Gen. 1:26-31 | link naar preektekst |
Startzondag Talenten
2024-09-22 mo Rijsenhout |
Introductie preek en verwerking–spelletjes
Wat is je talent? Waar ben je goed in?
Misschien heb je heel zelfverzekerd,
hele mooie dingen van jezelf op geschreven.
Dit is wie ik ben, dit is wat ik kan.
En ik wil niet naast m’n schoenen lopen,
maar ik ben aardig goed gelukt. En blij met wie ik ben.
Heerlijk als je zo in je vel zit.
Maar dat geldt natuurlijk niet voor iedereen.
Misschien voel je je een loser,
lukt het niet op school, loopt het niet lekker op je werk.
Ben je niet tevreden of onzeker over je studiekeuze.
En maar zo vraag je je af: wat stel ik nou helemaal voor …?
Of misschien vond je het lastig om wat op te schrijven,
want het voelt toch wel snel een beetje pocherig.
Kijk mij eens.
en dat doe je toch niet. Het gaat niet om mij.
Zomaar een aantal reacties,
die bij je kunnen opkomen als het gaat over talent.
Heel bewust begin ik daarom dit jaar bij het begin. Bij Genesis.
Want weet je wel hoe tof je eigenlijk bent?!
Weet je wel hoe mooi je bent, wat je allemaal in huis hebt,
aan eigenheid, aan waar je goed in bent,
waar je van houdt, je bent uniek.
En dat komt, omdat God je van alles heeft gegeven.
Dat noemen we een gave. Het leven is een gave.
Dat is iets, wat je is gegeven.
En dat is eigenlijk best wel gaaf.
God gaf gave gaven.
Een cadeautje dus eigenlijk.
Je ziet hier ook een paar cadeautjes liggen.
En net als bij deze cadeautjes, die zo eerst uitgepakt moeten worden,
zo moet je soms ook in jezelf het uitpakken,
uitzoeken wat je in huis hebt.
Er valt veel te ontdekken.
En als het ergens een veilige plek is waar je daarachter mag komen,
dan zou dat toch de kerk moeten zijn?
Om duidelijk te maken wat voor een verschillende gaven,
verschillende cadeautjes, we allemaal hebben,
liggen hier 3 4 cadeautjes.
We gaan er telkens een uitpakken, daar zal Miranda bij helpen.
Dan gaan we er samen iets mee doen,
Martijn en Esther begeleiden ons daarmee.
en dan verbind ik dat aan de tekst die we lazen.
En gaan we naar het volgende cadeautje.
Nu het eerste pakje, Miranda.
– uitpakken 1e pakje (samenwerken, hoepel)
Overdenking bij Gen 1:26a,27
We lazen net: “Laten we mensen maken.
Mensen die ons evenbeeld zijn. Die op ons lijken”
God praat hier in zichzelf, tegen zichzelf,
maar hij is niet alleen. Laten wij, ons.
De kerk, die Jezus heeft leren kennen als echt God,
en die ervaart dat de Geest die niet alleen over het water zweefde,
maar ook over ons is uitgestort,
die ziet hier iets in van: ja, God is niet alleen.
Als God iets maakt, is dat divers, veelkleurig.
Net zoals ook hijzelf niet eenzijdig, of plat is.
God is niet een fabriekje, waar allemaal dezelfde dingen uitrollen.
Nee, Hij is een kunstenaar, een creatieveling.
En hij heeft zijn ziel en zaligheid erin gelegd.
Wij zijn een uitdrukking van wie God is.
Vers 27: “God schiep de mensen als zijn
evenbeeld”
en dat is blijkbaar belangrijk want het wordt herhaald:
“als evenbeeld van God schiep Hij hem,
mannelijk en vrouwelijk schiep God de mensen.”
Dat God bedenkt om mannen en vrouwen te maken,
dat alleen al is iets van zijn evenbeeld.
In onze diversiteit, mannen en vrouwen, weerspiegelen we iets van God.
