Votum en Groet Introductie: start Advent, thema, koppeling kinderwerk LB 439:1,2 (Verwacht de komst des Heren) (vs 2 profetie Johannes) Gebed Kinderlied: God kent jou vanaf het begin Kindermoment Lk.1:5-25 Ps 141:2,3 (Laat, Heer, mijn gebed en mijn handen) Preek NLB 464:1,2,7,8 (Een engel spreekt een priester aan) Avondmaal (oude 2006) GKB 84 (=Zingende Gezegend 133): 1,2,5,6 Wees stil en kom wat dichterbij Instellingswoorden volgens Paulus NLB 340b geloofsbelijdenis Gebed NLB 400:1-5 (Voordat ik kan ontvangen brood en wijn) Vormen Kring + woorden bij brood en wijn Luisterlied terwijl het brood rondgaat: Avondmaal: Dit breekbaar brood legt mij de woorden in de mond (https://www.youtube.com/watch?v=DSxIU5OIbhk) Psalm 103:3 en 5 (Hij is een God van liefde en genade) Gebed Collecte Opw 520:1-5 Wees mijn verlangen Zegen }

Gemeente waar Jezus zoveel van houdt.

Het is niet te geloven!
Soms sta je met de mond vol tanden,
en je kan het gewoon niet vatten, dat het waar is.
Je had het niet durven hopen,
die droom voelde te fantastisch, te groot, te onhaalbaar.
… Tot het dus toch gebeurt:

Ingeloot worden bij je droomstudie.
Dat ze ‘ja’ zegt.
Of toch dat huis, je eigen plekje vinden.
En dan vraag je je af: is het echt of droom ik?
Ook Wilders zei zoiets toen hij won,
dat hij ff in zijn arm moest knijpen.
Los wat je van h’m denkt, het is dus heel menselijk.
Alsof hij het niet had durven verwachten.
En dan toch gebeurt.


Ook voor Zacharias is het niet te geloven.
Hij is ingeloot voor de eer om in de tempel dienst te hebben.
Er zijn veel priesters, dus de kans dat je op het rooster komt,
is eens in je leven. En nu mag hij!
Terwijl buiten de mensen aan het bidden zijn,
mag hij het reukoffer brengen.
En dat reukoffer is een teken van de gebeden.
Dat onze woorden, als rook omhoog kringelen.
En dus ook in de hemel gehoord aankomen. We zongen uit Ps.141:2
“Laat mijn gebed voor u zijn als reukwerk,
mijn geheven handen als een avondoffer.”

Die mensen buiten staat mee te bidden,
terwijl binnen het avondoffer, het symbool van al die gebeden,
bij God onder de neus gewreven, onder de aandacht wordt gebracht.

Je kunt je dan ook voorstellen
dat als de priester naar buiten komt om de priesterzegen te geven,
zo nadat ze met z’n allen vol verwachting hebben staan bidden,
dat dat voelt als verhoring.
Je hebt gebeden, maar als je dan hoort uit de mond van de priester,
dat de Heer je zegent, en behoedt.
Dat zijn gezicht over je zal lichten.
Dat betekent zoiets als: Hij kijkt je vol liefde aan.
Zijn gezicht straalt als hij je aankijkt.
Je bent dus gezien. Je gebeden zijn gehoord.
Zo moet de zegen voor de mensen hebben gevoeld.

Zacharias en Elisabeth zullen die woorden van de zegen
hebben kunnen dromen. Beide uit een priesterfamilie,
gepokt en gemazeld in de kerktaal.
Vertrouwd, met het mooie dat God geven wil.
Maar ja, daar zit wel hun pijn.
Ze zullen ook zelf veel gebeden hebben. Gevraagd om een kindje.
Heer, ziet u ons ook?
Kijk u óns wel aan …?

