Welkom, stilte Votum (gezongen) Groet Opw 462 Aan uw voeten, Heer Wet (Gal 5:22,23) Gebed Lev 26:1-13 dnps 106:1 (Eer aan de Heer om wat hij doet) Lev 26:14-20 dnps 106:3 (de zonde zit ons in het bloed) Lev 26:40-45 dnps 106:13 (ze zonken weg door eigen schuld) Preek over Lv 26:9 dnps 92:1,5,6 (Goed is het u te danken) Gebedspunten KR Gebed Collecte Opw 710 (zegen mij) Zegen en Danish Amen

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Wanneer ben je vruchtbaar?
En dan bedoel ik niet, bepaalde dagen in de maand,
maar wanneer kom je als mens tot je recht?
Voel je je succesvol, rijk gezegend. Het gevoel dat alles klopt.
Dat mensen je waarderen om wat je kan, en om wie je bent.
Ben je blij met je gezin. Huisje, boompje, beestje.
Je hebt geld om van te leven,
de gezondheid om er van te genieten,
en de goedheid om er van te delen.

En ook de dingen die je onderneemt lukken.
Vruchtdragen is soms ook een tijd echt dragen.
Dingen lukken niet vanzelf.
Dan moet je er hard aan tillen en trekken. Zwoegen en zweten.
Maar dan ook de voldoening die erbij past.
Je inzet levert wat op. Groei.
En in een tijd als deze past na zo’n resultaat de verdiende vakantie.

Soms moedigen we dat ook aan.
Goed je best doen op school!
Hard werken, je talenten inzetten.
In de samenleving is een drive om carrière te maken.
En als je denkt dat die drive alleen voor boomers is,
ook als je kiest voor een minimale levensstijl, als digitale nomade,
dan nog is dat om het meest uit het leven te halen.
Om efficiënt met je tijd om te gaan.
En ondertussen mooie dingen te zien.
De drive is hetzelfde.
Er is een verlangen om er alles uit te halen.
Om vruchtbaar te zijn, om tot bloei te komen.
Te kunnen doen wat je wil.


Ook in onze geloofstaal gebruiken we zulke woorden:
Vruchten van de Geest.
En we moedigen elkaar aan, houden elkaar op het goede pad,
nemen elkaar mee, achter Jezus aan.
Hij die echt alles gaf, die niet moe werd om zichzelf te geven.
Hij heeft zich opgeofferd, ja doodgewerkt, voor jou en voor mij.
Want voor God is alleen het beste goed genoeg.

Vruchtdragen voor God betekent,
dat je aan God het mooie van je leven oogst
en Hem dat dan aanbiedt.
Een offer uit de kudde, was niet het zwarte schaap,
was niet kromkommer of de magere graanhalm.
Nee; het eerste en het beste. Dát gaf je aan God.
Dat is het offer waar hij plezier in heeft.


Het gaat dus over vruchtdragen.
We lazen daarover in Leviticus, maar het zijn echo’s uit Genesis.
Al op de eerste bladzijde gaat het over vruchtbaarheid.
Die drive, dat verlangen is ingebakken in de schepping.
En daar, in Genesis, is het een opdracht.
Want God wil dat de schepping, de planten, de dieren, succesvol zijn.
Tegen de vogels en de vissen zegt God: Gen.01:22
“Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee.
En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.”

God wil ook dat de mensheid succesvol is,
zich voortplant, de tuin onderhoudt, de wereld mooi maakt.
“Wees vruchtbaar en word talrijk,
bevolk de aarde en breng haar onder je gezag:
heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel
en over alle dieren die op de aarde rondkruipen”
Gen.01:28

Na de zondvloed, toen de ark weer vaste grond vond, zei God: Gen.08:17
“Laat ook alle dieren die bij je zijn naar buiten gaan:
vogels, vee en alles wat op de aarde rondkruipt.
Ze moeten vruchtbaar zijn en talrijk worden,
en zich over de hele aarde verspreiden.”

Noach brengt een offer, en God wil hem zegenen.
God herhaalt de woorden uit paradijs: Gen.09:1
“Wees vruchtbaar en word talrijk en bevolk de aarde.”

