom kan David vragen:
vs 2 “wees genadig, hoor mijn gebed”;
vervolgens bevestigt David dat in vs 4:
“de HEER luistert als ik tot hem roep.”

David vindt niet alleen rust bij God, maar zelfs vreugde.
Vers 8 komt daar uit: “In u vind mijn hart vreugde”
Dat is een uitkomst die me fascineert. Want hoe komt hij daar?
Als je met holle ogen rondloopt, getergd, moe van wat je verdrukt,
hoe menselijk is het om je geluk ergens anders te zoeken.
Velen zeggen, “Wie maakt ons gelukkig?”
Iedereen zoekt geluk.
Dus die uitkomst van vreugde, vrede, en een vertrouwd en veilig huis;
hoe kom je daar?

David werpt er als eerste tegenin:
“HEER, laat het licht van uw gelaat over ons schijnen.”
Dit is de oude priesterzegen. Dat is wat hij nodig heeft.
“In u vind mijn hart meer vreugde, dan zij in hun koren en wijn.”
Daar zoeken Davids omstanders blijkbaar geluk.
Het antwoord wat velen geven.
Denk maar aan stress–eten, comfort–food.
Of aan een bar waar sommigen naar toe gaat om hun onrust weg te drinken.
David eet en drinkt heus,
Chocola en bier hoef je echt niet te laten staan,
maar echt geluk vindt hij bij God.
Waarom?


Gek genoeg geeft David geen redenen.
Hij noemt niet hoe, of in welke situatie God hem heeft geholpen.
Hij zegt wel hoe hij genade en zegen nodig heeft van God,
dat God luistert en dat hij te vertrouwen is.
Maar erg concreet is de psalm niet. Het overkomt je.

Het is dus zo dat God het geeft.
Iedereen zoekt ernaar. Velen vragen ernaar,
Maar David verwacht het niet van zijn zoeken, maar van de zegen:
Laat U uw licht schijnen.
Ik maak geen ruimte voor mezelf, als ik wordt verdrukt,
maar God laat me wonen.
Laat schijnen, laat me wonen, dat is zo passief als in slaap vallen.
Je gaat niet zelf de ogen dichtknijpen, maar de vrede valt over je.
Dit is een nogal onbevredigend antwoord, als je slapeloze nachten hebt.
Prachtig! En tegelijk, was het maar zo…

Maar als het je gegeven moet worden,
waar anders moet je zijn dan bij de gever?
En dat is precies wat David vertellen wil.
Alle verzen door verwijst hij naar God,
dat hij te vertrouwen is, echt luistert.
God zelf is zijn beschutting, voor zijn vragen,
God zelf is de plek waar David zijn bagage kwijt kan,
de lasten kan aflossen.
God zelf is de vertrouwde woning, waarin we veilig zijn.
David is als het ware ingegaan in de rust van God.


In de psalm is het waarom, nog wat bedekt.
Daarom wil ik kijken hoe de zoon van David,
omging met slaap, verdrukt zijn, en alles loslaten.

In Matteüs hebben we daarover gelezen.
Viel je ook op, toen we lazen over die storm op het meer,
hoe Jezus opeens de rust zelve is?
Daarvoor lazen we hoe moe hij was, hoe druk hij bezig is,
Nu ligt hij opeens te slapen terwijl het buiten zo tekeer gaat.
Machtige wind, hoe lang nog? Heer, geef me ruimte
als ik belaagd wordt, wees genadig, hoor mijn gebed.
Dat Jezus slaapt is niet omdat hij naïef is,
er was geen protestzanger die hem toezong:
Meneer de Messias, ga maar lekker slapen.
Denk maar niet aan leerlingen en storm op het meer
. Of iets dergelijks.
De heerlijke overmacht die Jezus laat zien,
hoe hij zijn rust en vrede aan alles en iedereen oplegt,
tot wind en water toe; het laat zien: hij is de rust zelve.
Ingaan in de rust van God, vrede vinden, betekent ingaan in Jezus.

Dat Jezus nu even sliep is geen onverschilligheid of naïviteit.
Want we zagen daarvoor, als Matteüs vertelt, hoe druk, hoe moe Jezus is:
Het laat hem niet onberoerd, ook Jezus heeft slapeloze nachten.
Hij verzucht: “De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten,
maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.”

