Stilte Votum en groet DNPS 65:2,4 (Gelukkig wie bij U vertoeven) Gebed Lezen Ps 65 Preek DNPS 65:1,3,5 Dankgebed Collecte NLB.245:1-3 ('k wil u, o God, mijn dank betalen) Zegen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

De stilte is verdwenen,
als je op de fiets zit en lekker een muziekje over de speakers luistert.
Als je al jaren aan de snelweg woont,
en merkt hoe het ronken van vrachtverkeer is toegenomen.
Misschien kwam de stilte weer een beetje terug,
door een mindere economie, of in tijden van een lockdown.
Maar zelfs daarin zie je de stilte verdwijnen.
Een paar maand terug nog accepteerden we die lockdown nog gelaten.
Iedereen snapte toen dat het nodig was.
Maar langzamerhand is er meer weerstand, het geduld is op,
mensen laten van zich horen; … en de stilte is verdwenen.
Mensen roepen en schreeuwen, soms uit nood, soms om aandacht.
Een vreugdekreet, als je bang bent, of een snik,
maar we laten van ons horen.

We zitten ook niet stil. Een succesvol leven is nooit saai.
En wordt je stilgezet, dan klinkt dat meestal niet positief.
Stilstand is achteruitgang, zeggen ze dan.
Als bezige bijen, zoemen we om elkaar en zijn we druk, druk, druk.
En is dát waar je voor danken wilt: voor gewas en voor arbeid,
Dan ben je blij met alles wat je hebt mogen doen.
Voor het geluid van trekkers en combines,
het geklater van het beviste water,
of het zachte geratel van je toetsenbord.
En weer: de stilte is verdwenen.


Ook in onze vertaling is de stilte verdwenen.
(Ik heb de teksten vandaag niet op de beamer.
Dus misschien is het goed om de psalm erbij te pakken.)
Als je kijkt naar vers 2: “U komt de lof toe, God die woont op de Sion”
Maar in oude vertalingen kwam je de stilte wel tegen,
“U komt stilheid toe, een lofzang”, in de vertaling uit 1951.
En de Statenvertaling heeft: “De lofzang is in stilheid tot U, o God”
Ook in onze berijmingen. In de oude GKV berijming:
“De lofzang klinkt uit Sions zalen, tot U met stil ontzag.”
Liedboek heeft het nog duidelijker: “De stilte zingt U toe, o Here”
Maar in de Nieuwe Bijbelvertaling is de stilte verdwenen.

Dit is een vertaalprobleem, of liever, een dubbelheid in de taal.
Het woord betekent óf stilte, óf dat het passend is, dat het moet.
Dus het is passend, terecht, dat God lof krijgt.
Of de stilte, is de lof die God krijgt.
Ik denk dat het een mooie manier van zeggen is dat het allebei is:
stilte is een passende houding naar God toe.
Het is zelfs tot zijn eer, als ik een keer m’n mond houd.
Of niet weet wat ik zeggen moet.

En dat raakte me, in de voorbereiding.
Want in deze tijd danken is lastig…
Kunnen we niet beter bidden, voor wie ziek is?
Voor wie in de zorg werkt, dat iedereen het een beetje vol blijft houden.
En dat de zelfstandige ondernemers overeind blijven,
niet omvallen vanwege al de klanten die thuis blijven.
Kunnen we niet beter bidden, voor al die mensen die bang zijn,
en niet meer het huis uit durven.
Die hun sociale leven opofferen, zich terugtrekken,
misschien wel langer dan nodig is, en meer dan goed voor hen is.
Of voor die Franse steden, waar aanslagen waren, eergisteren in Wenen.
Maar nu gaan we dus danken, misschien wel tegen beter weten in.
En staan we niet een beetje met de mond vol tanden? Vallen we niet stil?

Maar dit raakte me. Als stilte een loflied is voor God,
hoef ik het dus ook niet te weten of te snappen.
Mag ik bij God aangeslagen zijn, en even stil vallen.


Juist als je stil wordt, (en dat is wat Psalmen zo goed kunnen)
dan zie je opeens weer even het grote plaatje.
Psalmen helpen ook zo goed om God in dat grote plaatje te plaatsen.
En van daaruit, om Hem te loven, te bedanken,
niet alleen om de dingen die ik zelf bedacht,
maar ook om alles wat even aan mijn aandacht zou ontsnappen
als ik overspoelt ben door zorgen en angsten.