En terwijl Zacharias dus het offer brengt, als teken dat God verhoren wil,
en de engel het zelfs zegt, “wees niet bang, je gebed is verhoord.” ,
is Zacharias’ reactie: “Hoe kan ik weten of het waar is?”
Die engel zegt dat hij nog een kind zal krijgen?
Hij is te oud, zijn vrouw ook.
Ze hebben elkaar echt wel lief, maar dit is toch te gek, God?
Je kunt je de twijfel van Zacharias misschien wel voorstellen.
Te mooi om waar te zijn. God, doe nou eens even reëel …

Of zou er door de jaren heen iets van ongeloof gekomen zijn.
Ik ben nou wel priester, ik wil wel geloven dat God vol liefde naar me kijkt,
maar wat ik zo verlang … het gebeurt maar niet. Luistert God wel?

Maar Gabriel wordt boos. Weet je wel wie ik ben?
Ik sta elke dag voor Gods troon. Ik weet wat hij zegt.
Dat vriendelijke gezicht,
waar jij je volksgenoten mee zegent, ik zie dat dagelijks.
Ik ben dicht bij God. Hij deelt zijn plannen met mij.
En vertrouwt het mij toe, om daar de boodschapper van te zijn.
Boodschapper, dat is wat engel betekent.
En in de naam Gabriel, herken je misschien Gabber.
Hij is de vriend van God. Hij heeft me zelf gestuurd.
En jij denkt dat ik een grapje maak!?

Als je het zelfs in de tempel,
als je God aan het offeren bent, niet geloven wil …
Als je daar, tegen God zegt: dat het niet kan, tja, dat kan niet …
Maar dat is nu precies wat een wonder is.
Dat het niet kan, maar God het toch wel kan.

Het is niet te geloven, en er zijn geen woorden voor.
Nou, dat is dan ook de straf voor Zacharias.
Geen woorden meer voor jou …


Poeh!
Ik vind het best heftig dat God het ongeloof van Zacharias op mute zet.
He? Alsof je niet je boerenverstand mag gebruiken,
redelijk en weldenkend zijn. Alsof je niet twijfelen mag.
Alsof je niet mag zoeken, of zo je vragen mag hebben.
Dit is een les, met de harde hand.

En in onze cultuur levert dat spanning op.
We zijn soms meer van de dialoog.
En dan vragen we: waarom geloof je dat dan niet?
Hoe kan ik je helpen? Wat heb je nodig?
Je bereikt meer met honing dan met azijn.

Maar deze keer is God niet van pappen en nathouden.
Hij is namelijk bezig om de mensen die buiten staan te bidden, te verhoren.
Hij is bezig om zijn reddingsplan uit te voeren.
Hij zet stappen om de redder van de wereld te laten komen.
Dat is goed nieuws.
en dat is niet te geloven, maar het moet wel geloofd worden.

Een les met de harde hand. Misschien ben je het niet zo gewend,
maar denk niet dat daar geen liefde achter kan zitten.
Zacharias, die als priester zoveel goede woorden van God heeft gezegd,
die misschien wel met zalvende toon, geestelijke wonden mocht verzorgen,
wordt nu zelf even stilgezet.
Omdat in hem de hoop in God, echt geloof, opnieuw geboren moet worden.
Hij krijgt een boel te verteren, ga maar even uitbuiken.
Denk er maar eens over na.
Stil, zegt hij tegen de storm, en de onvruchtbare tegenwind,
die hen gemeen pijn zal hebben gedaan.
Maar God zegt: stil maar.
Hij legt alle stemmen van ongeloof het zwijgen op.

Misschien vind je dit hard van God.
En maar zo denk je dat God over hem heen walst.
Alsof hij geen oog heeft voor Zacharias zelf,
alles moet wijken voor dat plan.
Alsof God hem als een klein kind op zn plek zet.
En zijn verdriet er niet toe doet …
Maar het is liefde van God, dat hij ook door Zacharias
geloofd wil worden.
En kijk ook goed wat er gebeurt.
God geeft waar Zacharias en Elizabet zo naar hebben verlangt.
Het plan, daar krijgen zij een plekje in.
God neemt hen op, in zijn verhaal.
Ze mogen de ouders worden van Johannes.

En jij?
We begonnen de preek met iets wat te fantastisch voelde,
wat niet te geloven was, te groot en onhaalbaar:
Een droomhuis vinden, ingeloot worden, geluk in de liefde,
of zoals Elisabeth eindelijk moeder mogen worden.
Maar wat nu, als dat jou, na zoveel jaren, en nog meer gebeden,
niet gegeven is?
Durf je nog te geloven dat God jouw pijn ziet?


