HH.495 (Votum en groet, van Sela) we wensen elkaar de vrede van christus GvL 575 (Aan wat op aarde leeft) Gebed Kinderlied en kindermoment Toelichting geloofsbelijdenis Nicea Lezen Nicea (Jaap) Opw.797 Breng ons samen Gebed om opening van het Woord Eerste lezing: Dt 6:4-9 Tweede lezing: 1Kor 12:4-13 (lector: Coby v/d Ochtend) Antwoordlied Opw.194 U maakt ons één (aankondiging lezing, plus toelichting staan, Jaap) Evangelielezing: Joh 17:20-26 (lector: Monica Wies) Preek Opwekking 347 (Ik geloof) Gebed, met aansluitend zingen... ELB 466=HH 547 Onze Vader (versie Elly en Rikkert) Collecte NLB 939 Op u alleen, mijn licht, mijn kracht Zegen NLB 416 Ga met God en Hij zal met je zijn

gemeente waar Jezus zoveel van houdt,

Ken je het verhaal van sint Nikolaas?
Of het echt gebeurt is, is niet helemaal zeker,
maar het verhaal gaat ongeveer zo:

Op die grote vergadering in de stad Nicea,
een vergadering van alle kerken in het jaar 325,
moesten een aantal kerkzaken afgesproken worden.
Ook Nikolaas, Bisschop uit de stad Myra was daar.
Samen met vele andere kerkleiders zochten ze naar overeenstemming,
hoe je op een goede manier over Jezus moest spreken.
Moet je voorstellen:
de mensen die Jezus zelf hadden gekend, waren allang overleden.
Zelfs, mensen die mensen die mensen hadden gekend,
die Jezus hadden meegemaakt, waren er niet meer.
De afstand werd steeds groter.

Wat er wel was, was een alsmaar groeiende groep van gelovigen.
Tegen verdrukking en vervolging in.
Mensen die het verhaal van de apostelen geloofden.
Ze hadden van hen geleerd, de leerlingen werden leraar,
en die maakten weer nieuwe leerlingen, en zo voort.
En naast al die verhalen, het onderwijs, was er natuurlijk de bijbel:
de woorden van Jezus, zoals daarvan 4x verslag is gedaan,
en brieven leerlingen van Jezus.
Die duidelijk onder woorden brachten hoe het geloof werkt.

Maar je kan je voorstellen dat in de loop van de jaren,
de uitleg van de verhalen kan verschuiven.
Dat er nieuwe ideeën ontstaan.

Zo was er een vrij populaire priester, Arius.
Die beweerde dat Jezus niet echt God was.
Jezus was natuurlijk wel super belangrijk.
Een heilige, het allereerste en allermooiste schepsel van God,
maar niet God zelf. Dat kan niet, zei hij:
want er is maar 1 God, en dat is God de Vader.
Bovendien: Jezus zegt zelf dat hij van de Vader afhankelijk is.

Maar er waren gelovigen rondom Arius,
bisschoppen die zeiden: wat Arius zegt is fout.
Je zegt het verkeerde van mijn Heer, die ik zo liefheb.
Het verhaal gaat, dat sint Nikolaas op het concilie van Nicea,
zich zo opwond en boos maakte op Arius,
die zulke dingen zei, die echt niet konden,
dat hij hem een knal voor zijn kop gaf!
Zelfs heiligen hebben soms een kort lontje …


Op dat concilie van Nicea gingen alle kerken overleggen.
Hoe moeten we praten over Jezus en over God?
Hoe brengen we dat goed onder woorden?
Ze schreven een geloofsbelijdenis, dat is de grondversie,
onder de tekst die we eerder in de kerkdienst lazen.
En van de ruim 300 kerken die vertegenwoordigd waren,
eigenlijk uit het hele rijk, van alle plaatsen,
stemde zo goed als iedereen in: Ja, dit is hoe we het moeten zeggen.
Zo leg je het beste uit dat Jezus echt, werkelijk God is.
Hij is geboren, niet geschapen, hij is één met de schepper zelf.
Hij is één met de Vader.
Jezus is één van wezen met de Vader.
Van hetzelfde kaliber, hij is van dezelfde categorie.
uit hetzelfde hout gesneden, wezenlijk gelijk.


Waarom is dit zo belangrijk, om te zeggen dat Jezus echt God is?
Terwijl zijn leeftijdsgenoten ook echt hadden gemerkt,
dat hij mens was zoals wij.
Je ziet hier hoe de leer over de drie–eenheid,
en over de twee–naturen van Jezus verwoord wordt.
En het was zoeken en discussiëren om die woorden goed te krijgen.
En dit zijn nu niet altijd de meest populaire onderwerpen.
Waarom is het zo belangrijk?

