Kol. 2:20-3:4 | link naar preektekst |
Jouw leven is in Gods handen
pasen(a) | 2023-04-09 mo Heerde |
Gemeente, waar Jezus zoveel van houdt.
Jezus leeft. Het is de kern van ons geloof.
De steen is weggerold, de lijkwade opgevouwen,
de Heer is opgestaan, en verschenen.
Hij heeft zich laten zien. Hij leeft.
En tegelijk is het soms lastig om te begrijpen,
waarom dát nu de hele wereld verandert.
Wonderlijk als het is,
wel vaker zijn mensen uit de dood opgewekt.
Elia en Elisa wekken kinderen tot leven.
En ook Jezus: een jongetje uit Naïn,
een dochtertje van Jaïrus,
en later zijn eigen goede vriend Lazarus.
En nu wil ik echt niet zeggen,
alsof doden opwekken doodnormaal is.
Maar dat Jezus leeft, is niet uniek.
Wat er bijzonder is, is dat alle andere weer gestorven zijn,
dat kind wat Elia opwekte, het jochie dat Elisa weer liet opstaan.
Het meisje van Jaïrus, de jongen uit Naïn, Lazarus.
Allemaal zijn ze weer gestorven. Jezus niet. Jezus leeft.
Geloven we daarom in Jezus,
omdat het zo bijzonder is dat hij blijft leven?
Niet precies. Het is vooral dat dát hij leeft, iets betekent.
Elke seconde dat Jezus leeft, betekent dat God vergeven heeft.
Dat God vrede heeft gesloten. Dat Gods woede over is.
Niet als een driftkikker die tot 10 heeft geteld,
en voor even gekalmeerd is.
Waarbij je misschien bang moet zijn
dat hij elk moment weer kan uitbarsten.
Nee. Het betekent dat er is recht geschied. Er is voldaan.
Er is betaald, en nu is het ook echt klaar.
Het is volbracht, zei Jezus op vrijdag.
En elke seconde dat Jezus leeft,
zegt Vader: daar ben ik het mee eens.
Dat offer is aanvaard. Verder geen kleine lettertjes meer,
geen wurgcontract of verborgen kosten, nee, klaar.
Ik aanvaard Jezus, die ik eerst had moeten uitkotsen,
omdat ik mijn haat tegen het kwaad op hem had gelegd.
Maar nu hij de klap heeft opgevangen, nu recht is geschied,
nu het kwaad is vernietigd en gestraft en de dood is verslagen,
nu komt het goede leven weer terug.
Zoals ik het altijd al had gewild. Dit was het plan. Ons plan.
En Jezus hoort bij dat goede leven. Dus hij hoort te leven.
Wil jij ook leven?
En dan bedoel ik niet alleen, dat je ademhaalt,
maar dat je leef–leeft. Echt, dieper, met God.
Paulus legt het in de brief aan Kolosse uit.
Want wat er met Jezus is gebeurt, betekent ook iets voor jouw mindset.
Dat goede leven, zoals God het altijd heeft gewild,
Paulus zegt: richt je daarop.
“Als je met Christus tot leven bent
gewekt,” en even eerder,
“Als u met Christus dood bent voor de machten van
de wereld,”
Hij stelt het haast als vraag vooraf.
Als je meegaat in Jezus verhaal,
Als je bij God, bij het Leven wil horen,
ja, dan hoort daar wat bij.
Als je dood bent voor de machten van de wereld,
dan hoef je je ook niet meer door regeltjes te redden,
dan hoef je je niet voorzichtig, angstig te bewijzen,
hoe goed of je bij God past.
Dat dachten ze toen namelijk.
Dit mag je niet aanraken, en dat mag je niet proeven,
want dan wordt je onrein.
En het gemene is: juist door die regeltjes,
zul je zien hoe pijnlijk we allemaal door de mand vallen.
Maar als de aantrekkingskracht van de wereld je koud laat,
als de drang om je voor God te bewijzen weg is,
juist dan ben je vrij.
We zijn niet alleen maar dood voor de wereld,
we zijn ook levend. “Als je met Christus tot
leven bent gewekt …”
Nou, daar hoort bij, dat je aandacht ook daarop gericht is.
Niet bij de do’s en don’t’s van wat mensen verwachten,
maar met je ogen op de hemel gericht.
Nou ja. Is het zo makkelijk?
Ik schrik ook een beetje als ik dat zo hoor.
Want ik geloof heel graag dat ik dood ben voor de wereld,
dat, wat ik hier doe en laat, en dus ook wat ik niet goed doe,
dat dat op rekening komt van de dode jaap, de oude mens, op Jezus.
Maar laat de macht van de wereld me dan koud?
Ben ik immuun, laat ik me dan niet meer verleiden,
ben ik echt vrij? Dat valt soms tegen.
En ben ik zo met mijn hoofd in de wolken,
goeie mindset, altijd op God gericht? Nee hoor.
Het bijzondere van Paulus hier,
is dat hij ook niet zegt:
nu ben je met Jezus opgestaan, bewijs het dan maar.
Of: En zodra je een keer op je snufferd gaat,
bewijs je dus dat je nog niet bent.
Nee juist niet. Die hele bewijsdrang is weg.