Paulus zal later zeggen dat we elkaars lasten moeten dragen,
maar dat is omdat Jezus ons daarin is voorgegaan.
Onze ziekten heeft hij op zich genomen.
Matteüs 8 is daar vol van. We zijn halverwege begonnen,
maar als je het hele hoofdstuk zou doorlezen;
eerst komt er iemand met huidvraat, en Jezus wil dat hij rein wordt.
Dan komt er een Romeinse Centurio,
en dan maakt Jezus de ziekte van zijn slaaf soldaat.
Dan komt Jezus in het huis van Petrus,
waar zijn schoonmoeder met koorts op bed ligt, en Jezus geneest ook dat.
En dan begint het stuk wat we gelezen hebben,
al die mensen die op hem aandringen,
en Jezus voelt zich geroepen om ze te bedienen, om ze te leren.
Die schriftgeleerde die dan zegt:
“Meester, ik zal u volgen waarheen u ook gaat”,
Ach, die weet niet wat hij zegt.
Je weet niet wat je op je hals haalt, als je bij Jezus wil horen.
En dan verzucht Jezus, want niets menselijks was hem vreemd,
hoe moe hij is, hoe opgejaagd:
“De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten,
maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.”

Die vos en vogel hebben me aan het denken gezet,
waarom heeft Jezus het daar over? En ik ben er niet uit,
maar kijk maar wat jullie hiervan vinden:
Jezus noemt koning Herodes later een keer een Vos.
Die had een kasteel van een paleis, naast, eigenlijk boven de tempel,
een manier om de joden letterlijk onder de duim te houden.
De vossen hebben holen, zou Jezus daaraan hebben gedacht?

En dan de vogels: de vogels hebben nesten.
Misschien is dat net als de vossen, gewoon een willekeurig beeld,
of klinken hier in de achtergrond die bekende woorden van Psalm 84: Ps 84:4
“Zelfs de mus vindt een huis
en de zwaluw een nest waarin ze haar jongen neerlegt,
bij uw altaren, HEER van de hemelse machten, mijn koning en mijn God.”

Zie je het voor je, een altaar, waar vlees opgaat en verbrand,
maar tussen de spijlen door, in een hoekje, waar het niet verbrand,
heeft een vogeltje een schuilplaats gevonden.
Bij U onder de pannen, God.

Jezus is moe, hij neemt alles op zich,
Hij draagt het als een offerlam, dat verzucht dat hij geen rustplek heeft.
verder doet het lam zijn mond niet open.
Van beide krijgt Jezus geen rust.
In het kasteel van de vos Herodes is hij niet vertrouwd.
Hij zal door het gerecht, de bezetter,
allen die op de tempel neerkeken vanuit het kasteel van vos Herodes,
door hen wordt hij uitgejouwd, de waarheid opgeofferd,
Want machtigen hebben de leugen als leidraad.
Maar ook in de tempel mag hij niet meer thuis zijn,
doordat hij door joden uitgeleverd wordt.
De vos heeft toezicht op het altaar,
waar de mussen zich thuisvoelen,
en tezamen verlekkeren ze zich aan het Lam van God.
“U laat me wonen in een vertrouwd en veilig huis”? Voor Jezus goldt dat niet.
Het huis van God, was niet meer vertrouwd,
de burcht erboven niet veilig.

Jezus is bezig, slooft zich uit, vermoeid zich,
met onze lasten, zorgen, zonden, ziekten.
“Meester, ik zal u volgen, waar U ook gaat”
Ja Prachtig! Maar tegelijk totaal onrealistisch.
Dat zou je niet alleen slapeloze nachten opleveren.
Daar ga je aan kapot.

De rust zelve, krijgt geen rust.
Het Lam was rusteloos, omdat hij alle onrust moet dragen:
Druk in de weer om al onze ziekten op zich te laden.
Het is Jezus, die ons torst,
al onze ballast, alles wat ons wakker houdt,
waar je burn–out van raakt, hij zal erdoor verteerd worden.
Maar omdat hij het voor ons gedragen heeft,
hoeven we er iets minder aan te tillen.
Dat is de vrede van psalm 4.

Jezus bracht het juiste offer. Heb dan vertrouwen in de Heer.
Vertrouwen in zijn draagkracht en reikwijdte.
Als je schuilt bij het offer van Jezus.
(Bij u onder de pannen, God.)
Als je rust in hem, omdat hij alles gedragen heeft,
dan zie je dat in hem, in zijn offer, alle storm buiten verstilt.

“In vrede leg ik mij neer
en meteen slaap ik in,
want U, Heer, laat me wonen
in en vertrouwd en veilig huis”

Amen


online delen:

tag slaap vakantie burcht vos vogel loslaten David

Meer preken uit Psalmen