Nicea zegt het zelf zo:
“omwille van ons mensen, en van ons behoudt,”
Het is Gods liefde voor de schepping,
het is Gods bewogenheid, dat hij wilde redden.
Als Arius gelijk zou hebben, dan is de komst van Jezus,
de een mooi gebaar van een uniek schepsel.
Maar dan zegt zijn leven en zijn offer niet echt iets over God zelf.
Dan doe je Jezus dus onrecht,
dan doe je net, alsof Jezus’ liefde niet Gods liefde is.
Maar het is God zelf die echt mens wordt.

Je hoort dit ook terugkomen in het onderwijs van Jezus zelf:
hij zegt het meerdere keren: “de Vader en ik zijn één.” Joh.10:30
“Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.” Joh.14:09
of in het stuk wat wij uit Johannes lazen: Joh.17:21, 22
“Zoals u in mij bent, en ik in u” en “opdat zij een zijn zoals wij.”


Wat Jezus hier bidt, gaat nog wel weer een stap verder.
Hij zegt dat niet alleen de Vader en de Zoon één zijn,
maar het is zijn verlangen dat met Jezus, ook jij en in worden meegenomen.
Zodat ook wij delen in een eenheid met God.
vers 24: “Vader, U hebt hen aan mij geschonken,
laat hen dan zijn waar Ik ben”

En als Jezus in God de Vader is,
dan neemt Jezus ons dus mee, in verbondenheid met God de Vader.
“Ik heb hen laten delen in de grootheid die U mij gegeven heeft,
opdat zij één zijn, zoals Wij: Ik in hen, en U in Mij.
Dan zullen zij volkomen één zijn,
en zal de wereld begrijpen dat U mij hebt gezonden.”

Onze eenheid als mensen hier, hangt af van onze verbondenheid aan Jezus.
En de wereld moet het weten ook!

Weer proef je de reden: Het is omwille van ons mensen en ons behoud,
omwille van het herstel van de goede verhoudingen,
omwille van de band tussen schepper en schepsel, God en de wereld,
dat Jezus, die wezenlijk God is, echt mens werd.
Hij is de brug, de bemiddelaar, de verbindende factor,
degene die eenheid bewerkt.


Zoals de Vader en de Zoon één zijn,
wil Jezus dat ook zijn leerlingen één zijn met God.
Paulus zal daar later ook schrijven,
dat we één moeten zijn met Christus.
Dat is wat er gebeurt bij de doop.
Daar worden we als het ware in Jezus gestopt,
en hij is God, we worden één met God.
We blijven nog steeds schepsel, we veranderen niet in een ander wezen,
maar we raken intens en intiem verbonden, verstrengeld, verweven.
Omwille van ons mensen, en van ons behoud.

En wat er dan ontstaat,
zijn allemaal mensen, verbonden aan God,
en dus aan elkaar.
Dat is wat wij hier uitbeelden.
Een ieder van ons persoonlijk, verbonden, verstrengeld, verweven,
met de schepper, maar daardoor ook, met elkaar.
Dat is waar Paulus zo over schrijft:
over de eenheid in het lichaam, de kerk.
Dat is niet een eenheidsworst.
De wereld zou saai zijn als er maar 1 kleur was,
muziek zou geen muziek meer zijn, met maar 1 toon en 1 stem.
“Een lichaam is een eenheid die uit vele delen bestaat,
maar ondanks hun veelheid vormen al die delen samen één lichaam.”

Het is een wonder van de Geest,
dat er een samenbindende eenheid is.


Misschien dacht je van oude dogma’s dat ze scheidend waren,
dacht je van oude kerkgeschiedenis dat ze vooral over splitsingen.
En laat me tot mijn spijt zeggen dat soms inderdaad zo is.
Ik hoop dat de woede van Sint Nikolaas heilige woede was,
omdat iemand echt onze geliefde Heer tekort deed.
Maar soms gaan de klappen die we uitdelen, en het uitsluiten,
over ons eigen tekort aan geduld, aan begrip.

Misschien denk je van belijdenissen dat ze scheidend zijn,
maar de bedoeling is juist: verbinden. Eenstemmig instemmen.
Om ze gezamenlijk, met de kerk van alle eeuwen, te beamen,
In al onze verschillende kerkelijke tradities:
dit hebben we gemeenschappelijk, dit zijn onze wortels.
Dit is onze bron, hieruit zijn we voortgekomen.
Dit is waar we elkaar moeten kunnen vinden.
En dan leggen we misschien andere accenten,
maar laat de kern zijn: Jezus Christus.

De eenheid die je dan ziet, blijkt de diepste kern van God zelf te zijn.
Mozes belijdt het zo kernachtig en we moeten het horen,
Maar wat Mozes zei tot Israël, geldt ook voor ons:
hoor kerk! de Heer is onze God, de Heer zelf is Een.
Zo is ook Jezus, één van wezen met de Vader.
Zo mogen ook wij, één zijn met God, door Christus onze Heer.
Zo zijn ook wij onderling, één in Hem, door de Geest.
Amen


online delen:

tag geloof belijdenis eenheid twee-naturen st.Nikolaas Arius

Meer preken uit Johannes