1Joh. 1:7 | link naar preektekst |
God van Licht
doop | 2019-01-27 mo Heerde Doop |
Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Wat zou je ervan vinden:
als de complete browser–geschiedenis openbaar zou zijn?
Of als iedereen inzage had in je financiën,
van elke verkeersboete tot de gunstig ingevulde belastingaangifte,
van elk goed doel waaraan je gaf maar ook elke onzinnige aankoop.
Of wat zou je ervan vinden als een detective je hele leven zou
uitpluizen?
Wat zou je ervan vinden als je op de foto ging,
met zo’n grote resolutie, zo scherp, dat elke porie en puist te zien
is?
Of met een hitte–camera, die dwars door je kleren heenkijkt?
Het zou zijn alsof een bouwlamp op je leven wordt gericht.
Er is nergens om je te verschuilen. Alles staat opeens in het licht.
Alsof je leven onder een vergrootglas komt.
Ik denk dat we voor het grootste deel niets te verbergen hebben.
En toch is het niet prettig.
Voor sommige dingen zou ik me schamen.
Soms omdat het echt ongelooflijk fout was,
soms omdat het iemand anders gewoon niet aangaat, privé is.
Dat hoeft niet iedereen te zien.
Het is te open, te bloot, te licht.
Vanmorgen lezen we een tekst van Johannes.
En ook hij heeft het over licht. Licht waarin we alles zien.
Is het licht van God ook te fel?
Dat kan je denken hè?
Zoals belichting op een foto ongenadig kan zijn,
kun je ook denken dat het licht van God ongenadig is.
In het Licht van God zien we wie we zijn.
Ik zie mijn zwakke plekken, de dingen die ik liever verberg en verstop.
Waar ik me voor schaam.
Waarvan ik het liefst heb dat ze in een donker hoekje blijf,
en ze over het hoofd worden gezien.
Bijzonder is dat eigenlijk hè?
Waar we ons voor schamen, ook als je weet dat het fout is,
we hebben soms liever dat het over het hoofd wordt gezien,
dat iemand er niet naar kijkt…
Bij God is dat anders.
Want God wil je niet te kijk zetten.
Maar hij gaat je ook niet, ondanks alle fouten,
in een goed daglicht zetten. Dat zou oneerlijk zijn.
Johannes zegt dat zo:
“Als we zeggen dat we nooit iets verkeerds doen, bedriegen we
onszelf.
Gods waarheid is dan niet in ons.
Maar als we onze zonden eerlijk aan God vertellen, zal hij ons
vergeven.
Hij zal al het kwaad uit ons weghalen, zodat we helemaal rein worden.
Want God is trouw en rechtvaardig.”
Het licht is er voor om alles aan het licht te brengen.
Nog feller dan de lamp van de tandarts; gaat dieper dan een
röntgen–foto.
En laat onze behandelaar alle rotte plekken zien,
ook die diep in mij zitten.
Verborgen voor anderen, verstopt. Die niemand weet.
Heel makkelijk eigenlijk, heel gunnend zegt hij het:
“Maar als we onze zonden eerlijk aan God vertellen, zal hij ons
vergeven.
Hij zal al het kwaad uit ons weghalen, zodat we helemaal rein
worden.”
En ook ergens anders, heel eenvoudig zegt Johannes:
“Lieve vrienden, ik schrijf dit aan jullie om ervoor te zorgen
dat jullie geen verkeerde dingen doen.
En als één van jullie toch iets verkeerds doet, wees dan niet bang.
Want er is iemand die voor ons om vergeving vraagt bij God.
Dat is Jezus Christus, die zelf zonder zonde is.
Dankzij hem wil God onze zonden vergeven.
En niet alleen onze eigen zonden, maar die van de hele wereld.”
Dat is het licht. In dat licht ontdek je dan eigenlijk 3 dingen.
En het eerste wat we hebben gezien, is dus wat er niet goed is aan mij.
Maar zoals ik al zei, daar gaat het God niet om.
Wat hij wil dat je ziet, in het licht,
is dat je gewoon altijd bij Jezus terecht kan.