God wil dat de schepping, dat planten en dieren en mensen,
verder komen, sterker en meer worden.
Als een paardebloem waar je de pluisjes van blaast,
Of een stuifzwam die op knappen staat.
Een explosie van nieuw leven.
Wees vruchtbaar, wordt talrijk.
Het is een opdracht.


En tegelijk voelen we dat hier alles begint te schuren.
Het lijkt de één veel beter te gaan dan een ander.
Je hebt mensen die met het grootste gemak hun studie doorlopen.
Het geluk hebben precies hun droombaan te vinden.
Of het werk wat je doet lukt maar niet.
Hard bikkelen, maar je komt niet echt verder,
Mensen waarderen je niet, of wijzen je zelfs de deur.

Je hebt mensen, die vinden met gemak hun partner,
komen bij elkaar tot bloei,
vieren de liefde, en krijgen nieuw leven.
Of je bleef bewust of juist ongewild single,
Je hebt alleen of samen geen kinderen gekregen.
Als je daar de pijn van voelt,
dan is dit een tekst die gemeen schuurt.

En kijk naar het land.
Op de ene plek is de grond vruchtbaar, en elders is droogte of brand.
Denk aan de stikstofcrisis.
Als je bedenkt hoe we in Nederland, na de hongerwinter,
groot zijn geworden in landbouw en veehouderij,
dan denk je, ja: vruchtbaar, talrijk.
Maar inmiddels is Nederland zó groot en efficiënt geworden,
dat we stikken in de meststoffen.
Stel je die spanning ook voor:
schaalvergroting eerst door de overheid gestimuleerd.
En nu weer door regelgeving beperkt. Kun je nog vruchtbaar boeren hier!?

Bij al die punten waar het schuurt, en wringt,
voelen we iets van de gebrokenheid van de schepping.
God heeft het ook gezegd: Gen.3:17b–19
“Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan,
zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang.
Dorens en distels zullen er groeien, toch moet je van zijn gewassen leven.
Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde,
waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug.”


Dit is wat we ervaren.
Aan de ene kant is er een drive om te leven.
Een uitbundig en explosief verlangen naar bloei.
Het is een ingeschapen verlangen, en een opdracht.
En tegelijk zie je dat dat verlangen soms ook pijn doet.
Dorens en distels. Zweten en zwoegen.

En dwars door gebrokenheid heen, zit ook nog iets anders.
Iets vernijnigs, echt een kwade macht.
En dat zie je vaker, dat Gods goede idee,
wordt vervormt en verdraaid, een karikatuur gemaakt.
En dat is het verschil tussen vruchtbaar en productief.

Productie, wil de vruchten hebben
liefst met zo min mogelijk van het zwoegen
productief, is zo efficiënt mogelijk groeien,
al het werk moet op de klok. Alles moet nut hebben.
Productief–zijn is maakbaar.
Dat je neemt in plaats van krijgt.

Maar je kunt het niet forceren.
En dat geldt voor alles waar het vanmorgen over gaat.
En ik ben me ervan bewust dat het super breed is.
Maar ik hoop dat je het ziet.
Als je liefde of intimiteit wil forceren, dat is niet goed.
Als je oogst van het land wil forceren, dat is roofbouw,
En ook, als je voor God vruchtbaar wil zijn,
maar je gaat het forceren; dat gaat niet goed.


Misschien viel je op, dat ik eerder in de preek zei:
“Dat voor God is alleen het beste goed genoeg.”
“En dat Jezus zich voor ons heeft doodgewerkt.”
Het is helemaal waar. Maar dit kan zorgen voor een geloof
dat niet vruchtbaar wil zijn, maar productief.

Laat me dat uitleggen met een paar voorbeelden:
Je hebt mensen die zich zondig voelen,
over de dingen die ze hadden kunnen doen, maar niet hebben gedaan.
En soms is het heel duidelijk, komt er een goed idee in je op,
iets op je pad, en je kiest ervoor om dat niet te doen,
dan is dat een bewuste keuze, en inderdaad misschien niet goed.
Maar als het vaag blijft, dan zorgt je goede verlangen,
om vruchtbaar voor God te zijn, dat het nooit goed genoeg is.
Maar volgens mij, werkt dat verlammend.
Als het toch niet goed genoeg is, waarom zou ik dan mn best doen?

