Luc. 15:1-10 | link naar preektekst |
Verlamd
2022-01-24 mo Heerde |
Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Ruim twee jaar terug heb ik over hetzelfde verhaal een preek gehouden.
Toen lag de focus vooral op de 99 schapen die achterblijven.
En het gevoel dat Jezus weggaat.
En ook dat het de 99 wel toevertrouwd is, om voor elkaar te zorgen.
Vanmorgen kijken we wat meer naar dat ene verdwaalde schaap zelf.
Omdat ik mezelf daar de laatste tijd wat meer in herken.
En misschien herken je dat ook wel, dat je je wat voelt dwalen.
Corona verlamt heel veel activiteiten. Lam–geslagen
En veel van de energie gaat zitten in: wat mag nog?
Als je je verloren voelt, denk niet dat dat komt,
omdat de herder je niet belangrijk vind.
Kijk naar die gelijkenis erna, de vrouw met de muntjes,
die een muntstuk kwijtraakt.
Tja, dat gebeurt ons allemaal wel eens, toch,
dat je 20 of 50 cent laat vallen, wegrolt, zoeken,
hopen dat die niet foetsie is.
Als wij onder de piano kijken, of de bank wegschuiven,
vinden we van alles, aan verloren duplo en playmobiel poppetjes.
Een knikker, een kaplablokje of knutselwerkje.
En misschien is het je ook wel eens overkomen,
dat je je sleutelbos of telefoon zomaar opeens even kwijt bent.
Dat zijn vandaag superbelangrijke voorwerpen.
Zoals dat geldstuk voor die vrouw, of het lammetje voor de herder.
Reken maar dat jij voor Jezus nog meer waard bent.
En toch, soms gebeurt het gewoon.
Ik denk dat deze coronatijd zo’n tijd is dat dat makkelijk gebeurt.
Een groot deel van ons geloofsleven is terug–getrokken
tot deze zondagse kerkdienst.
En dan zijn we vandaag blij dat we hier met 50 mogen zitten,
maar het liefst hebben we de kijkers thuis er ook bij.
Dan is het feest compleet, kunnen we delen in de vreugde.
Doordeweekse activiteiten zijn er zoveel minder.
Dan gebeurt het snel, dat je je wat op afstand voelt staan.
Wegdrijft.
Als een schaapje uit de kudde, die stapje voor stapje,
en hapje gras verderop zoekt.
Zo met z’n hoofd daarbij is, en terecht, want je moet eten.
Je staat niet stil, maar bent zo in je eigen beweging.
Maar gaandeweg loopt iedereen een andere kant op.
Opeens voel je de samenhang niet meer.
Lijdt je aan het gebrek aan verbondenheid.
Heb je geen overzicht meer, raak je de ander kwijt,
of voel je jezelf verdwaald.
Soms is het ook echt een keuze.
Je zag dat heel mooi in de film.
Soms is iemand boos, gekwetst, verdrietig.
Wil je weg van de mensen die je zo tegenvallen.
Het is zonde als dat gebeurt: als mensen tegenvallen;
het is vaak onze gebrokenheid,
ons tekortschieten wat mensen kan wegdrijven.
Een gebrek aan liefde en begrip voor elkaar.
Zullen we dat gewoon onze zonde noemen?
Maar ook het elkaar dan maar opgeven, en weglopen,
breekt de kudde op, het verdeelt het lichaam van Christus.
’t Is dan ook maar goed dat Jezus de goede herder is.
Die weet hoe we elkaar nodig hebben.
En me er weer bij haalt.
Want weglopen, bij de kudde,
die net zoveel vergeving nodig heeft als jijzelf,
is een vorm van ongeloof.
Ik zeg het expres even zo scherp:
Uit onvrede weglopen is een vorm van ongeloof.
Niet vertrouwen dat Jezus ook deze gebrekkige kerkmensen,
vergeven en vernieuwen wil.
Vertrouwen in de goede Herder, zou er toch voor moeten zorgen,
dat we het met elkaar kunnen uithouden?
Ik ben me ervan bewust dat ik het een beetje scherp zeg.
En als het dan over zonde en bekering gaat,
klinkt dat misschien een beetje zwaar op de hand.
Twee opmerkingen daarover:
Jezus heeft het over de vreugde in de hemel
over iemand die zich bekeert.