Dat is het tweede. We zien God.
Dan zien we ook dat God zelf, echt helemaal licht is.
Johannes zegt het in vers 5:
“God is licht. Er is helemaal geen duisternis in hem.”
Hij is niet Yin en Yang, hij is niet de balans tussen goed en kwaad.
Hij is niet het noodlot.
Nee, hij alleen is Een, hij is alleen maar puur, zuiver, wit licht.
Witter dan wit. Stralender nog dan die mooie sneeuwdeken.
Puur. Geen spoortje eigenbelang.
Fraude komt niet in hem op. Verleiding blijft niet aan hem plakken.
Hij is geen sadist die met onze levens speelt.
Volgens mij is dat belangrijk om te zeggen.
Want als God licht is, en als hij ons in zijn licht zet,
is dat dus niet om je in je hemd te zetten.
Johannes schrijft niet om je in de put te praten,
Nee, hij zegt juist: “ik wil dat onze vreugde volmaakt wordt,
en dat gebeurt als jullie bij God en bij ons horen.”
En dat is het 3e. We horen niet alleen bij God,
maar we horen ook bij elkaar. Dit is wat er gebeurt, vs7:
“als we leven in het licht (…) dan zijn we als gelovigen met elkaar
verbonden”
OK. Hoe werkt dat dan?
Want vindt je dat een logische conclusie:
dat je van licht aan elkaar verbonden raakt?
Daarvoor ga ik eerst weer een stapje terug.
Want het eerste wat ik ontdekte in het licht van God,
waren mijn zwarte plekken. Dat ik wel kies voor eigenbelang,
of dat je wel vatbaar bent voor fraude, of andere verleiding.
Dat waar ik me voor schaam,
al die dingen waarin ik dus niet op God lijk,
dat ontdek ik het in het licht.
Maar door er eerlijk over te zijn, door het aan God te erkennen,
door het in het licht te brengen, bij Jezus, de bron van het licht,
daardoor wordt het witgewassen, gezuiverd, schoongemaakt.
Jesaja zegt ergens, Jes 1:18
“Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw,
al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol.”
Hij brengt het in het licht.
Maar, als het licht er niet voor bedoelt is,
om jou missers en bloopers eens lekker in de spotlights te zetten,
en als het doel van God niet is, om al je fouten
en zwarte plekjes eens even goed belichten – wat dan wel?
Het is meer alsof je in het ziekenhuis bent, en naast een andere patiënt
ligt,
hey, moet je ook een röntgen foto, ik ook…
Of bij de tandarts. Gaatjes? hm… ik ook…
Dat schept een band.
Zo komen we samen bij onze heelmeester.
Ik heb Jezus nodig om rein gemaakt te worden.
Door eerlijk aan hem te erkennen wie en wat ik ben.
Ik verbeeld me niets. (pvn 131)
Maar als je dan, zo eerlijk, voor Jezus gaat staan,
dan verbindt Hij onze wonden, Hijzelf is onze verbinding.
En we blijven ook bij deze dokter komen, want hij is goed.
Maar ik heb dus hetzelfde als jij, en als U.
Dat schept de verbinding.
Hoe je in de licht stapt?
God nodigt je uit, kom maar.
Precies de doop gaat daarover. Je hoort erbij.
God sluit een verbond, legt een diepe band,
vanmorgen met Jaira.
En God belooft je: ik ga je beurse plekken verzorgen,
de schrammen op je ziel genezen.
En de ongelukken die je maakt, ik zal het herstellen.
Kom maar, laat me je eens goed bekijken.
En omdat we eerlijk voor God willen staan,
zit ook die, toch wel een beetje heftige doopvraag er in,
“Erkennen jullie dat onze kinderen van hun vroegste begin
in de macht van de zonde zijn en aan het eeuwig oordeel
onderworpen”
Dat is niet omdat we dat nou zo leuk vinden,
of omdat we in de kerk van die duistere zwartkijkers zijn.
Nee, in het licht van God hebben we dat leren zien.