En het doet ook iets met je beeld van God:
Dan ga je God zien als de boze boer, die perse productie wil,
als de strenge God, de ontevreden vader.
Voor wie het nooit goed genoeg is. Zie je hoe verstikkend het is,
als je geloof productief wil zijn, in plaats van vruchtbaar?

Ik denk dat sommige vruchten, dat sommige effecten,
dat de oogst van jouw en mijn goede dingen,
soms onzichtbaar zijn, misschien wel blijven, tot de laatste dag.
Vruchtbaar zijn is ook iets loslaten, en vertrouwen dat het komt.
Paulus zegt het ergens zo: 1Cor 3:6
“Ik heb geplant, Apollos heeft water gegeven, maar God heeft doen groeien.
Het is niet belangrijk wie plant of wie begiet;
alleen God is belangrijk, want hij doet groeien.”


Volgens mij geeft dat loslaten in vertrouwen, rust.
Als je Leviticus leest, let er dan op, hoe belangrijk die rust is.
In vers 2 wordt de Sabbat genoemt: “Neem steeds mijn sabbat in acht”
Vergeet niet dat jij, dat het land, dat je ziel en de aarde
dat je rust nodig hebt.
Dat jij, dat het land soms even wat anders moet doen.

En dat is best lastig.
Als ik een preek moet maken,
en het proces loopt niet zo lekker.
Ik weet dat het dan goed is, om even weg te lopen,
ontspannen, en dan weer verder. Maar dat vind ik soms lastig.
En misschien herken je ook wel, dat als je ergens op wil komen,
en het lukt maar niet. Het ligt op het puntje van je tong,
maar, argh, je weet het toch net niet.
Als je erop blijft broeden, productie, maar het komt maar niet.
Maar als je het even laat rusten, dan komt het. Dat is vruchtbaar.
Juist op het moment dat je niet focust op productie – dan komt de vrucht.

Zo werkt het.
Je leest in Leviticus die echo van de opdracht:
wees vruchtbaar, wordt talrijk.
Maar om het hoofdstuk heen, zie je wetten van sabbat al klaar staan,
om de eenzijdige nadruk op productie tegen te gaan.
En aan het eind, zie je zelfs hoe het volk vergeten is,
om het land de rust te gunnen. En dat God dat niet OK vind.

Je ziet in Leviticus ook, hoe vruchten een zegen zijn.
Ja, je moet er voor werken, maar het wordt je ook gegeven.
Als we vroeger over het verbond spraken,
had je het over belofte en eis.
God belooft iets, en God verwacht is van jou, van mij.
Dat gaat samen op. Het is een opdracht, en tegelijk een zegen.

En dat zie je als je let op het begin van vers 9:
God kijkt je aan. Hij keert je niet ontevreden de rug toe,
nee, zijn vriendelijk gezicht zoekt je op:
Als je een leven vol vruchten van Geest leeft,
én als je een dorre woestijntijd doormaakt.
Als je de droombaan hebt, die echt past,
én als je klem zit tussen telkens veranderende regelgeving.
God kijkt je aan,
als je supergelukkig bent met je ideale gezinnetje,
én als je leidt onder gebroken relaties en gemis.

En daarmee is de pijn niet weg.
Maar God is betrouwbaar.
Hij zorgt dat zijn zegen bij zijn mensen komt.
Hij zorgt dat zijn verbond blijft staan.
Zijn band met jou, met de mensen om je heen,
de plek waar je woont en werkt en leeft,
zijn verbond met de wereld, is stevig.
Hij laat niet los, het werk van zijn handen.


Dit mag jou en mij de rust geven,
om los te laten, en later weer vast te pakken.
om te rusten, te genieten van vakantie,
en om er zo weer voor te gaan.
Om sabbat te vieren, en om vrucht te dragen.
Elk op zijn tijd.

Amen


online delen:

tag economie vruchtbaar sabbat rust vakantie groei afhankelijkheid rentmeesterschap landbouw goed doen verbond

Meer preken uit Leviticus