Welkom Gezongen Votum en Groet NLB 705:1-4 (Ere zij aan God de Vader) Tekst Ef 1:3 NBV op beamer + Intro Thema Leefregel uit Rom 12:1-2 Kid moment ELB 428:1-3 (Dit is mijn hand en dat mijn voet) Kleine kinderen naar verteldienst Lezen Ef 1:1-6 Preek over Ef 1:3 GK 134:1 en 2 (Kom allen dienaars van de Heer) Formulier Bevestiging ambtsdragers PsOB 134:2 en 3 (Heft uwe handen naar omhoog) Gebedspunten KR Gebed Collecte GK Ps 8a (Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam) Zegen en danish Amen Toelichting Fietstocht

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Die Paulus toch. Soms moet je zijn zinnen een beetje uitpellen.
Als we dat met vers 3 doen, dan krijg je deze hoofdzin:
Gezegend zij God, die ons gezegend heeft met zegeningen.

En dat vind ik nou mooi: 3x het woord zegen.
Gezegend zij God. 1e keer. Dank en lof, naar God toe.
Want: hij heeft ons gezegend, 2e keer.
Het past bij God, dat hij in liefde zijn hand op je hoofd legt.
En wat gaf hij? talloze zegeningen, 3e keer dat woord.
Er is dit in ene vers dus een soort verkeer, wisselwerking
zegen van God naar beneden, en daarom dank en lof naar boven.
En ze hebben alles met elkaar te maken.

Wij zijn echt overladen met goede, mooie dingen.
Met goedheid en genade. Het zijn geestelijke zegeningen, zegt Paulus.
en als je deze brief verder leest werkt Paulus dat uit:
Het verhaal van God is dat hij mensen maakte,
dat hij je in liefde uitkoos, dat hij je wilde redden.
Het verhaal van Jezus: dat God bij Jezus, ín Jezus alles samenbrengt.
De hele schepping, samen bij Jezus, samen de knieën buigen voor hem.
Aanbidding.
En dat zit dus al in dat ene vers: Gezegend zij God.

Als Paulus het heeft over de zegeningen, werkt hij vooral uit,
hoe machtig mooi dat reddingswerk van Jezus is.
Maar nu we dit jaar stilstaan bij talenten,
is het goed om te bedenken, dat die talrijke talenten,
ook jij en ik mogen zijn.
Ook dat zijn zegeningen van God. Zomaar, een geschenk.
Het is genade, dat jij er bent. Dat jij jij bent.
We hebben met u, met jullie, een kadotje van God gekregen.
We zijn aan elkaar gegeven, als hand en voet.
Verschillend, elkaar helpend. Tot eer van God.

We zijn mensen met eindeloos veel mogenlijkheden.
Talent om muziek te maken.
Talent om te luisteren en om te spreken.
Om mensen te bezoeken, te bemoedigen
en in een vermaning de goede toon treffen.
Mensen met een scherpe kop, om te kunnen vergaderen,
de dingen die geregeld moeten worden.
Talent om een mooie fietstocht te bedenken.

Mensen die ervoor kiezen hun tijd te geven aan het klaarzetten vd stoelen
aan het regelen van de preekvoorziening, aan werk rond de weekbrief,
aan het schikken of bezorgen van elke week weer een mooi boeket.
Mensen die bereid zijn te helpen om koffie te schenken,
of de kerk schoon te maken,
om mensen te halen en te brengen.
Om de beamerpresentatie voor te bereiden,
en de bereidheid om in de dienst die powerpoint te vertonen.
De skills om beeld en geluid te regelen.

Talenten om goed te zijn met ouderen,
en juist de vaardigheden contact te maken met jongeren.
Talent in de jeugdraad om te bemoedigen met een lief kaartje,
bij de catecheten en verenigingen om te onderwijzen
en het goed te hebben samen.
Talent om dingen te regelen, door kosters, in commissies,
of in een kring, door samen te roepen,
door te koken, door te komen en je leven te delen.
Om gastvrij te zijn.

Talent, dat je hart hebt voor een ander.
Aan mensen denkt in de gebeden.
Een oogopslag, berichtje: ik zie je, denk aan je.
Of gul bent en deelt. Zonder dat een ander dat hoeft door te hebben.

Het is een kadotje, een zegening als je gelooft, als je genade aanneemt.
En het is een zegen, als je uitdeelt,
het verhaal van God bekend maakt aan anderen.

Het is een talent, om je school, je werk, je taak, je passie,
met aandacht te doen.
Liefde en toewijding, op de plek die je inneemt.
Je bent een geschenk aan de wereld,
als je je omgeving dient, met wie je bent.
Gezegend zij God, die ons gezegend heeft, met talloze zegeningen.