Kijk, in vers 10 zit je natuurlijk midden in de dankdag–stemming:
“U zorgt voor het land en bevloeit het, u maakt het vruchtbaar,
vol water staat de rivier van God.”

Het grote plaatje is natuurlijk dat God zorgt voor vruchtbaarheid en water.
“U bewerkt het land voor het koren, zo bewerkt u het
u doordrenkt de voren en effent de kluiten,
doorweekt ze met regen en zegent het jonge groen.”

Het grote plaatje is dat God dwars door al die landbouwers meeploetert.
En dan kun je zeggen, zelfs in dit bizarre jaar 2020:
“U kroont het jaar met uw goede gaven, waar uw voeten gaan, druipt het van overvloed,
de velden in de steppe druipen, de heuvels omgorden zich met gejubel,
de weiden kleden zich met kudden, de dalen tooien zich met graan.
Zij zingen en juichen elkaar toe.”

Je zit zo echt midden in de dankdagstemming.

Trouwens ook grappig, dat in de loop van de psalm de stilte echt verdwenen is,
want daar komt jubel, en zingen en juichen voor in de plaats.

Maar dat is niet helemaal het punt van de psalm.
het grote plaatje is niet alleen dat God zorgt voor regen en eten.
Het grote plaatje is ook dat God een ongekende power heeft.
Vers 7 bijvoorbeeld:
“U hebt met kracht de bergen vastgezet, u bent omgord met macht,
u brengt tot bedaren het geraas van de zeeën,
het gebulder van de golven, het tumult van de volken.”

Dat is wel een mooie, hè? Als het om je heen raast, het tumult…
Als je zo verlangt naar de rust en stilte,
maar je overspoelt wordt door vragen en zorgen.
De stilte was misschien verdwenen.
Maar God brengt het geraas en het gebulder tot bedaren.
En niet alleen de omgeving wordt dan stil. Ook wij.
Daar zit een ontzag in. Respect en verwondering. Eerbied.
Stil ontzag. zo van: Wow…
Daar klets je niet overheen, geen getetter, geen cheerleaders.
Maar je mond valt open, en er zijn geen woorden meer voor.

Die macht van God, die power
gebruikt hij niet de aandacht op zichzelf te richten.
Om een beetje te pronken met de pieken van de bergen.
Of showen met de diepte van de zee.
Nee, God gebruikt die macht voor jou.
Vers 6 noemt dat zelfs ontzagwekkend:
“Ontzagwekkend is uw antwoord, u doet recht en redt ons.”
Dat is eigenlijk wel bijzonder: God doet recht, en hij redt ons.
Want het lijken wel twee tegenovergestelde dingen.
Redden en Rechtdoen.
Als hij mij recht zou doen, eerlijk naar mij keek,
zou ik het dan redden?
En als hij mij zou redden, terwijl ik weet, wat ik allemaal gedaan heb,
is dat helemaal eerlijk en rechtvaardig?
Maar bij God is dat zo. Kijk maar in vers 4:
“Worden onze zonden mij te zwaar, u neemt weg wat wij misdeden.”
Precies dat maakt God zo ontzagwekkend.


Alles bij elkaar zie je in deze Psalm dat iemand de woorden vind,
om de stilte te doorbreken. Ook als je weet hoe kwetsbaar je bent:
vs 3 “U die ons bidden hoort – tot u komt de sterveling.”
Maar wie het grote plaatje ziet voelt zich dankbaar.
vs 5: “Gelukkig wie door u gekozen is en u mag naderen.”

Alles bij elkaar, vind je een houding van ontzag, respect, dankbaarheid.
Waar je bij God mag komen:
in stille verwondering, of aangeslagen stilte,
Maar ook als de stormen bulderen, of je gedachten razen.
Of juist als je vol bent om te juichen en te zingen.
Alles: van totale stilte tot totale jubelstemming.

En als je dat ziet, zal de doodse stilte echt verdwijnen.
En plaatsmaken voor ontzag:
Hoe dan ook: “U komt de lof toe, God”

Amen


online delen:

tag stilte danken

Meer preken uit Psalmen