Wij zijn vaak hele mondige mensen.
We hebben de mond vol met die en met dat.
De meesten laten echt wel van zich horen.
Maar soms hebben we het nodig om stilgezet te worden.
Om te leren luisteren. Echt luisteren.
En je kunt beter luisteren, als je zelf sprakeloos bent.
Luisteren naar Elizabeth. Hoe zal ze hebben verteld dat ze zwanger is?
Hoe zal hij zwijgend hebben gereageerd?
God leert in de stilte om te verwachten.
Als de hoop zo lang heeft pijn gedaan.
God leert om in verwachting en vol verwachting te zijn,
juist als het eigenlijk niet meer kan.
Want dan blijken al onze verstandelijke vragen, onze onmogelijkheden,
onze woorden van twijfel geen zeggingskracht meer te hebben.
God maakt het waar, dat mijn onzekerheid niet het laatste woord heeft.
In Gods wereld heeft mijn twijfel niets te zeggen.
En dat is goed!

En tegelijk moet ik ook zeggen:
Ik durf je niet te beloven dat je altijd krijgt wat je verlangt.
Als God het niet geeft, kan ik niet beloven dat het wel komt.
Maar ik leer God wel kennen als iemand die je pijn kent.
Elizabeth zegt aan het eind:
“De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken.
Hij heeft dit voor mij gedaan opdat de mensen me niet langer verachten.”

Ze heeft ervaren dat het zo is. Ze kan dat nu zeggen,
maar denk niet dat ze makkelijk praten heeft.
En ook wij, met alle pijn en gemis en onvervulde verlangens,
denk niet dat God jou zich niet aantrekt.
Wil je leren om, ook als je verlangen niet vervuld is
met Elizabeth mee te zeggen: De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken.
Of om het je een beetje serieus te vragen:
merken we Gods liefde pas, als wij hem mogen voorschrijven,
hoe zijn goedheid eruit ziet?

En als je diepste verlangen onvervuld blijft,
dit verhaal betekent niet dat het er niet mag zijn.
Vraag maar. Zoek maar. Verlang maar. Breng je pijn maar bij God.
En zo lang jij geen hemelse boodschapper voor je neus hebt staan,
hoef je ook echt niet bang te zijn dat God het jou met harde hand leren wil.
Zolang je geen engel op bezoek krijgt,
heb je meer ruimte om je vragen te houden.
Heb ik soms ook. Zoeken. Soms voel ik het meer maar vaak ook minder.
Maar dan hoop ik ook, op het moment dát God je iets laat zien,
dat je het van hem aannemen wil.
Dat jouw pijn, niet groter wordt, dan kunnen geloven in God.
Dat je twijfel of juist je redelijkheid,
niet sterker is, dan dat God wonderen kan doen.
En soms is het wonder, dat zijn genade genoeg is.
En dat is een moeilijke, en God,
wat hebben we die genade dan hard nodig.


Het is niet te geloven.
Maar God gaat zijn reddingsplan uitvoeren.
Er komt een kind aan: Johannes.
Een voorloper. Een werkvoorbereider.
Een grond–bewerker. Die de heuvels wat afvlakt,
die de dalen ophoogt,
zodat God in een vloeiende beweging kan binnenkomen.
En later zal er nog een kind aankomen. Jezus.
Die op de bergen die niet zijn afgevlakt, zal struikelen,
die op Golgotha zich op de klippen zal storten.
En zo alle kwaad afgraven en storten, zodat het weg is.
En er voor al onze verlangens meer dan genoeg genade is.

Het is niet te geloven, en daar zijn geen woorden voor.
Maar geloof het toch maar.
En hoor in Gods handelen, soms heel zacht en teder,
en als het nodig is soms met harde hand en stevig,
maar altijd vol liefde:
stil maar, alles wordt nieuw. Amen


online delen:

tag verhoring verlangen twijfel bidden offer Zacharias

Meer preken uit Lucas