Stilte Votum (nlb 291a) en groet DNPs 134:1,2 (Kom, trouwe dienaars van de HEER) L: Hebr 13:15,16 (BGT, lees ik, ook op de beamer) als wet: Hebr 13:1-9 (BGT) Gebed Kinderen naar voren voor kinderlied Kinderlied (begeleid op orgel) OTH 484: De Heer is mijn herder (oude bundel OTH 394) Daarna met de lantaarn naar Bijbelclub Hebr 13:10-24 (BGT) Preek ELB 289:1-4 (Ik geloof in God de Vader) Viering avondmaal: Instellingswoorden Gebed NLB 400:1-5 (Voordat ik kan ontvangen brood en wijn) (diakenen maken tafel klaar) Woorden bij brood en wijn en nodiging: Tafel 1 Ps 103:1 (Zegen, mijn ziel, de grote naam des Heren) Tafel 2 Ps 103:2 (Loof hem, die zo met gaven) Tafel 3 Ps 103:3 (Hij is een God van liefde en genade) (van tafel) NLB 912:1,2,5,6 (Neem mijn leven, laat het Heer) Toelichting omgekeerde collecte Omgekeerde collecte (tijdens collecte komen kinderen terug uit bijbelclub) Mededeling KR Gebed GKB 211:1-3 (Wij knielen voor uw zetel neer) (melodie = LvK231) Zegen en Danish Amen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Het voelt als lootje trekken.
Ik weet dat sinterklaas nog even duurt,
maar daar moest ik aan denken.
Je trekt een briefje.
En dan voor hem of haar op zoek naar het juiste kado.

Als je die persoon mag, of graag een geintje mee uithaalt,
ja, dan is het leuk om na te denken: wat zal ik geven?
Maar wat als hem of haar niet mag?
Als je de collega of klasgenoot hebt, waar je eigenlijk niets van weet?
Of als je er eigenlijk niet iets voor over hebt.

Dit geldt natuurlijk niet alleen voor sinterklaas.
Ook bij een verjaardag; soms wil je echt een mooi passend kado geven.
En daarmee zeggen: ik zie jou, ik ken jou.
Maar ik vind het soms moeilijk om iets passends te bedenken.
Wat is nou het juiste kado, iets waar hij of zij van houdt?

Soms weet je het niet wat je geven moet.
Tja. Dan kun je altijd nog een envelop geven,
of een cadeaubon, of doe maar een flesje wijn.
Maar zijn dat niet de cadeautjes waarmee je laat zien:
sorry, eigenlijk ken ik je niet goed genoeg?

Vanmorgen gaat het over wat we aan God kunnen geven.
In de collecte geven we iets van ons geld.
En net zoals het geven van een cadeaubon, soms wat onpersoonlijk is,
zo heb ik het idee dat het geven van wat geld, ook niet zo hartelijk voelt.
Heb jij als je geld in de collectezak stop het gevoel:
ja, nu geef ik iets aan God!
Dit voelt goed, dit zijn offers waar God van houdt?


Waarom geven we eigenlijk?
De collecte is een moment, een offer van dankbaarheid.
Het zit vaak aan het eind van de dienst,
niet als een pauze, maar met opzet na de preek.
En het idee daarachter is: je hebt het goede nieuws gehoord,
God zegt: “Ik zal bij je blijven, ik zal je niet in de steek laten”
Je krijgt vertrouwen: “De Heer zal mij helpen. Daarom ben ik niet bang.
Mensen kunnen me geen kwaad doen.”

Je hoort weer hoe God je heeft gered.
En daar reageer je op, met opluchting, met dankbaarheid.
Dat is dus niet omdat je moet betalen voor genade,
maar als je genade hebt gekregen, ja, dan heeft dat je zó te pakken,
het neemt je mee, het verandert je, het zet je in beweging,
om achter Jezus aan te gaan, hem te volgen.
Hij was offervaardig, nou, dat wil ik ook leren!