Die röntgenfoto geeft aan hoe diep, mijn eigenbelang zit,
mijn zelfgerichtheid, gebrek aan liefde.
Dat zonde een nare erfenis is, die je doorgeeft,
naast al die mooie dingen, zoals je kleur haar of ogen.
Johannes zegt het echt:
“Als we zeggen dat we nooit iets verkeerds doen, bedriegen we
onszelf.
Gods waarheid is dan niet in ons.”
Dus laten we het eerlijk zeggen. Dit is wie we zijn.
Ik en jij, en zelfs ook deze kleine lieve mooie meid.
“Maar als we onze zonden eerlijk aan God vertellen, zal hij ons
vergeven.”
“Helemaal rein door het bloed van Gods Zoon, die voor ons gestorven
is.”
Ok, dit hebben we dus allemaal. Maar dat betekent wel iets.
We zitten dus aan elkaar vast. We horen bij elkaar
“Als we leven in het licht (…) zijn we als gelovigen met elkaar
verbonden.”
We zitten zo dicht bij het licht,
we zien soms ook wel erg makkelijk de vlekjes,
en ongerechtigheidjes van de ander, en ook die mega grote…
Vergeving tussen mens en God, dat lukt God schitterend,
maar hoe werkt dat tussen mensen…?
Ik las laatst een goed doordenkertje, en die heeft hier mee te maken.
Het artikel zei, dat we elkaar niet om vergeving moesten vragen. (herkomst)
En nu denk je misschien: dat is gek;
in de kerk zou dat toch juist wel moeten kunnen?
Maar dit de reden.
Als ik iets fout heb gedaan, aan jou, of aan U.
Echt iets ergs, waar je niet zomaar klaar mee ben.
En ik voel ook wel dat het niet helemaal OK was, en ik vraag vergeving.
Dan heb ik eigenlijk van mijn probleem, mijn fout,
jouw probleem gemaakt.
Ik zeg eigenlijk: ik heb iets fout gedaan,
en daarom heb ik nu vergeving van jou nodig.
Eigenlijk betekent dat: ik heb er een probleem mee dat je boos op me
bent
en jij moet het maar oplossen.
Maar dat klopt toch niet?
Nee, ik moet de verantwoordelijkheid om het op te lossen
niet bij de ander leggen. Het oplossen van het probleem is mijn taak.
Dus niet om vergeving vragen. Maar wel erkennen wat je misdaan hebt.
Wel spijt hebben, excuus aanbieden. Eerlijk zeggen: Ik ben fout
geweest.
Daarmee zeg je ook: Ik begrijp dat je boos bent.
Je hebt het recht om boos te zijn en boos te blijven.
Ik schik me naar jou en aanvaard de consequenties van mijn daden.
Maar als het goed is, als het kan, in het licht van God,
is het dan vaak mogelijk om echt te vergeven.
Dit is wat de Bijbel noemt: het belijden van zonde.
Ik denk dat het goed is om ook een belangrijk verschil
tussen God en mensen te benoemen.
God kan er wel tegen, als ik mijn fouten zijn probleem maak.
En in Jezus mag je alle vertrouwen hebben, dat het weg is.
Op een wonderlijke manier is Gods hart zo groot.
Hij weet dat ik niet uit mezelf beter wordt,
dat ik niet van mezelf rein wordt,
ik mag het zijn probleem maken.
Het licht van God is dus:
dat hij zo liefdevol is, zo’n groot hart heeft
dat hij ons verzorgen wil.
En zo geeft hij ons alle ruimte om eerlijk te zijn,
naar hem toe, maar ook naar elkaar.
Dit is wie ik ben, ik hoef niet te verduisteren wie ik ben.
God is licht. Er is helemaal geen duisternis in hem.
Vanmorgen wil ik je uitdagen: stap ook in het licht.
Het is er goed, en warm en behagelijk.
Hij maakt ons met zo schitterend als hij is.
Amen
online delen:
licht zonde en vergeving gemeenschap
Meer preken uit 1 Johannes