Met al onze eigenaardigheden, stereotypen, unieke eigenschappen.
Zoals God je gemaakt heeft, hij wil dat je op hem lijkt.
“Laten we mensen maken die op ons
lijken” Dat jij jij bent, is precies goed.
Je had niet moeten ontbreken. Je bent niet teveel.
Ook niet als je tweeling bent, ben je nooit een saaie kopie.
Maar altijd jezelf. Iedereen van ons is door God bedacht en gemaakt.
En God zag dat het goed was.
In het spel wat we net deden ging het om samenwerken.
Met al onze verschillen, moeten we samenwerken.
Dat samenwerken zit ook al in God. “Laten wij
mensen maken.”
De eerste keer dat ik deze opdracht online zag,
was het een spelletje van mannen tegen de vrouwen.
De stoere mannen wilden allemaal laten zien hoe goed en snel,
zij wel even er doorheen zouden gaan. Ieder voor zich deed erg zijn
best,
maar die handen aan elkaar zorgden dat het niet lekker ging.
En het talent bierbuik, botst met het talent lenigheid …
Het team vrouwen deed het veel slimmer.
De eerste vrouw kroop er doorheen,
en hield daarna de hoepel vast, zodat de hele sliert vrouwen,
handig achter elkaar door de hoepel heen kon kruipen.
Niet door kracht, maar door beetje slim nadenken en samenwerken
wonnen ze deze opdracht met gemak.
Talenten zijn niet om alleen te gebruiken.
Maar laten we het samen inzetten.
Wat jou gegeven is, is om te delen. Samenwerken.
Laat anderen genieten waar je goed in bent.
Zet het in, zodat het fijn is voor iemand anders. Wij. Ons.
Laten wij met God zien wat hij maakte: en het was zeer goed.
We gaan naar het 2 cadeautje toe
– uitpakken 2e pakje (touwtrekken)
Overdenking bij Gen 1:28
We lazen in Genesis, dat God zegt:
“de mensen moeten heersen, over de vissen van de
zee,
en de vogels van de hemel, over het vee,
over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.”
Heersen. God maakt ons de baas. Hij geeft ons de power.
Hij geeft zaden en vruchten en groente te eten.
Hier alsjeblieft, voor jou.
Wat een macht geeft God daarmee. Je mag de leiding nemen.
Je kent misschien wel mensen die soms kunnen rondlopen
alsof ze een hele pief zijn. Wat een Koning. Wat een Baas!
En soms zijn ze dat ook gewoon. En dat kun je bewonderen.
Joh, je bent hier echt zo goed in.
Wat tof is dat! Dat is mooi.
Dan zie je iemand helemaal shinen.
Dat is volgens mij wat God wil.
Beheers de kunst om goed voor de aarde te zorgen.
Manage maar: al de vogels en de vissen.
Zorg voor koeien, zorg voor mensen, voor goed eten.
Manage de grondstoffen van de aarde, en doe dat in eerlijke balans.
Je bent een Koning als daarin fair en verstandig omgaat.
Maar ja. Als mensen macht en kracht voelen,
dan laten we snel het recht van de sterkste gelden.
Ik zal wel even laten voelen wie hier de baas is.
En als je zoiets hoort, dan gaan er meestal dingen mis.
Bij macht ligt misbruik op de loer.
En gaat kracht te ver, dan is er verkracht.
Wat is de verhouding tussen mensen, tussen man en vrouw,
maar ook tussen mensen en deze wereld kwetsbaar …
Met je talent, je skill, waar je goed in bent, kun je ook te ver gaan.
Als je kracht en tegenkracht tegen elkaar uitspeelt.
Als je moet vechten om te winnen …
Alsof je de beste moet zijn. Nee …
God zegt juist. Ik wil je zegenen: Kom tot bloei!
Niet ten koste van de ander, maar samen met de ander.
Niet tegenover elkaar, maar met elkaar.
Wees vruchtbaar. Maak de aarde maar vol, en mooi,
bruisend en uitbundig. Laat het leven stromen.