Maar nog een keer die vraag: ervaar je dat ook, als je geld geeft?
Straks houden we de omgekeerde collecte.
We geven dan geen geld, maar we geven ons hart,
iets van onze aandacht, van onze tijd,
aan mensen om ons heen, hier in de gemeente.
Er zullen briefjes inzitten, die je helpen,
om naar elkaar om te zien, precies de dingen die Hebreeën bedoelt met:
“elkaar te helpen en dingen met elkaar te delen.
Dat zijn de offers waar God van houdt!”

Of zoals de nieuwe bijbelvertaling heeft:
“Houd de liefdadigheid en de onderlinge solidariteit in ere.”


Maar dan heb je straks een briefje in je hand.
En dan staat er iets op en je denkt:
Bah! echt helemaal geen zin in! Oh, dat is niets voor mij…

Dat kan, hè?
Nu mag je best het briefje ruilen. Iets zoeken wat bij je past.
Maar voor je dat doet wil ik je wel iets vragen.
Want wat gebeurt er dan eigenlijk, waarom hebben we soms geen zin?
Waarom denk je dat het niet past?
Ik wil daar vanuit de tekst over nadenken,
en daar heb ik 2 opmerkingen bij.


Net hebben we als leefregel van God gelezen uit het begin van dit hoofdstuk.
Je treft het ook aan in brieven van Paulus bijvoorbeeld,
daar kan hij allemaal aanwijzingen geven,
hoe het leven van een christen eruit hoort te zien.
Aan het eind van de brief aan de Romeinen: Rom 12:1
“Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid
vraag ik u om uzelf als een levend, heilig
en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen,
want dat is de ware eredienst voor u.”

Of aan het eind van de brief aan Efeze: Ef 5:1–2
“Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die hij liefheeft,
en ga de weg van de liefde, zoals Christus,
die ons heeft liefgehad en zich voor ons gegeven heeft als offer,
als een geurige gave voor God.”

En daarna volgen allemaal oproepen.
Ga niet vreemd, wees niet gierig, zoek het goede voor de ander.
Deze oproepen, zijn natuurlijk prima.
Maar als je ze los leest, dan kan het zomaar wettisch worden.
Je moet zus en zo. En er mag van alles niet.
Daar houden we vaak niet van. Ik niet tenminste.
We leven ook in een tijd, waarin echtheid belangrijk is.
Als je de opdracht krijgt om iets goed te doen,
is het dan wel echt? Is het authentiek? Dit zijn echt vragen van vandaag.

Dat gevoel van moeten verdwijnt volgens mij, als je let op de plek waar ze
staan. Al deze opdrachten staan telkens aan het eind van de brief.
Er is eerst een evangelie aan vooraf gegaan.
Paulus doet een beroep op de liefde van God.
Hij vraagt om het voorbeeld van God na te volgen,
maar pas nadat Jezus het goede voorbeeld heeft gegeven.
Hoe laat je merken, hoe is zichtbaar in het leven,
dat Jezus zijn leven eerst gegeven heeft?
niet jij moet bewijzen goed te zijn,
maar je mag laten zien, dat Jezus werk effect heeft in je leven.

Mag de omgekeerde collecte van vanmorgen, je daarover laten nadenken?
Als we authenticiteit, echtheid belangrijk vinden,
kijk dan vanmorgen in je hart, om te zien of je wat voor God wil doen.
Wil je dat?
Als je daar ruimte voor hebt, neem dan 1 of meer briefjes.
Als je niet wil, ok, dat kan ook.
Ik geloof ook echt dat daar ruimte in een kerk voor moet zijn.
Want gedwongen liefde is geen liefde, is geen oprechte reactie.
dus laat je niet chanteren tot liefdadigheid.
Als je het gevoel hebt dat het moet, nee, echt niet.
Hebreeën zegt dan: “Zulke regels zijn zinloos!”

