Mic. 4:1-8 | link naar preektekst |
Op(en)trekken
advent(a) PowerPoint beschikbaar | 2019-12-08 mo Heerde 2021-12-05 mo Wapenveld 2021-12-19 leespreek Enschede-West 2022-12-04 leespreek Zwolle-Berkum 2024-12-08 leespreek Hoogvliet-Spijkenisse |
Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,
De afgelopen week werd mijn mailbox gebombardeerd met aanbiedingen.
Het vorige weekend hadden we black friday en cyber monday.
En van maandag, toch zeker wel tot woensdag, kreeg ik herinneringen,
of ik toch echt geen gebruik wilde maken van mega–korting.
Of je nu meedoet voor thanksgiving, sinterklaas of kerst, dat maakt niet
uit.
De aanbiedingen vlogen me om de oren.
Van diverse websites die ik gebruik, mijn favoriete bijbelprogramma,
en van mediamarkt tot vitaminepillen.
Wat een mediageweld! En dan heb ik het alleen nog maar over m’n
inbox…
Van alle kanten worden we overvallen, met agressieve campagnes,
iedereen wil dat je je portemonnee trekt,
reclames doen een aanslag op je aandacht.
Als we al dat geweld nu eens konden inzetten voor iets goeds.
Precies die gedachte pakt Micha op: foto 1
als we dat geweld nu eens konden inzetten, voor iets goeds.
Alle energie die we bijvoorbeeld in wapens stoppen,
– om ze te maken, te vervoeren, te verkopen –
als we dat nu eens besteedde, aan wereldhonger ofzo.
Dat we levens redden, in plaats van verwoesten.
Dat we energie steken, niet in stof dat verstikt, maar wat leven geeft.
Als we alle energie die in marketing wordt gestoken,
en die een beroep doet op de hebberigheid van mensen,
nu eens wordt omgebogen naar gulheid. Mic 4:3b,4
“Dan zullen zij hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers
en hun speren tot snoeimessen.
Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk,
geen mens zal meer weten wat oorlog is.
Ieder zal zitten onder zijn wijnrank en onder zijn vijgenboom,
door niemand opgeschrikt,
want de HEER van de hemelse machten heeft gesproken.”
Man, dat lijkt me het paradijs.
Micha zag hoe zwaarden werden omgesmeed tot ploegen.
Van speren worden harken en schoffels gemaakt.
Geweren uit elkaar gehaald, en omgebouwd tot een stethoscoop,
tanks worden tractoren.
Hier zie je nog een foto van datzelfde kunstwerk. foto 2
Echte revolvers zijn omgesmeed tot een grote ploeg.
Zoals een schip door het water klieft,
of de doorbreker van vorige week door het ijs,
zo wordt nu het land open getrokken
om te kunnen bezaaien en vrucht te kunnen dragen.
En dan na afloop: lekker chillen in de tuin.
“Ieder zal zitten onder zijn wijnrank en onder zijn vijgenboom”
Moet het wel weer snel zomer worden,
maar dan genieten van je oogst:
een glas wijn, bakje olijven, wat vijgen…
“Door niemand opgeschrikt,
want de HEER van de hemelse machten heeft gesproken.”
Dit is wat Micha ziet.
De profeet kwam uit Moreset, het platteland.
Hij was zeg maar de provinciaal, niet iemand uit de grote stad.
En je hoort in zijn woorden ook, hoe mooi hij dat landleven vind.
Zou hij vanuit een soort landelijke trots,
ook een beetje neer hebben gekeken op de hoge heren van de stad?
Die denken dat ze heel wat zijn; hij geeft er wel op af.
Kijk maar een aantal verzen eerder. Mic. 3:9–12
“Hoor toch wat volgt, leiders van het volk van Jakob
en heersers van het volk van Israël,
jullie die de gerechtigheid verafschuwen en al wat recht is krom maken,
die Sion bouwen op bloed en Jeruzalem op onrecht.
De leiders spreken er recht in ruil voor geschenken,
de priesters geven onderricht tegen betaling,
de profeten voorspellen voor geld,
terwijl ze zich op de HEER beroepen en zeggen:
‘De HEER is toch in ons midden? Ons kan geen kwaad overkomen.’
Daarom, door jullie toedoen, zal de Sion
als een akker worden omgeploegd,
zal Jeruzalem een ruïne worden en de tempelberg een overwoekerde
heuvel.”
Weer die beelden uit het landleven,
maar nu niet zo mooi: Omgeploegd. Overwoekeren.
Het is alsof je Jezus hoort uitvaren tegen de leiders uit zijn tijd.
We lezen vanmorgen een fijne tekst uit Micha,
misschien wel de meest lichte, de meest opbeurende,
maar als je de afgelopen week met het rooster hebt meegelezen,
dat is wel een uitzondering in het boekje Micha.