We gaan door dit jaar nadenken over talenten.
Heersen als een koning, wijs–zijn betekent dan ook:
komt iedereen tot z’n recht? Zetten we je in, waar je talent ligt?
Of plegen we roofbouw? Wordt er iets geforceerd?
Als je ergens aan moet trekken, gaat er misschien iets mis.
Heersen is niet: de baas–spelen,
maar: goed omgaan met al die toffe dingen, die we in huis hebben.
Dat is wat God wil zegenen.
We gaan naar het 3e cadeautje.
– uitpakken 3e pakje (zoekopdracht, wie ben ik, 2e zoekopdracht kinderen)
Overdenking bij Gen 1:31
“God zag alles wat hij gemaakt had: het was zeer
goed!”
Tof, dat is het Hebreeuwse woord wat er staat.
God vond het tof wat hij gemaakt had.
Als je net naar het vorige stukje hebt geluisterd,
ging het ook over dingen die niet goed zijn.
Vandaag moeten we soms best zoeken, naar wat er nog goed is.
Die zoekopdrachten van net,
die waren gewoon leuk. Slim raden, zoeken naar de goede vragen.
Of zoeken naar sokken. Super handig als je die skills hebt.
Maar dat het in de wereld goed is, is soms ver te zoeken.
Als Adam en Eva later in Genesis zo vreselijk op hun snufferd gaan,
als we precies dat doen, waarvan God had gezegd, niet doen!
Wat Hij dan als eerste doet is: zoeken.
“Adam, waar ben je?!” Gen.03:09
Die koning wordt ter verantwoording geroepen.
Beetje als de minister–president op Prinsjesdag.
Want Adam is natuurlijk niet de eindbaas; dat is God.
God vraagt hem: waar ben je?
Ik vind het zo mooi dat God ons opzoekt,
ook als we zulke vreselijke fouten maken.
Als we precies doen, wat niet de bedoeling was.
God komt vragen: wat hadden we nou afgesproken?!
En er komt straf, consequentie. Dat is eerlijk en ook zo beloofd.
Maar eerst zoekt hij je op. Man, waar ben je nou?
Ik hoop dat we ook daarin op God kunnen gaan lijken.
Dat we elkaar opzoeken. Ook als de dingen misgaan.
Als het mooie paradijselijke zoek is geraakt.
Dat we bij elkaar opzoeken wat er van God is.
He? Soms is het zoeken: wie ben ik? wat stel ik nou voor?
En wil je je verstoppen, zoals Adam en Eva later deden.
Maar de liefde van God zoekt je dan tevoorschijn.
Waar ben je? Laat je maar zien.
Van het mooie paradijs, is niet veel meer over.
En dat komt door onze menselijke zonden, onze fouten.
Maar dacht je nu echt dat fouten van mensen,
God te sterk zijn? Dat ze het mooiste van God kapot kan maken?
Ergens zit er nog iets in. Er is nog iets van over.
Dat je verwonderd ontdekt: o, maar dit is van God. Hij heeft het
gemaakt!
En wie een beetje geniet van de wereld snapt precies wat ik bedoel.
En als je in Jezus gelooft, dan maakt hij je nieuw.
Wat kapot en verrot is, doet hij weg. En hij geeft je een nieuw leven.
Het goede wordt steeds meer, gaat bloeien, wordt talrijk.
Al wat ik ben, dank ik aan hem, aan Jezus’ liefde voor mij.
Of geeft de Geest je iets, God gaf gave gaven,
dat je verbaasd zegt: o, ik wist niet dat ik het in me had?!
En laten wij dan kijken naar wat God gedaan heeft
en zeggen dat het zeer goed is, hoe tof!
Blijf op zoek, naar de dingen die God geeft. Gaven en talenten.
En blijf het aanwijzen, bij jezelf en een ander:
dat waarvan God zag, dat het goed was. Amen
online delen:
schepping verwondering groei talent gaven rentmeesterschap MV Jaarthema Talenten
Meer preken uit Genesis