Maar als je merkt dat er even geen liefde is,
als die ruimte er niet is,
laten we ook dán echtheid en authenticiteit hoog houden,
en dan met dat kwetsbare, hart, aan tafel aanschuiven.
Heer, wilt u dit hart aannemen, gebroken,
en niet zo liefdevol als het uwe. En wil dat dan veranderen?


Dat was de eerste opmerking, bij de reactie,
dat we soms helemaal geen zin hebben,
om aangespoord en gemotiveerd te worden.

De tweede opmerking, waar nog een uitdaging in zit,
zie je in hoe Hebreeën spreekt over Jezus als offer.
Hebreeën haalt er een stukje van de wetten van Mozes bij.
Toen Aaron en zijn zoons als priesters werden gewijd,
moesten er offers worden gebracht. En een van die offers was een stier.
Van die stier moesten ze bloed op het altaar sprenkelen.
Maar het kadaver van de stier moest buiten het legerkamp verbrand
worden. Hebreeën trekt de parallel met Jezus,
die ook buiten de stadspoort heeft geleden.
En daar zit ook iets in van, wat onheilig is, moet uit de stad van God.
Hij wilde de zondebok zijn, en de zondebok stuurde je weg,
het offer, dat buiten de poort werd gegooid.
“Jezus Christus is voor ons gestorven.
Dat is het offer dat hij voor onze zonden gebracht heeft”

Maar er zit ook iets in van: Jezus zocht de randjes op.
Keek buiten de veilige lijntjes, zijn hele leven al zocht hij de randfiguren op.
en dan trekt Hebreeën de conclusie:
“Wij moeten laten zien dat we bij Jezus horen.
Ook al zullen we dan moeten lijden, net als hij. ”

Je net als Jezus opofferen, betekent ook net als Jezus,
buiten de veilige grens van de stad, buiten je comfort zone,
en dat betekent ook dat het je wat kan kosten…

Misschien past de omgekeerde collecte wel bij je, en misschien ook niet.
Maar de dingen die we uit liefde voor Jezus doen,
mogen best buiten je comfort zone liggen.


Twee opmerkingen bij de collecte voor zo meteen.
En ik heb het gevoel dat de lat daarmee hoog ligt.

Vanmorgen vieren we de maaltijd van de Heer.
Hij is het offer, Hij wilde de zondebok zijn.
Jezus deed het vrijwillig. Hij deed het met liefde,
weggeleid worden, buiten de poort gegooid worden,
hij gaf het van harte, het bloed dat op het altaar spetterde.
Het was authentiek, echt.

Het was voor mijn hart, dat niet altijd mee wil.
Dat niet zo vol liefde is, dat niet wil volgen,
dat het lijden uit de weg gaat, en een comfortabel plekje zoekt…

Jezus zelf deed aan het kruis een omgekeerde collecte.
Hij verzamelde er niet onze goede werken,
maar juist alles wat er gebroken is in deze wereld.
De pijn over je kwetsbare gezondheid,
het verdriet over de dood,
de gebrokenheid van al onze zonden,
en dat hart, dat soms niet goed wil doen,
en te weinig liefde voor de ander heeft.
Jezus was de collectezak die een vuilniszak werd,
hij verzamelde alles en buiten de poort werd alle ellende weggedaan,
verbrand, weg ermee.

Hij maakt ons schoon, en opgeruimd staat netjes. En nu?
We hoeven hem niet terug te betalen,
dat kan en hoeft niet. Genade is gratis, want het was onbetaalbaar.
Maar hoe kunnen we hem bedanken?
Met een envelop of een kado–bon?

Doe maar een flesje wijn.
Een toast op het nieuwe verbond,
waar mijn stenen hart zacht wordt,
en ik leer om hem te volgen.
Waar we een toast uitbrengen op zijn komst,
verlangend om weer samen te zijn.
Een toast op het oefenen, van het liefhebben van God.
En onze naaste als onszelf.

Op het nieuwe leven. Amen


online delen:

tag offer wet collecte wijn

Meer preken uit Hebreeërs