Deze mooie verzen uit Micha, kom je ook tegen bij de profeet Jesaja.
Misschien ken je de tekst. Hij staat ook vlakbij het gebouw
van de Verenigde Naties in New York. foto 3
Micha profeteerde in ongeveer dezelfde tijd als Jesaja.
Jesaja zou wel eens een profetenklas gehad kunnen hebben,
waar Micha een van zijn leerlingen was.
Zo kun je begrijpen hoe Micha woorden van Jesaja aanhaalt.
Tussen al het politiek geweld,
zijn deze woorden een verademing.
Want het is de tijd dat Israël en Juda gescheurd zijn;
dus allesbehalve verenigde naties.
En de Assyriërs zijn een bedreigende macht.
Samaria, de hoofdstad van de noorderburen,
en het grootste deel van het volk van God,
de stad zal in deze periode vallen en de mensen weggevoerd.
Jeruzalem ontspringt maar op het nippertje de dans.
“Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk,
geen mens zal meer weten wat oorlog is.”
Het is een diep verlangen.
Maar het voelt een beetje onrealistisch aan, zwart
als de mensen horen over de politieke spanningen,
de agressieve campagnes, en het lot van de 10 stammen.
En Micha zelf, maakt het met zijn eigen pittige taal
ook niet echt heel erg vredig.
“Ons kan geen kwaad overkomen?”
Echt wel! Jeruzalem ontspringt dan nu de dans,
maar ruim 100 jaar later, gaan ze net zo hard Samaria achterna.
“Geen mens zal meer weten wat oorlog is.”?
Dat zal, maar dat is nu nog niet!
En er komt een dag, dat Sion als een akker wordt omgeploegd,
Jeruzalem een ruïne wordt en de tempelberg overwoekert.
Micha heeft dan de woorden van Jesaja geleerd, Joel 3:9,10
over vrede die ooit zal komen.
Maar dat betekent niet dat voor God alles zomaar pais en vree is.
Kijk eens naar een andere profetie:
“Roep de volken op: Bereid je voor op de strijd,
laat je helden aantreden, laat al je strijders nu ten strijde trekken!
Smeed je ploegijzers maar om tot zwaarden en je snoeimessen tot
speren.”
Precies een omkering van wat Jesaja en Micha zeggen.
Oef. Dus dat paradijs wat Micha ziet, die schitterende dag,
zwart
hoe komt dat er dan, en wanneer komt het?
Dat is niet als iedereen ecologisch gaat leven,
van de stad naar het landelijke, ofzo.
Nee. Dat begint juist, als de volken optrekken naar Jeruzalem.
Kijk maar in vers 1 en 2:
“Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de HEER rotsvast
zal staan,
verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen.
Volken zullen daar samenstromen, machtige naties zullen zeggen:
‘Laten we optrekken naar de berg van de HEER,
naar de tempel van Jakobs God.”
Moet je die woorden even goed op je laten inwerken:
Want dat is precies het doembeeld dat zovelen voor ogen hebben.
Al die legers, die optrekken: Is na Samaria, nu Jeruzalem aan de beurt?
Kom laten we optrekken…
Maar waarvoor komen de volken naar de tempel?
Wat willen ze er doen: De berg omploegen?
De hele boel omwoelen, kaf van het koren scheiden?
Diepe sporen trekken, zoals de gesel later op Jezus’ rug zou doen?
Nee, de volken trekken naar de tempel,
omdat ze door God geleerd willen worden.
Hij moet ons onderrichten. Hij moet ons de weg wijzen.
Wij willen zijn weg bewandelen.
Je proeft hier een ontvankelijkheid.
Mensen staan open voor het onderwijs van God.
Dat is wanneer het paradijs begint.
Dat is wanneer mensen vrucht dragen,
Zo zullen mensen de strijdbijl begraven,
en hun energie gaan steken in dat wat goed is;
als mensen willen luisteren naar het onderwijs van God.
Die mensen die Micha ziet, staan open, zijn ontvankelijk.
Het is de adventsvraag bij uitstek: hoe zal ik u ontvangen?
Hoe maak ik me klaar voor de ontmoeting met Jezus?
Dat is niet: wij zullen wel even optrekken,
nee, er iets met ze gebeurd, ze zijn open–geploegd.
Het mooie van profetieën,
is dat ze je leren kijken, met de ogen van God, vanaf de andere kant.
Dat andere perspectief zie je in vers 6.
Want kijk eens hoe die mensen daar worden genoemd;
het zijn dezelfde mensen als van vers 2, die zeggen:
wij willen optrekken, Hij zal ons onderrichten,
ons de weg wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen.
In vers 6 tekent Micha ze als kreupel. Mic 4:6,7
Zo heel lekker lopen ze dus niet.