– Ook naast alle drive om dingen te doen:
het talent om stil te zitten.
Om te kunnen rusten, en in vertrouwen los te laten.
De wijsheid om je energie goed in te zetten en niet teveel te willen.
Anders zou je jezelf of anderen overvragen.

God heeft ons gezegend. En al die dingen zijn echte zegeningen.
Dit is de 2e helft van dit ene vers,
“God, die ons gezegend heeft met talrijke zegeningen.”
En als je dit zo allemaal op je in laat werken, snap je ook,
waarom Paulus begint zoals hij begint.
Als je dat allemaal krijgt dan zeg je toch: gezegend zij God.

Dat heen en weer zegenen, God zegent ons, en wij prijzen hem daarom,
het laat ook iets zien, dat alles wat we doen,
alles wie we zijn, wat we kunnen. Dat is allemaal een gave van God.
Het is dus ook kloppend dat we dat aan God toewijden.
We hebben het gekregen, dus past het ook om voor Hem in te zetten.
Wij zegenen hem, want wij zijn overladen met talloze zegeningen.

En als je daarover doordenkt:
Getalenteerd zijn is dus een vorm van aanbidding.
Jij kreeg iets, ik kreeg iets,
– ik ben wie ik ben, en dat heb ik aan God te danken – ,
en daarmee gaan we naar God toe: Alstublieft.
‘t is haast een sigaar uit eigen doos.
God krijgt terug, wat hij gegeven heeft.

Maar dat is goed, en mooi.
We lazen daarom vanmorgen ook als leefregel uit rom 12:
“met een beroep op Gods barmhartigheid, vraag ik u,
om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer,
in zijn dienst te stellen.”
Rom.12:1
Dat is nog eens echte eredienst, dat is redelijk.
Getalenteerd zijn is dus een vorm van aanbidding.


Nouja. Heb jij een talent?
Soms weet je het van jezelf:
Ja! Dit vind ik fijn om te doen. Hier ben ik goed in.
En soms lukt dat om voor God in te zetten.
Maar misschien vind je het ook lastig om dat te doen.
En laten we ook eerlijk zijn,
soms lukt het ook niet, om de mensen te vinden.

Of denk je van jezelf, ik voel me niet zo bijzonder.
Iemand anders kan het beter.
Maar ik hoop dat je in alle voorbeelden hebt geproeft,
dat talenten echt niet groots hoeven te zijn,
om wel gewaardeerd te zijn, of gewoon ook nodig te zijn.
Soms oefen je een taak uit, niet omdat je er heel goed in bent,
maar het is wel belangrijk dat het gebeurt.
Vraag is wel: Hoe lang houden we dat vol?
Als het lukt om iets te vinden wat aansluit bij je talenten,
dan past het bij hoe God je gemaakt heeft.

Als je naar taken kijkt als dingen waarvoor je gestrikt moet worden,
dan zie je de kerk als een plek waar van alles moet. Die van je vraagt.
Maar bij Paulus zie je juist dat het begint met ontvangen.
Kijk naar da gaven die we hebben gekregen. Zegeningen.

En die blik helpt je ook als je je zorgen maakt om de vacatures.
Want je kan je dan afvragen:
Heeft God ons dan even niet gezegend met zegeningen?
Kan het zijn dat God vergeet om talenten te geven?
Maar dat geloof ik natuurlijk niet.
Kijk naar God, die ons gezegend heeft met talrijke gaven.

Ik denk dat het belangrijk is,
dat we met elkaar helder kijgen wat we willen. Wat we kunnen.
Gewoon, op de kleine plek waar ik en jij staan.
En dat je dan ook niet meer verwacht dan wat we krijgen.
Maar dat begint met op de goede manier kijken,
en daar hebben we misschien wel meer dan een jaarthema voor nodig,
om daarmee te oefenen.
Maar het begint met dankbaarheid naar God toe,
die ons écht wel gezegend heeft.
Die ons heeft toegerust, met gaven en gave mensen.
Zoals nieuwe ambtsdragers, op de voorgrond,
maar ook al die stille krachten op de achtergrond.
God die ook daarom onze lof verdient.
Om al die talloze zegeningen. Om genade. Kadotje. Zomaar.
Daar gaan we dit jaar met elkaar over doordenken.
Over praten en misschien ook wel wat nieuws ontdekken.

En ik geloof: hoe meer we dat zien, die zegeningen,
hoe meer we elkaar kunnen motiveren en bemoedigen.
En het belangrijkste, zo nemen we elkaar mee
zodat ons leven een vorm van aanbidding wordt:
een leven dat zegt: Gezegend zij God.

Amen


online delen:

tag zegen loven offer aanbidding berachot Jaarthema Talenten talent

Meer preken uit Efeziërs