Paulus noemt het zelfs zelfbedachte vroomheid,
dat jezelf van alles opleggen,
om je uiteindelijk toch vooral goed te voelen over jezelf.
Kijk mij eens goed luisteren …
Maar zo werkt het dus niet.
De kern zegt Paulus in vers 3: “Uw leven ligt
verborgen in God.”
Jezus’ leven, dat is openbaar. Hij verschijnt. Hij laat zich zien.
Hij laat zich aanraken.
Zodat de leerlingen het geloven: Hij leeft.
En ook jij mag leven, maar dat jij leeft ligt verborgen in God.
Stel je dat eens voor. Alsof God zijn handen om je heen heeft,
beschut, veilig opgeborgen. Daar kan je niets gebeuren.
Een parel in Gods hand. Gekoesterd.
Onzichtbaar ook, en dat is soms best lastig,
dat je er nog niet zoveel van kan zien, maar het is er wel!
Dat ik leef–leef, zoals Jezus leef, dus voor eeuwig,
dat is nog verborgen. Maar het is er wel.
Wij zijn er nog niet.
Paulus zegt verderop, “Laat wat aards is
afsterven.”
Het is dus nog nodig dat hij dat zegt. Nu Jezus is opgestaan,
is er een leven van daarvoor, en een leven van daarna.
Het is alsof Paulus zegt, streef daarnaar, naar dat verborgen leven.
Dat gekoesterde, veilige leven, met Gods liefdevolle handen er om heen.
Wat niet bij boven past, dat hoort weg, laat dat afsterven,
zoals Jezus gestorven is. Streef daarnaar.
Ze zeggen wel eens, wat je aandacht geeft, dat groeit.
Nou, besteedt aan de slechte dingen dan maar geen aandacht meer,
laat maar afsterven.
Dat is soms best lastig. We hebben het graag in de handen.
Het liefst had ik, dat Jezus’ dood en opstanding betekent,
dat wij nu ook volmaakt waren. Alsof God een knop omzet,
en gelovigen vanaf nu gewoon geen slechte dingen meer doen.
Dat God de macht neemt, en dat er vanaf nu gewoon vrede is op aarde.
Het liefst zou ik het vastpakken.
Maar we hebben het dus niet in handen.
Zou Jezus daarom tegen Maria zeggen: houd me niet vast?
We hebben het nieuwe leven niet handen.
Het is in Gods handen.
Ons zal het soms door de vingers glippen.
Maar het nieuwe, het volmaakte, de perfecte jij,
is bij God geborgen. Verborgen. Maar het is er al wel.
Geef daar aandacht aan. Zoek wat boven is.
En zonder hemel en aarde tegen elkaar uit te spelen,
streef naar wat boven is, betekent dan:
laten we proberen zichtbaar te maken, wat er boven al is.
Het nieuwe opstandingsleven. Het goede.
En op de dag dat Jezus terugkomt,
als Christus, je leven, verschijnt,
zullen we hem zien, zullen we hem kunnen vasthouden,
wat Maria nog niet mocht.
Dan zal het volmaakte zijn gekomen.
En dan zult ook u in luister verschijnen, samen met Hem.
Dat wat bij God verborgen was,
het is alsof God zegt: tada! zie je wel.
Ik heb je zonder zonde gemaakt. Ik heb je geheiligd.
Ik heb je vergeven, vernieuwd, levend gemaakt.
En tot die tijd?
Tot die tijd geloven we de leerlingen die hem hebben gezien.
Geloven we Jezus, die zegt: ik leef. En: jij leeft met mij.
We gaan niet kijken naar wat wij hier fout–doen,
want als je met Jezus mee gestorven bent, dan is dat verleden tijd.
We gaan ook niet heel hard bewijzen, als een boekhouder,
dit mag wel, dat mag niet. – Nee, we gaan leven!
En dat kan nu ook! Ja. Met vallen en opstaan,
maar op deze opstandingsdag, toch vooral: door met hem op te staan.
We streven naar wat boven is.
Nog een ding wil ik daarover zeggen.
Boven is een beeld voor goed en volmaakt. Streef daarnaar.
Maar trap niet in de valkuil om te denken dat alles wat beneden is,
dus fout en bagger is. Je oude, je vorige leven, dat was niet OK.
Maar je nieuwe leven is ook hier en nu.
En Jezus kwam juist naar beneden.
Omdat God zo van de wereld hield.
We moeten streven naar de goede dingen van boven,
maar het einddoel is dat Jezus verschijnt.
Dat iedereen ziet dat hij verheerlijkt is,
hier, op deze aarde.
Het zal zelfs zo zijn, dat God laat zien dat jij verschijnt,
de echte jij, maar dan heel, en goed.
Het wordt onthult, voor een leven, hier.
Jezus leeft. Het is de kern van ons geloof.
De steen is weggerold, de lijkwade opgevouwen,
de Heer is opgestaan, en verschenen.
Hij heeft zich laten zien.
Hij zal ook van jou en mij de steen wegrollen,
van jou en mij de lijklucht verdrijven.
En laten zien, hoe we delen in zijn heerlijkheid.
De heer is waarlijk opgestaan. Halleluja! Amen
online delen:
opstanding verborgen reeds en nog niet geloof eigen maken wet
Meer preken uit Kolossenzen