Dat is de insteek: Vreugde.
Ja, het gaat ook over bekering.
Over inkeer, terugkeer, een ommezwaai.
Het schaap is weggelopen, weg bij de bron, weg bij de herder.
Maar draait zich 180 graden om, be–keert zich. En keert terug.
Soms doe je dat zelf, soms helpt een kerklid je erbij,
soms pakt Jezus je bij de kladden en roept je er weer bij.
Maar het gaat vooral over de vreugde,
om het feest wat erop volgt.
Er is vreugde, als de kudde compleet is.
En een tweede opmerking.
Dit verhaal gaat niet over een zoektocht naar een andere kerk.
Jezus kan frank en vrij zeggen dat hij ook nog een andere kudde heeft.
En ik ben me ervan bewust dat corona–tijd
bij uitstek een periode is van om je heen kijken, shoppen.
En ik zou zeggen, prima.
De kerk in de hele breedte is van Jezus.
En ik heb een grenzeloos vertrouwen dat hij zorgt,
waar je ook terechtkomt.
Want Jezus is het die de kerk vergadert, beschermt en onderhoudt
HC.21
En als je bidt: uw koninkrijk kome,
dan geloof je dat Jezus die kerk ook bewaart en vermeerdert
HC.48
Het zit dus wel goed met al zijn kuddes.
Want het zit goed met de goede herder.
Dit verhaal gaat niet over een lammetje dat een andere kudde zoekt.
Het gaat niet over andere kerken.
Maar het gaat dus om jou, of mij. Als je dwaalt.
Je de verbinding verbreekt of vergeet te onderhouden.
Je geloofsleven is verlamd, en lamlendig wordt.
En wat kan je dan doen?
Het belangrijkste is dat Jezus de goede herder is.
Hij gaat erop uit, om als ik vastgelopen ben,
me te zoeken, te vinden, te verzorgen,
en me terug te brengen naar de plek waar ik hoor.
En met hem als goede herder zit het sowieso goed.
Dat is als Jezus je er weer bijhaalt.
Maar de tekst heeft het over de vreugde van engelen
over iemand die zich bekeert.
Niet iemand die gevonden wordt, maar iemand die zelf tot inkeer komt.
Zelf in beweging komen.
Hoe doe je dat nou?
Ik hou er niet van om voor te schrijven hoe je dat dan moet invullen.
Maar ik noem zomaar een gek idee, en bedenk ze zelf vooral ook.
Maak via Google meet zo een ontmoeting aan,
zet die in chat op youtube,
en ga zo meteen op die manier bij elkaar op de koffie.
Op de koffie kan gewoon gezellig zijn,
maar mag ook en kans zijn voor een mooi gesprek:
vertel elkaar wat je verlamd, wat je tegenhoudt,
en ook wat je weer enthousiast maakt, en in beweging krijgt.
Dan bekeren, keren we ons naar elkaar toe.
Dan ga je er eigenlijk op uit, om te zoeken, te vinden, te verzorgen.
Jij voor de ander, en de ander voor jou.
En wat er dan gebeurt is het mooiste.
Want Jezus is de goede herder, maar hij is ook het Lam.
En als we er dan voor elkaar zijn,
dan gaan we lijken op Jezus.
Hij, de goede herder, die ons opzocht,
en zo zoeken wij ook voor elkaar het goede.
Hij, die als offerlam, onze lasten droeg,
en zo delen we ook elkaars lief en leed.
We worden als de herder, als het Lam.
Niet meer verlamd, maar wel verLamd.
Ik verlang daarom ook enorm naar het moment
dat we met kringen kunnen beginnen.
Dat is de plek waar kleine leuke ideeën opborrelen,
en uitgevoerd kunnen worden.
De communicatie daarover komt binnenkort.
Maar tot die tijd niet stilzitten,
maar ons tot God en tot elkaar keren.
Want hij, de goede herder, zocht ons eerst op.
En Hij heeft het zelf gemerkt: wie zoekt zal vinden,
zoals ook jij en ik door Jezus gevonden zijn,
en thuisgebracht bij zijn kudde.
Amen
online delen:
herder verloren corona kudde gemeenschap bekering ongeloof Jaarthema In beweging
Meer preken uit Lucas