Wij zullen optrekken, zijn paden bewandelen?
Dat gaat nauwelijks als je kreupel bent.
En dat is nu precies het punt.
Maar als die tijd gekomen is, verzamelt God al de kreupele mensen,
de verstrooiden, de mensen die een scheve schaats rijden,
die brokken maken, die misstappen begaan, en van het padje gingen.
God verzamelt ze, hij hark ze bij elkaar.
Dat is vers 6 en 7:
“Als die tijd gekomen is – spreekt de HEER –
zal ik de kreupelen verzamelen, de verstrooiden bijeenbrengen,
verenigen wie ik onheil heb gebracht.
De kreupelen zal ik sparen, van de verdrevenen maak ik een groot volk,
en op de Sion zal de HEER hun koning zijn, van nu tot in
eeuwigheid.”
Dat is de schitterende dag die Micha ziet. zwart
Gebroken mensen, die eerst de wapens opnamen tegen God,
en tegen zijn volk; mensen waar je eerst bang voor was,
die nu opeens aan Gods kant zijn gaan staan.
Het waren ook mensen die onder het oordeel van God stonden,
mensen “wie ik onheil bracht” zegt God.
Maar ook God heeft zijn wapens omgesmolten, de strijdbijl begraven.
Hij geeft zijn energie nu aan die mensen, zodat ze tot bloei komen.
En dan dus niet omdat wij hebben gezegd: laten we optrekken.
Zullen wij eens even naar God gaan om te leren hoe we leven moeten!
Dat moest je toen eens zeggen, tegen de mensen in Jeruzalem.
Die Assyrische belegeraars zaten helemaal niet te wachten
op onderwijs vanuit de tempel.
Micha zegt dat zijn volksgenoten er eigenlijk ook niet naar wilde
horen.
En ik eigenlijk ook niet. Ik wil uit mezelf helemaal niet luisteren.
Gods perspectief is: dat we kreupel zijn.
Dat wij mank gaan, door het leven strompelen.
Maar God heeft zijn wapens verandert in krukken,
hij leert me lopen. Hij maakt ons zacht, en ontvankelijk.
Mensen zullen niet langer tegen hem optrekken,
maar God zal ons zachtjes opentrekken.
Hij komt, zodat we ervoor openstaan dat hij komt.
Dat onderwijs vanaf de berg Sion, en dat optrekken naar de tempel,
en dan verwachten dat je daar het onderricht van God zult horen;
die verwachting heeft de vroege kerk, in Jezus vervuld gezien.
Als je naar Jezus luistert, hoor je het onderwijs van God,
vanuit de tempel, vanaf de berg Sion.
Je hoort het verlangen naar de komst van Jezus in die woorden van
Micha:
“Laten we optrekken naar de berg van de HEER,
naar de tempel van Jakobs God.
Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen,
en wij zullen zijn paden bewandelen.’
Vanaf de Sion klinkt zijn onderricht, vanuit Jeruzalem spreekt de HEER.
Hij zal rechtspreken tussen machtige volken,
over grote en verre naties een oordeel vellen.”
Op meerdere plekken in de evangeliën, noteren de schrijvers bewust,
dat Jezus zijn onderwijs geeft: in de tempel.
En als hij gevangen genomen word, om voor alle verenigde naties
in ballingschap te gaan, zegt Jezus: Mt. 26:55
“Met zwaarden en knuppels bent u uitgetrokken om mij te arresteren,
alsof ik een misdadiger ben!
Dagelijks was ik in de tempel om onderricht te geven,
en toen hebt u me niet gevangengenomen.” zwart
Maar de dag is gekomen. Het onderwijs van de Heer staat als een huis.
Rotsvast verhaal. Volken stromen ook vandaag weer samen.
Om te luisteren naar het verhaal van Jezus, koning over de kreupelen.
Hij zegt: sta op en wandel.
Het licht komt op, het wordt een stralende dag,
als je ziet hoe God jou en mij bij de hand neemt.
En meeneemt op zijn weg. Ik wil dat je zo loopt.
Maar hoe ben ik ooit zover gekomen om daar naar te willen luisteren?
Dat is omdat hij zegt: En ik wil ook dat je weet,
dat voor elke struikelende stap, elke misser, dat ik je weg gelopen heb.
De aarde wordt losgewoeld, en we zien de landman ploegen.
Op zijn rug zie je nog de striemen,
de diepe sporen die de gesel achterliet op zijn black friday.
Zo trok hij de wissel in mij, zo maakt hij jou en mij open
voor deze ongekende mega–aanbieding. Gratis.
We verwachten dat hij komt.
Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen,
en wij zullen zijn paden bewandelen. Gaan in zijn spoor.
Amen
online delen:
open wandelen landbouw oordeel
Meer preken uit Micha